Herhaling periode 4

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

• Voca

Dans ce cours...

• Faire et aller
• L'heure
• Les nombres 0-100
• Au collège

Faire et aller

Weet je nog hoe je de werkwoorden faire en aller moet vervoegen?

Schrijf het rijtje van faire uit.

Vous ... du hockey?

Je ... l'exercice.

Mes amis ... du foot.

Elle ... de la danse.

Schrijf het rijtje van aller uit.

Nous ... en vacances.

Camille ... à vélo.

Tu ... à quelle heure?

Elles ... faire du shopping.

L'heure

Weet je nog hoe je in het Frans zegt hoe laat het is?

Il est minuit.

1. 
2. 

Il est deux heures et demie.

1. 
2. 

Il est trois heures moins le quart.

1. 
2. 

Il est huit heures.

1. 
2. 

Il est midi et demi.

1. 
2. 

Il est cinq heures et quart.

1. 
2. 

Quelle heure est-il?

Quelle heure est-il?

Les nombres 0-100

Kan je nog tellen t/m 100 in het Frans?

quatre-vingt-

neuf

quatorze

soixante-quinze

soixante-trois

quatre-vingt-douze

quatre-vingt-quatre

1. 85
2. 84
3. 24
4. 44

soixante et onze

1. 60
2. 70
3. 61
4. 71

quatre-vingt-treize

1. 83
2. 23
3. 93
4. 43

quatre-vingt-onze

soixante-quatorze

quatre-vingt-deux

Au collège

Weet je nog hoe je kan vertellen in welke klas je zit in het Frans?

Beantwoord de vraag in het Frans.
Tu es en quelle classe?

Beantwoord de vraag in het Frans.
Quelle est ta matière préférée?

Beantwoord de vraag in het Frans.
L'école commence à quelle heure?

Beantwoord de vraag in het Frans.
Tu fais tes devoirs quand?

Reflecteren

Hoe is Frans in periode 4 gegaan? Wat vond je makkelijk? Welke grammatica is nog lastig?

Beantwoord de vragen hierover op de volgende dia's.

Ik vind Frans ...

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je makkelijk bij Frans in periode 4?
(faire, aller, kloktijden, getallen)

Wat vind je nog moeilijk aan de grammatica van periode 4?
(faire, aller, kloktijden, getallen)

Wat wil je volgend schooljaar leren bij Frans?