Workshop gezonde voeding

workshop Gezonde voeding
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

workshop Gezonde voeding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen
  • Globaal welke voedingsmiddelen bronnen zijn bepaalde voedingsstoffen
  • Wat de schijf van vijf is
  • Wat de richtlijnen gezonde voeding inhouden
  • Wat een voedselpatroon is en welke factoren een rol spelen bij het ontstaan hiervan
  • Hoe gezond jij zelf eet
  • belang is van het eten van een gezonde voedingsinname en wat de gezondheidsrisico’s zijn van langere tijd ongezond eten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsleer 
de kennis van de voedingswaarde (het gehalte aan voedingsstoffen) van verschillende soorten voedingsmiddelen,   in samenhang met de kennis van de menselijke stofwisseling, nodige voedselinname én de werking tussen de stofwisseling en inname (fysiologische werking).

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is voeding?
  • "VAN DALE": Voeding betekent het aan het organisme toedienen van de stoffen die noodzakelijk zijn om het in leven te houden, te doen groeien en arbeid te doen verrichten.
  • Alle organische stoffen die je als mens of organisme nodig hebt om energie op te wekken
  • Bouwstoffen en brandstoffen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezonde voeding
  • eet gevarieerd
  • eet pure producten
  • eet volgens de schijf van 5
  • eet voldoende voedingsstoffen
  • eet voldoende vezels
  • drink voldoende vocht, 1,5 - 2 ltr. per dag.

Slide 5 - Tekstslide

Wat "gezonde voeding" is, verandert regelmatig.
Door wetenschappelijk onderzoek veranderen de inzichten
Dat heet voortschrijdend inzicht.
Jarenlang waren eieren "ongezond" , nu weet men door onderzoek dat het een ei "gezond" is.
Bronnen van voedingsstoffen
 Welke voedingsstoffen zitten er met name in:

  • Appel 
  • Bruinbrood 
  • Aardappelen 
  • Hamburger 
  • Jus d'orange 
  • Biefstuk 
  • Kaas 
  • Rozijnen

Slide 6 - Tekstslide

(in de titel staat een hyperlink naar de voedingswaardetabel, gebruik deze voor je opdracht)
  • Gezondheidsraad
  • Systematische evaluatie van de huidige stand van
     
    de wetenschap over voedingsstoffen, voedingsmiddelen en voedingspatronen in relatie tot gezondheid
  • De Richtlijnen Goede Voeding 2015 zijn bedoeld voor de preventie van chronische ziekten voor de algemene volwassen bevolking in Nederland

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Biologische factoren
                 en
  • Psychologische factoren
                 en
  • Sociale factoren

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Het voedselpatroon slaat op de eetgewoonten van mensen"

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingspatroon
"Het voedingspatroon slaat op de eetgewoonten die iemand heeft. Als iemand veel en vet voedsel eet en maar weinig vitamines binnenkrijgt, spreekt men van een ongezond voedingspatroon. Soms moet men het voedingspartroon aanpassen om af te vallen, om aan te komen of bij een allergie waarbij bepaalde producten vermeden moeten worden."

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vier factoren die het voedingspatroon bepalen
  • Psychologisch: mensen vinden brood lekker. Dit gevoel is voor elk individu anders en dus variabel. 

  • Sociologisch: de relatie van het product met de sociale status van mensen. Hoge sociale status --> luxe restaurant. Wat kunnen mensen veroorloven? 

  • Landbouw/economisch: afhankelijk van hoeveel het product wordt geproduceerd. Veel geproducteerd --> hoe goedkoper het wordt en makkelijker te verkrijgen. 

  • Voedingskundig/fysiologisch: krijg je voldoende voedingsstoffen binnen? Brandstof/beschermende stof/ reserve / bouwstof. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouwstof

Zijn in je lichaam nodig voor: 
  • De groei; 
  • Ontwikkeling;
  • Herstel.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brandstof
  • Leveren energie

Zorg in het lichaam voor: 
  • Het op peil houden van de lichaamstemperatuur 
  • Groei; 
  • Ontwikkeling
  • Herstel.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschermende stof


Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reservestof
  • Niet direct nodig als bouwstof of brandstof;
  • Worden opgeslagen in bepaalde delen van je lichaam.  

