Spelling klas 2 HV

Spelling H5 + H6 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Spelling H5 + H6 

Slide 1 - Tekstslide

De afgelopen weken hebben jullie H5 en H6 spelling gemaakt. Hebben jullie het begrepen?
Dat wil ik nu met jullie testen door een oefentoets af te nemen. 

Slide 2 - Tekstslide

Zijn in onderstaande zin alle hoofdletters en leestekens juist geplaatst?
's Avonds loopt Ronald de Goede altijd een laatste rondje met de hond, want mevrouw De Goede blijft na negenen liever binnen.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Leg uit: 'mevrouw De Goede' is goed geschreven.

Slide 4 - Open vraag

Is onderstaande bewering juist of onjuist?
Je gebruikt een hoofdletter onder andere bij bijvoeglijke naamwoorden die van eigennamen zijn afgeleid.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Is onderstaande bewering juist of onjuist?

Je gebruikt aanhalingstekens onder andere bij het weergeven van gedachten.

A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Is onderstaande bewering juist of onjuist?

Je gebruikt een hoofdletter bij namen van seizoenen.

A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Welke schrijfwijze is juist?
A
capucino
B
cappucino
C
capuccino
D
cappuccino

Slide 8 - Quizvraag

Schrijf waar nodig woorden aan elkaar in onderstaande zin. Hoeveel fouten verbeter je dan?

Laag opgeleide mensen kunnen in dit moderne textiel bedrijf via zelf studie omhoog komen.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Waarom moet 'laagopgeleide' aan elkaar?

Slide 10 - Open vraag

Schrijf waar nodig woorden aan elkaar in onderstaande zin. Hoeveel fouten verbeter je dan?
Waar over sprak jouw suiker tante met die veel eisende belasting ambtenaar?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quizvraag

Waarom moet 'waarover' aan elkaar?

Slide 12 - Open vraag

Welke schrijfwijze is juist?
A
adekwaat
B
addequaat
C
adequaat
D
addekwaat

Slide 13 - Quizvraag

Welke schrijfwijze is juist?
A
tweehonderd
B
twee honderd

Slide 14 - Quizvraag

Uitleg:
Getallen met honderd en duizend schrijf je aan elkaar.
108 --> honderdacht
678 --> zeshonderdachtenzeventig

Maar: na duizend komt een spatie
2000 --> tweeduizend
2019 --> tweeduizend negentien

Slide 15 - Tekstslide

Graag hier screenshot inleveren van H6 spelling en H6 woordenschat.
(je hebt de tijd tot vrijdag 17.00 uur)

Slide 16 - Open vraag

Einde

Slide 17 - Tekstslide