5-11 Zakelijke e-mail Les 1

Zakelijke e-mail
Formeel

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen (schrift, pen en boek) Etui laten we in de tas.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zakelijke e-mail
Formeel

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen (schrift, pen en boek) Etui laten we in de tas.

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Uitleg zakelijke e-mail

- Z.s.

- Journaal?

- Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les(sen):
Vakantie

Slide 3 - Tekstslide

Kunnen/kennen
De opbouw van een zakelijke e-mail

Slide 4 - Tekstslide

Zakelijke e-mail
Wanneer schrijf je een zakelijke e-mail?

Wat is het verschil tussen een persoonlijke e-mail en een zakelijke e-mail.

Slide 5 - Tekstslide

Zakelijke e-mail
Drie soorten zakelijke e-mail:

- Sollicitatie
- Informatie geven/vragen
- Klacht
 

Slide 6 - Tekstslide

Zakelijke e-mail
Aan, 

Onderwerp

Aanhef,

Inleiding

Kern

Slot

Afsluiting

Slide 7 - Tekstslide

Aanhef
Geachte heer/mevrouw,

Hoi past meer bij...? 

Slide 8 - Tekstslide

Taalgebruik
In een zakelijke brief gebruik je formele taal.

Je spreekt dus degene aan wie je mailt aan met u.

Een zakelijke e-mail bestaat uit drie alineas
- Inleiding
- Kern
- Slot

Slide 9 - Tekstslide

Inleiding
- Je stelt jezelf voor (naam, leeftijd en evt. school)

- Je noemt de aanleiding van het schrijven (waarom schrijf ik deze e-mail?)

Slide 10 - Tekstslide

Inleiding
Aan: spaanseambasade@gmail.com
Onderwerp: Informatie over immigreren 

Geachte heer, mevrouw,

Mijn naam is Moniek, ik ben 16 jaar en zit in het vierde leerjaar van het vmbo, de basisberoepsgerichte leerweg. Deze maand doe ik examen.

Slide 11 - Tekstslide

Inleiding
Schrijf je eigen inleiding op een sollicitatie naar de Hema. Let hierbij op dat je:

- Formeel taalgebruik toepast
- Jezelf voorstelt
- De reden waarom je mailt (sollicitatie, bijbaantje).


Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag met:
  • Uitgedeelde opdracht (punt 1, 2 & 3)

Hoe? Per laptop

Vragen:
Ik loop door door het lokaal. Vragen mag je alleen stellen als ik bij je ben.

Wat te doen als je wacht/klaar bent:


Voor hoe lang?




Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Wacht op de docent, of vraag je klasgenoot.
Oranje: We werken op fluisterniveau, vragen? Wacht op de docent.
Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.



timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Terugblik

Slide 14 - Tekstslide

Kunnen/kennen
De opbouw van een zakelijke e-mail

Slide 15 - Tekstslide