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouwstof
Brandstof
Beschermende stof
Reservestof
Koolhydraten
X
X
X
Eiwitten
X
X
Vetten
X
X
X
Vitamines
X
X
Mineralen
X
X

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voedsel piramide

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke verschillen
Gezonde voeding is afhankelijk van;
  • leeftijd, b.v. iemand in de groei heeft andere  hh. voedingstoffen nodig dan een oudere
  • leefomstandigheden, b.v. bij zwaar werk in een warme omgeving, meer vocht en energie 
  • levensstijl, b.v. we bewegen minder door  industrialisatie en automatisering,

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vetten en olie

Slide 20 - Tekstslide

Vetten;
Als je producten met veel verzadigd vet vervangt door producten met veel onverzadigd vet heb je minder kans op hart- en vaatziekten. Deze producten leveren vitamines A, D en E.
VET
Via het vet in onze voeding krijgen we de belangrijke (in vet oplosbare) vitmines A, D, E en K binnen.

Vetten zijn nodig voor het transport van deze vitamines in ons lichaam.

Ons lichaam heeft tenminste 25 gram vet per dag nodig.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dranken

Slide 22 - Tekstslide

Wat je aan vocht verliest vul je vooral aan met drinken. Zwarte en groene thee verlagen de bloeddruk en verkleinen het risico op een beroerte.
Brood, graanproducten en aardappelen

Slide 23 - Tekstslide

Volkorenbrood en andere volkoren graanproducten verlagen het risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en darmkanker. Graanproducten leveren energie en onder andere vezel, eiwit, B-vitamines en ijzer. Aardappel is geen graanproduct, maar wel een bron van nuttige voedingsstoffen.
Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel

Slide 24 - Tekstslide

Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel

Vis verlaagt het risico op hart- en vaatziekten. Peulvruchten en noten verlagen je LDL-cholesterol, wat helpt om je bloedvaten gezond te houden. In vlees en ei zitten veel goede voedingsstoffen, zoals ijzer en vitamine B12. Zuivel verkleint het risico op darmkanker en levert onder andere calcium en vitamine B12.
EIWIT
Eiwit is een bestanddeel in voeding, dat nodig is voor de opbouw en in-
standhouding van de spieren en bloed en voor herstel bij wonden. Bij ziekte
is eiwit de belangrijkste voedingsstof voor herstel.

Eiwit komt vooral voor in:
• vlees, vis en kip 
• ei 
• kaas, melk en melkproducten 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Groente en fruit;
Verlagen met name het risico op hart- en vaatziekten, en ook op darmkanker, longkanker en diabetes type 2. Ze zitten vol goede voedingsstoffen, zoals vitamines, mineralen en vezels.
Wist je dat...


Er veel meer suiker zit in een rijpe banaan dan in een onrijpe banaan?

Paprika de meeste vitamine C bevat van alle groente- en fruitsoorten?

Eieren langer houdbaar zijn als je ze met de punt naar beneden bewaard?



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel calorieën mag een man en een vrouw per dag hebben.
A
Man: 2000 cal Vrouw: 2000 cal
B
Man: 2000 cal Vrouw: 2500 cal
C
Man: 2500 cal Vrouw: 2000 cal
D
Man: 3000 cal Vrouw: 2500 cal

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Body Mass Index 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BMI en gezondheid
Je BMI is een belangrijke factor bij het voorspellen van ziekte (-op latere leeftijd).

De zgn. welvaartsziekten: diabetes type II, hart en vaat ziekten en bepaalde vormen van kanker (m.n. van je spijsverteringsstelsel).

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsgewoonte vs. Dieet
Een bepaalde manier van eten óf het klaarmaken van eten. Vanwege cultuur, geloofsovertuiging of omdat het gezond is.

Aangepaste voeding in specifieke situaties, zoals bijvoorbeeld
   voeding bij zwangerschap, kinderen of vegetarisch.


 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij ondervoeding is er sprake van...
A
Verlies van lichaamsgewicht
B
Afname spiermassa
C
Beide zijn juist

Slide 33 - Quizvraag

Ondervoeding bij ouderen komt in verpleeghuizen bij 20 tot 25% voor en in de thuiszorg bij 15 tot 25%. Bij ondervoeding is er sprake van verlies van lichaamsgewicht en spiermassa. Hierdoor daalt de weerstand, hebben ouderen een verhoogde kans op opname in een instelling, op complicaties bij ziektes, zijn zij verminderd zelfredzaam en ervaren zij een verminderde kwaliteit van leven. Uiteindelijk zorgt voor ondervoeding voor een verhoogde mortaliteit.
Hoeveel zout heeft een Nederlander gemiddeld per dag nodig?
A
3
B
9
C
6
D
12

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel gram zout krijgt een gemiddelde Nederlander per dag binnen?
A
3
B
9
C
6
D
12

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

aan de slag 
Opdracht verantwoord menu
succes

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies