Als/dan

ALS OF DAN?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

ALS OF DAN?

Slide 1 - Tekstslide

Als

Heb je te maken met gelijkheid, dan krijg je als.

Donna is even oud als Amber.
Zij hebben dezelfde hobby als hun ouders.
Het gaat precies hetzelfde als vorig jaar.


Slide 2 - Tekstslide

Dan
Is er sprake van ongelijkheid, dan krijg je dan

Anders dan mijn zus hou ik erg van katten.
Ik ben groter dan mijn broer.
Maar hij weet meer dan ik.


Slide 3 - Tekstslide

Uitzondering
Bij zinnen waarin het woord 'zo' staat, 
Bij zinnen waarin het woord 'even' staat,
gebruik je als.

Hij is een keer zo groot als zijn zusje.
Hij heeft evenveel betaald voor zijn laptop als zijn zusje.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De jongen is sneller ... zijn vriend.
A
als
B
dan

Slide 6 - Quizvraag

De leerling leert net zo hard voor de toets ... zijn klasgenoten.
A
als
B
dan

Slide 7 - Quizvraag

De bomen in het bos zijn even groot ... in mijn tuin.
A
als
B
dan

Slide 8 - Quizvraag

De docent heeft bijna vakantie, net zo ... de leerlingen.
A
als
B
dan

Slide 9 - Quizvraag

Mijn tas is zwaarder ... die van jou.
A
als
B
dan

Slide 10 - Quizvraag

Vanaf volgende week begint Max om dezelfde tijd met zijn training....
A
als ik
B
als mij
C
dan ik
D
dan mij

Slide 11 - Quizvraag

Ik heb in de zomervakantie meer geld gespaard....
A
als hem
B
als hij
C
dan hem
D
dan hij

Slide 12 - Quizvraag

Hebben zij evenveel uren vrijwilligerswerk gedaan.....?
A
als ons
B
als wij
C
dan ons
D
dan wij

Slide 13 - Quizvraag

Die schoonheidsspecialiste heeft het veel drukker....
A
als haar
B
als zij
C
dan haar
D
dan zij

Slide 14 - Quizvraag

Hij heeft de helft minder betaald....
A
als ik
B
dan ik
C
als mij
D
dan mij

Slide 15 - Quizvraag

Waarschijnlijk hebben zij meer geoefend...
A
als ik
B
als mij
C
dan ik
D
dan mij

Slide 16 - Quizvraag

Er is niemand zo mooi...
A
als haar
B
als zij
C
dan haar
D
dan zij

Slide 17 - Quizvraag

Want de kans is groot dat ze het net zo moeilijk vinden...
A
dan ik
B
dan mij
C
als ik
D
als mij

Slide 18 - Quizvraag

Zou je je niet willen bemoeien....mijn gesprek?
A
in
B
met
C
van

Slide 19 - Quizvraag

...de laatste lesweek, stap ik meteen in het vliegtuig.......Bali
A
Naar - na
B
Na - na
C
Naar - naar
D
Na - naar

Slide 20 - Quizvraag

Omdat we moeten bezuinigen, zullen we afzien ......de aanschaf van de nieuwe keuken
A
tot
B
van
C
voor

Slide 21 - Quizvraag

Ik ben erg geïnteresseerd.....auto's en andere motorvoertuigen
A
in
B
van
C
voor

Slide 22 - Quizvraag

Als je het onderstaande nummer belt, mag je vragen......meneer Versteeg.
A
na
B
naar

Slide 23 - Quizvraag

Toen we scrabble speelden, had Nour drie keer zoveel punten....
A
dan ik
B
dan mij
C
als ik
D
als mij

Slide 24 - Quizvraag

Die fotograaf gebruikt een modernere camera......gebruikte.
A
als haar
B
als zij
C
dan haar
D
dan zij

Slide 25 - Quizvraag

Hebben die studenten meer spullen opgehaald voor de rommelmarkt...
A
als ons
B
als wij
C
dan ons
D
dan wij

Slide 26 - Quizvraag

Ik verbruik ongeveer evenveel belminuten....
A
als hem
B
als hij
C
dan hem
D
dan hij

Slide 27 - Quizvraag

Onze nieuwe auto heeft niet zoveel technische snufjes.....die van jullie.
A
als
B
dan

Slide 28 - Quizvraag

....aanleiding van uw klacht, zou ik graag telefonisch contact met u opnemen.
A
Na
B
Naar

Slide 29 - Quizvraag

....je in de lessen goed hebt opgelet,...moet het lukken vrijdag met de toets.
A
Dan-als
B
Na-naar
C
Na-naar
D
Als - dan

Slide 30 - Quizvraag