5.6 zien [les 2]

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Tekstslide

Welke prikkel leidt onder normale omstandigheden tot het verwijden van de pupil?
A
een onscherp beeld in de iris
B
een onscherp beeld op het netvlies
C
te weinig licht op de iris
D
te weinig licht op het netvlies

Slide 2 - Quizvraag

Als binnenshuis een foto gemaakt wordt met gebruik van een flitser, hebben de mensen op de afdruk vaak rode ogen. Het rood van de ogen op de foto is het gevolg van de terugkaatsing van het flitslicht tegen de binnenkant van de oogbollen. Zie afbeelding.

Door welk van de aangegeven delen wordt de rode kleur van het weerkaatste licht veroorzaakt?
A
door de bloedvaten tegen het netvlies
B
door de iris
C
door de pigmentlaag
D
door het hoornvlies

Slide 3 - Quizvraag

Leerdoelen
Leerdoelen:
- je kunt uitleggen wanneer iemand welke bril nodig heeft
- je kunt uitleggen hoe/wanneer mensen scherp/ kleur kunnen zien
- je kunt uitleggen hoe de hersenen de informatie van de ogen verwerken



BRON: BINAS 87C, §5.6

Slide 4 - Tekstslide

Succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: accommoderen, verziend, bijziend, lichtreceptoren, visuele schors, optisch chiasma
  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken


BRON: BINAS  87C en  §5.6

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de functie van de lens in je oog?

Slide 6 - Open vraag

Scherp zien
Je kan scherp zien doordat je je ooglens boller en platter kunt maken (= accomoderen).

Bol = dichtbij
Plat = veraf

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welke lens doet wat?
Is je lens bol, dan kijk je naar iets dat dichtbij is. De lichtstralen komen eerder bij elkaar


Is je lens hol/plat, dan kijk je naar iets dat ver weg is. De lichtstralen komen later bij elkaar

Slide 9 - Tekstslide

Doen
1) Kijk recht voor je uit en plaats je hand zo'n 30cm voor je ogen. 

2) Concentreer je nu eerst op je achtergrond. Zorg dat je je achtergrond scherp ziet.

3) Concentreer je vervolgens op je hand en zorg dat je je hand scherp ziet.

4) Als kan voelen aan je ogen dat je lens boller wordt

Slide 10 - Tekstslide

Soms is de werking van je ooglens niet voldoende. Je hebt bijziend of verziend, maar wat is wat?
A
Bijziend = dichtbij goed zien
B
Bijziend = veraf goed zien
C
Verziend = dichtbij goed zien
D
Verziend = veraf goed zien

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Neem over en vul in (3 min)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Een bril?
Soms is de vorm van je oogbol niet helemaal juist

Te korte oogbol = verziend = bolle lenzen bril (+)

Te lange oogbol = bijziend = holle lenzen (-)

Slide 16 - Tekstslide

Als je bijziend bent, wat zie je niet goed?
A
Dingen van ver
B
Dingen van dichtbij

Slide 17 - Quizvraag

Spike heeft een bril omdat hij problemen heeft met tekst van dichtbij te lezen.

Welke uitspraken zijn juist over Spike?
(2 goede antwoorden)
A
Zijn bril bevat bolle glazen
B
Spike is bijziend
C
Spike zijn oogbol is te lang
D
Spike zijn ooglens kan niet meer bol genoeg worden

Slide 18 - Quizvraag

In ogen van de mens kunnen de volgende afwijkingen voorkomen:

1. De afstand tussen lens en netvlies is te groot.
2. De elasticiteit van de lens is te gering.

Elk van deze afwijkingen kan er de oorzaak van zijn dat men niet op alle afstanden scherp ziet.
Welke van deze afwijkingen kan of welke kunnen met behulp van een bril zodanig worden gecorrigeerd dat men wel scherp kan zien?
A
1 en 2
B
alleen 1
C
alleen 2
D
geen van beiden

Slide 19 - Quizvraag

Netvlies
In het netvlies worden lichtprikkels omgezet in impulsen.
Via de oogzenuw gaan deze naar de grote hersenen om het beeld te verwerken.

Slide 20 - Tekstslide

Netvlies
Op het netvlies liggen 2 soorten zintuigcellen.

