zelfstandig naamwoorden: de meesten hebben een enkelvoud en een meervoud. Sommige ZN hebben alleen een meervoud (hersens/ hersenen) en anderen hebben alleen een enkelvoud (vlees, goud, muziek, zand, politie).
De meervoudsuitgangen van de meeste ZN zijn:
-(e)n (paarden, boeken, typen)
-s (varkens, dekens, bekers)
-eren (lammeren, eieren, kinderen)