3e vrijdag

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today
Unit 4!

KB: Questions tags & vergelijkingen / overtreffende trap
BB: Question tags & Plurals

Slide 2 - Tekstslide

Unit 3 Questions?

Slide 3 - Woordweb

Question Tags
It isn't expensice, is it?
He is really tall, isn't he?
They are great, aren't they?
You like pizza, don't you?

Slide 4 - Tekstslide

It isn't expensive, is it?
Regels:
it voor de komma, it achter de komma
óf voor de komma óf acchter de komma "n't"
Houd hetzelfde werkwoord

Slide 5 - Tekstslide

Extra
Twee werkwoorden? Kies de eerste

You would like something to eat, wouldn't you?

Slide 6 - Tekstslide

één werkwoord?
en dat werkwoord is geen AM/ARE/IS ?

Dan gebruik je do/does/don't/doesn't
You like that, don't you?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

KB 
Overtreffende trap!

Slide 10 - Tekstslide

He is .................. me.
A
taller then
B
taller than
C
more tall
D
taller

Slide 11 - Quizvraag

She is- the ....................
A
populars
B
populairst
C
most popular

Slide 12 - Quizvraag

Standaard regel!
Vergelijking: iets is 'iets' ten opzichte van iets anders.
He is nicer than me
She is taller than her

-er achter het woord 


Slide 13 - Tekstslide

Maarrrrr...
is het een lang woor? (3 of meer lettergrepen)

Dan gooi je er geen -er achter, maar gebruik je:
'more'

Slide 14 - Tekstslide

Po-pu-lar => More popular
en-thu-si-as-tic => More enthusiastic

Slide 15 - Tekstslide

Overtreffend?
er -> est
more -> most

Taller than me => The tallest
more popular => most popular

Slide 16 - Tekstslide

BB
Plurals!

Slide 17 - Tekstslide

One pizza - two
A
pizzi
B
Pizza's
C
pizzas
D
Pizza

Slide 18 - Quizvraag

What's the rule?
woord +
A
-'s
B
-s

Slide 19 - Quizvraag

GEEN
's gebruiken   

(is Nederlands!)
's is bezit. Pascal's book, Nanna's laptop.

Slide 20 - Tekstslide

De regel!
-s achter het woord om meervoud te maken
Eindigt het woord op een -f/-fe
Dan wordt het - ves
Knife -> Knives

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Tekstslide