Als/dan

ALS OF DAN?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

ALS OF DAN?

Slide 1 - Tekstslide

Als

Heb je te maken met gelijkheid, dan krijg je als.

Donna is even oud als Amber.
Zij hebben dezelfde hobby als hun ouders.
Het gaat precies hetzelfde als vorig jaar.


Slide 2 - Tekstslide

Dan
Is er sprake van ongelijkheid, dan krijg je dan

Anders dan mijn zus hou ik erg van katten.
Ik ben groter dan mijn broer.
Maar hij weet meer dan ik.


Slide 3 - Tekstslide

Uitzondering
Bij zinnen waarin het woord 'zo' staat, 
gebruik je als.

Hij is een keer zo groot als zijn zusje.
Duitsland is twee keer zo groot als Nederland

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De jongen is sneller ... zijn vriendje.
A
als
B
dan

Slide 6 - Quizvraag

De leerling leert net zo hard voor de toets ... zijn klasgenoten.
A
als
B
dan

Slide 7 - Quizvraag

De bomen in het bos zijn even groot ... in mijn tuin.
A
als
B
dan

Slide 8 - Quizvraag

De docent heeft bijna vakantie, net zo ... de leerlingen.
A
als
B
zo

Slide 9 - Quizvraag

Mijn tas is zwaarder ... die van jou.
A
als
B
dan

Slide 10 - Quizvraag