Wat? Je maakt de startopdracht en opdracht 1, 2, 3 en 4.
van hoofdstuk 3: grammatica - zinsdelen
in je schrift.
Hoe? 5 min. zelfstandig en stil. Na 5 min. mag je fluisterend overleggen.
Hulp? Lees je boek. Lukt het niet, steek je hand op.
Tijd? 15 minuten.
Resultaat? Je leert over zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden. Klaar? Dan maak je opdracht 5.