In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
De handel in grondstoffen
Slide 1 - Tekstslide
Deze les - zelfstandig werken
Bespreken huiswerk eindexamensite
Uitleg paragraaf 6.4
Opdrachten maken paragraaf 6.4
Oortjes in bij filmpjes
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling
Maak de 'test jezelf' van paragraaf 5.3
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Par 5.4 - De handel in grondstoffen
Je legt uit hoe prijzen tot stand komen met behulp van vraag en aanbod;
Je legt uit dat lage wereldmarktprijzen gevolgen hebben voor de welvaart in ontwikkelingslanden;
Je legt uit hoe regeringen ontwikkelingslanden kunnen helpen door middel van grondstofovereenkomsten/ buffervoorraden (grondstoffenfonds);
Je legt uit wat een monocultuur is.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
We kennen de drie hoofdrolspelers in de economie. Voor wie is een lage productprijs gunstig en voor wie ongunstig?
Slide 6 - Woordweb
Wat gebeurt er er met de prijs van Twix als het aanbod meer stijgt dan de vraag?
Slide 7 - Woordweb
Hoe kun je als land de concurrentiepositie tov van een ander land verbeteren?
Slide 8 - Open vraag
Bekijk de volgende video in Classroom. Ga daarna weer verder met deze les.
Er komen een paar vragen over het filmpje, let goed op!
Slide 9 - Tekstslide
Als een land goedkoop producten kan importeren en voor veel geld kan exporteren. Is de ruilvoet?
A
Goed
B
Slecht
C
Normaal
Slide 10 - Quizvraag
monocultuur
Ontwikkelingslanden zijn vaak afhankelijk van maar één of enkele landbouwproducten.
Slide 11 - Tekstslide
Bij stijgende exportprijzen verslechtert de concurrentiepositie van een land. Vooral bij landen met een monocultuur. Waarom?
Slide 12 - Open vraag
De exportopbrengst van Botswana bestaat voor 70 tot 80% uit de verkoopopbrengst van diamant. In 2009 daalde de vraag naar diamant zeer sterk door de economische crisis, terwijl het aanbod gelijk bleef. De importprijzen veranderden niet in dat jaar.
Welke invloed had de economische crisis op de diamantprijs? En wat was de invloed op de ruilvoet van Botswana?
A
De diamantprijs daalde, de ruilvoet daalde.
B
De diamantprijs daalde, de ruilvoet steeg.
C
De diamantprijs steeg, de ruilvoet daalde.
D
De diamantprijs steeg, de ruilvoet steeg.
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Video
De ruilvoet van een land kan verbeteren of verslechteren. Dit gebeurt als de verhouding tussen de import en export verandert.
In welk geval verbetert de ruilvoet van een land?
A
De exporthoeveelheid daalt en de importhoeveelheid stijgt.
B
De exporthoeveelheid stijgt en de importhoeveelheid daalt.
C
De exportprijzen dalen en de importprijzen stijgen.
D
De exportprijzen stijgen en de importprijzen dalen.
Slide 15 - Quizvraag
De afhankelijkheid van 1 of enkele producten noem je:
A
monoproductie
B
productafhankelijkheid
C
enkelcultuur
D
monocultuur
Slide 16 - Quizvraag
Doel grondstoffenfonds
Door een stabielere prijs van een grondstof, wordt er voor meer stabiliteit gezorgd in de inkomens.
Slide 17 - Tekstslide
Een grondstoffenfonds is een instelling die
A
grondstoffen koopt
B
grondstoffen verkoopt
C
de prijs van een grondstof controleert
D
de prijs van een grondstof stabiel maakt door de aan-en verkoop van een grondstof