Grammatica les 5 samenvatting

Maandag
18 september
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maandag
18 september

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

18-9-2023
  • Samenvatting vorige lessen
  • (Huiswerk)


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm (PV)
  • Wat is een PV?
  • Hoe vind je hem?




Even oefenen, Log in op LessonUp!

Slide 3 - Tekstslide

Het is het werkwoord in de zin dat aangeeft in welke tijd de handeling plaatsvindt en welke persoon of personen de handeling verrichten.
Wat is de pv?
Door de najaarsstorm waaiden de pannen van het dak.
A
Door de najaarsstorm
B
waaiden
C
de pannen
D
van het dak.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de pv?
Hij zou het wel even doen.
A
Hij
B
zou
C
het
D
wel

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de pv?
Ongeveer een derde van de Nederlandse kiezers wil na de verkiezingen een links kabinet.
A
wil
B
Ongeveer een derde van de Nederlandse kiezers
C
een links kabinet.
D
na de verkiezingen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de pv?
Kamerlid Van Oudenallen herkent minister Hoogervorst niet.
A
niet.
B
minister Hoogervorst
C
herkent
D
Kamerlid Van Oudenallen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordelijk gezegde (WWG)
  • De PV en alle andere werkwoorden in een zin.
  • Staat er maar een werkwoord in de zin? 




Even oefenen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het wwg?
De burgemeester is vanmorgen het eerste exemplaar aangeboden.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het wwg?
Artsen zonder grenzen hebben de slachtoffers medicijnen en dekens uitgedeeld.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het wwg?
De leraar liet de klas de nieuwste Lijsters zien.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp (OND)
  • Het onderwerp van de zin vertelt wie of wat iets doet, is of ondergaat (het ervaren van iets).
  • Deze zoek je pas nadat je de persoonsvorm hebt gevonden.



Even oefenen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het ond?
De hortensia’s willen deze zomer maar niet bloeien.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het ond?
Tot mijn verbazing kregen we geen klachten.
A
Tot mijn verbazing
B
kregen
C
we
D
geen klachten

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het ond?
Nog niet zo lang geleden is de bank failliet gegaan.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp (LV)
  • Het lijdend voorwerp is het ding of de persoon waar de zin over gaat, waar iets mee gebeurt of die iets ondergaat.
  • Dus... wie of wat 



Even oefenen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lv?
De hoge waterstand heeft grote problemen veroorzaakt.
A
De hoge waterstand
B
heeft
C
grote problemen
D
veroorzaakt

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lv?
Die jongen heeft het nu wel begrepen.
A
Die jongen
B
heeft
C
het
D
wel begrepen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontleed volledig:
De minister zou hem gewaarschuwd hebben.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetsels

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetsels (VZ)
Staat voor znw (mensen, dieren, dingen)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Meewerkend voorwerp (mwv)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meewerkend voorwerp
In zinnen met een lijdend voorwerp kan ook een meewerkend voorwerp staan.

Het geeft aan voor / aan wie iets bestemd is.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meewerkend voorwerp

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het mwv?
Waarom hebben jullie dat aan hem gegeven?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het mwv?
We hebben mijn opa een fles drank gegeven.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Wat?
Maak de zelftoets van grammatica blok 3
Wanneer?
Woensdag, 2e uur
Leren?
Grammatica Blok 1 + 2 + 3
Hoe?
Je mag overleggen met je buurman/vrouw. Je mag muziek luisteren d.m.v. oortjes
Klaar?
Studeer verder op cambiumned.nl (classroom)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies