3H6 - par. 2.2

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Ik ben Joods kan betekenen....

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


Wat maakt iemand Joods?
A
Als hij zich bekeert tot het Jodendom
B
Als zijn moeder Joods is.
C
Als iemand van Joodse afkomst is en in het Jodendom gelooft.
D
Geen van de drie antwoorden is helemaal juist.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Welke uitspraak is niet waar voor orthodoxe Joden
A
Regels moet je vertalen/interpreteren
B
Regels moet je radicaal navolgen
C
Je moet je volgens de regels kleden
D
Mannen en vrouwen zitten gescheiden in de synagoge

Slide 21 - Quizvraag

Wat is anders aan een liberale jood dan aan traditionele jood?
A
hij is vrijer in de regels en tradities toepassen
B
hij woont niet in israel
C
hij gaat niet naar de synagoge
D
hij is tegen bat mitswa

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Waarover zijn Simon en Vera het wel eens?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Welke betekenis heeft de Tora voor het orthodoxe jodendom?
A
Het bevat de menselijke uitleg van Gods richtlijnen.
B
Het is een geschiedenisboek met gegevens over de gebeurtenissen uit het verleden.
C
Het is een soort grondwet voor het dagelijkse leven.
D
Het is vooral een kookboek met recepten voor joodse feesten.

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Joden geloven in iemand die komt, en degene die zal komen wordt ______ genoemd
A
Jezus
B
Mozes
C
Abraham
D
Messias

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Activiteiten in de synagoge

Slide 30 - Woordweb

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Noem 1 overeenkomst en 1 verschil tussen liberale en orthodoxe Joden.

Slide 34 - Open vraag