V4 H6 Overige spelling

VWO4 
H6 Overige spelling

' Andere spellingskwesties' 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VWO4 
H6 Overige spelling

' Andere spellingskwesties' 

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel fouten staan er in deze aanhef? :
Beste Mevrouw van Wijk.
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 2 - Quizvraag

Hoofdletter begin van de zin

Je gebruikt een hoofdletter als:

- Als een zin begint met een apostrof dan schrijf je het tweede woord met een hoofdletter.

- Als een zin begint met een cijfer, krijg je geen hoofdletter.

Voorbeelden

's Middags doet mijn vader altijd een dutje.

25 leraren waren ziek



Slide 3 - Tekstslide

Hoofdletters

- Namen
- Aardrijkskundige namen 
- Heilige namen
- Talen
- Volkeren
- Feestdagen
- Instanties
Geen hoofdletters

- maanden
- periodes 
- stromingen 

Slide 4 - Tekstslide

Regels aaneenschrijven

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Groene stroom aanbieder
B
groene stroomaanbidder
C
groenestroomaanbieder

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Doormiddel van
B
Door middel van
C
Doormiddelvan

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Ik ben op zoek naar
B
Ik ben opzoek naar

Slide 9 - Quizvraag

Tussen-n/s

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Kattegejank
B
Kattengejank

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Groentensoep
B
Groentessoep
C
Groentesoep

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Zonnenstraal
B
Zonnestraal

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Rijstepap
B
Rijstenpap

Slide 14 - Quizvraag

Weglatingsstreepje
  • land-, tuin- en akkerbouw
  • koffie- en theekopje
  • dorpsstraten en -pleinen
  • zwarte en rode auto's
  • ijsberen en bruine beren

Slide 15 - Tekstslide

Maken
  • Opdracht 2.1 (En ja, ALLE zinnen VOLLEDIG overschrijven!)
  • Opdracht 2.2
  • Opdracht 2.3

Klaar? 
  • Werkwoordspelling afmaken
  • Verder met paragraaf 2

Slide 16 - Tekstslide