Tr.7 - sollen, können, dürfen

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k, t, mavo
• Leerjaar 2

Trede 7

Koffer packen

Lernziele für heute

Am Ende der Stunde:

-heb je dürfen, können en sollen geoefend.

-heb je de vragen bij de tekst U-bahn gemaakt.

werkwoorden

sollen, können & dürfen

Kijk een minuut naar het volgende werkwoord en probeer het rijtje te onthouden...

	sollen
ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie	soll sollst soll sollen sollt sollen

Probeer nu uit je hoofd het werkwoord in je 

schrift te schrijven...

	sollen
ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie

Kijk een minuut naar het volgende werkwoord en probeer het rijtje te onthouden...

	können
ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie	kann kannst kann können könnt können

Controleer je schrift en verbeter je aantekening waar dat nodig is.

	sollen
ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie	soll sollst soll sollen sollt sollen

Probeer nu uit je hoofd het werkwoord in je 

schrift te schrijven...

	können
ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie

Controleer je schrift en verbeter je aantekening waar dat nodig is.

	können
ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie	kann kannst kann können könnt können

Kijk een minuut naar het volgende werkwoord en probeer het rijtje te onthouden...

	dürfen
ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie	darf darfst darf dürfen dürft dürfen

Probeer nu uit je hoofd het werkwoord in je 

schrift te schrijven...

	dürfen
ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie

Controleer je schrift en verbeter je aantekening waar dat nodig is.

	dürfen
ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie	darf darfst darf dürfen dürft dürfen

Sleep de juiste blokjes bij elkaar.
(liefst zonder spieken in het schrift!)

soll

sollst

sollen

sollt

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

Sleep de juiste blokjes bij elkaar.
(liefst zonder spieken in het schrift!)

darf

dürft

darfst

dürfen

ich

sie/Sie

wir

er/sie/es

ihr

du

Sleep de juiste blokjes bij elkaar.
(liefst zonder spieken in het schrift!)

soll

sollst

sollen

sollt

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

betekenis van......

• dürfen   (= mogen)
• können (= kunnen)


• sollen  (= moeten als wens van een ander, aanrading, bevel)

Der Hund darf hier reingehen.

Ich kann Deutsch sprechen.

"Du sollst deine Zähne putzen!"