Thema 3 pvnw, verwijswoorden

• Nederlands
• Beroepsopleiding

Thema 3 pvnw, verwijswoorden

Bekijk de video.

Op welke manieren worden wij verleid om meer boodschappen te doen in de supermarkt?

0

moeilijk. 

Wat doen we vandaag? 

Opmaat:

- dictee 

- herhalen er + telwoord

- herhalen bijvoeglijk naamwoord (adjectief)

- uitspraak sjwa (stomme -e)

De Sprong:

- dictee

- herhalen conjunctie

- uitspraak sjwa (stomme -e)

- toets maken: onregelmatige werkwoorden toetsen + thema 1 (Jan en Eryam) en thema 2 (Shahed).

- lezen en spreken oef. 23 en 24 

- column lezen

Maak een zin met een woord uit het dictee.
Opmaat: met adjectief
De sprong: met conjunctie (woordvolgorde!)

Voeg een adjectief toe.

1. De appel is ...........

2. De ........... appel.

3. Het ............ appeltje.

4. Een ............ appeltje

conjunctie (De Sprong)

Hoofdzin: 

Ik doe de boodschappen.

Conjunctie: 

Ik kan hem vertrouwen, want hij liegt nooit. 

Ik kan hem niet vertrouwen, omdat hij gelogen heeft. 

Omdat hij gelogen heeft, kan ik hem niet vertrouwen. 

Maak een zin met er + telwoord
Heb je pennen bij je?

Uitspraak: swja 

achter

gewoon

samen

verder

allemaal

bedanken

ontmoeten

betekent

rekening

vergeten

                                                                                            scherm uit!

Hoeveel sjwa's hoor je?

Maaike heeft buikpijn. Ze heeft van de dokter een recept voor pillen gekregen. Ze moet driemaal daags

een pil met water innemen, een half uur voor het eten.

Hierna: De Sprong: toets maken.

De Sprong

- toets maken.

- klaar? maken oefening 23 

- column lezen

en maken oefening 24 op bladzijde 50.

Opmaat: persoonlijk voornaamwoorden

1. Onderwerp (subject): ik, hij, zij, wij

2. bezit (possessief): mijn, zijn, haar, ons/onze

3. voorwerp (object): me, hem, haar, hun/hen
4. na een voorzetsel (prepositie): me/mij, hem, haar, ze/hen 

Bladzijde 83 en 84

- Maak oefening 15  op bladzijde 84

- Maak online extra oefening - thema 3: Grammatica - 1, 2, 3 Wat is het juiste woord?

De Sprong

- Lees de column van Thomas van der Meer

- Lees oefening 23 en beantwoord de vragen.

- Maak oefening 24:

inleiding (intro onderwerp) - kern (argumenten) - slot (conclusie)

verwijswoorden

Hier ligt het boek. Het boek is kapot.
Hier ligt mijn boek. Het is kapot. 

Hier ligt de broek. De broek is nieuw.
Hier ligt de broek. Hij is nieuw.

Hier staan de schoenen. De schoenen zijn te groot.

Hier staan de schoenen. Zij zijn te groot. 

Verwijswoorden

- Zoek de tien verschillen.

- Maak oefening 17 op bladzijde 85.

Samen lezen

lezen hfst 13 Alarm! Van Samen lezen.

Bedenk zelf het einde van dit verhaal.

Zelf einde bedenken vinden sommigen lastig.