1. De staafjes
2. De kegeltjes 

Slide 21 - Tekstslide

Kleuren
Staafjes - zwart/wit, grijstinten
werken 's avonds en 's nachts
zitten over het gehele netvlies, behalve bij de gele vlek

Kegeltjes
 - kleuren
werken overdag
zitten voornamelijk bij de gele vlek

Drie soorten kegeltjes:
rood - groen - blauw

Slide 22 - Tekstslide

verdeling
staafjes en kegeltjes
over het netvlies

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

In het netvlies van het menselijk oog bevinden zich kegeltjes en staafjes. Elk kegeltje is apart verbonden met één gevoelszenuwcel, terwijl meerdere staafjes samen met één gevoelszenuwcel verbonden zijn. Over de gevolgen van dit verschil in schakeling worden de volgende beweringen gedaan.
1. Door dit verschil in schakeling is de scherpte van het beeld dat met de staafjes wordt waargenomen groter dan de scherpte van het beeld dat met de kegeltjes wordt waargenomen.
2. Door dit verschil in schakeling kan met de kegeltjes kleur worden waargenomen en met de staafjes niet.
Welke van deze beweringen is of welke zijn juist?
A
1 is juist
B
2 is juist
C
1 en 2 zijn juist
D
1 en 2 zijn beiden onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Van licht naar donker
Van een lichte een donkere ruimte inlopen..
In het donker op je smartphone kijken en daarna de donkere kamer in...

tijdelijke blindheid!

1. kegeltjes werken niet in het donker
2. staafjes zijn nog overprikkeld door licht, en de beschermde pigmentlaag moet nog wegzakken 

Slide 26 - Tekstslide

Iemand zit in een kamer die bijna niet verlicht is. Welke zintuigcellen werken er onder deze omstandigheden?
A
de kegeltjes
B
de staafjes
C
zowel de kegeltjes als de staafjes

Slide 27 - Quizvraag

Piraten staan er bekend om dat ze een ooglapje dragen. De functie hiervan staat echter in twijfel. Oogexperts denken het antwoord te hebben ontrafeld.

Het ruim van een piratenschip is erg donker waardoor het lastig voor piraten is om goed te kunnen zien.

Leg uit hoe het dragen van een ooglapje kan voorkomen dat piraten niet goed kunnen zien. (T2)

Slide 28 - Open vraag

twee ogen
- optisch chiasma (nr. 2)
- visuele schors links en rechts

- beelden van een oog komen in beide hersenhelften terecht

- beelden hebben overlap en worden gecombineerd: hierdoor zie je diepte 

Slide 29 - Tekstslide

Kan een paard diepte zien? Leg uit je antwoord uit (2p).

Slide 30 - Open vraag

Toetsvragen over 5.6
Lastig! Ga geconcentreerd aan het werk

Slide 31 - Tekstslide

Tijdens een dropping word je op een zeer donkere avond in een geblindeerde bus vervoerd naar een plek buiten de stad. In een poging de richting te bepalen waarin je zult gaan lopen om uiteindelijk weer terug te komen bij het vertrekpunt, tuur je de omgeving af op zoek naar een lichtpuntje. Op een gegeven ogenblik zie je een zeer zwak lichtpunt. Bij je poging dit lichtpunt te fixeren, verdwijnt het steeds. Wanneer je in een richting kijkt iets terzijde van het lichtpunt, zie je het wél. Leg uit waardoor het lichtpunt verdwijnt wanneer je het probeert te fixeren en waardoor je het lichtpunt wel ziet wanneer je ernaast kijkt.

Slide 32 - Open vraag

Welke prikkel leidt onder normale omstandigheden tot het verwijden van de pupil?
A
een onscherp beeld in de iris
B
een onscherp beeld op het netvlies
C
te weinig licht op de iris
D
te weinig licht op het netvlies

Slide 33 - Quizvraag

Bij veel mensen is één oog 'dominant' over het andere oog. Dat wil zeggen: bij het kijken met beide ogen wordt het beeld dat je ziet het meeste bepaald door het dominante oog. Jurriën kijkt met beide ogen naar een kerktoren in de verte. Hij steekt zijn duim op en houdt die op een denkbeeldige lijn tussen zijn ogen en de kerktoren. Vervolgens sluit hij zijn rechteroog. De duim lijkt als het ware naast de kerktoren te springen. Als hij zijn linkeroog sluit, verspringt de duim niet. Welk oog is dominant bij Jurriën?
A
linker oog
B
rechter oog
C
te weinig licht op de iris
D
te weinig licht op het netvlies

Slide 34 - Quizvraag

Extra oefening
Extra oefening over het oog nodig? Ga naar 

https://biologiepagina.nl/Havo5/N14Reageren/oefentoetszintuigen/oefentoetszintuigen.htm (gemiddeld)

https://biologiepagina.nl/ExamenHAVO/Zintuigen/examenzintuigen.htm (uitdagend)




Slide 35 - Tekstslide