Boekvergelijking les 4 - Oefenen met schrijven betoog

Boekvergelijking
Les 4 Verwijswoorden, storend woordgebruik, tegenargumenten en literaire begrippen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Boekvergelijking
Les 4 Verwijswoorden, storend woordgebruik, tegenargumenten en literaire begrippen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na deze les weet ik...

- wat verwijswoorden zijn en waarom ze gebruikt worden.
- wat storend woordgebruik (herhaling) kan zijn.
- wat de opbouw is van mijn betoog.
- wat een tegenargument is.
-welke literaire begrippen ik moet gaan verwerken in het betoog.

Leerdoelen
Na deze les kan ik...

- verwijswoorden op een correcte manier gebruiken in mijn betoog.
- storend woordgebruik (herhaling) voorkomen.
- een tegenargument  en weerlegging verwerken in mijn middenstuk.



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwijswoorden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het bedrijf presenteert zijn cijfers. Het/Hij/Zij heeft goed gepresteerd dit jaar.
A
Het
B
Hij
C
Zij
D
Haar

Slide 7 - Quizvraag

Naar het-woorden verwijs je met ‘het’.
De verwijzing was opgenomen. Hij/Zij/Het liet zien dat…
A
Hij
B
Zij
C
Het
D
Die

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De stad en zijn/haar bewoners kregen meer bekendheid. […] Zijn/Haar nieuwe museum trok veel bezoekers.
A
Haar
B
Zijn

Slide 9 - Quizvraag

Naar woorden die mannelijk en vrouwelijk zijn, moet je consistent verwijzen.

Het mag allebei.
Herschrijf deze twee alinea's van een betoog. Gebruik verwijswoorden. Verbeter ook de spelfouten en fouten in de interpunctie).
timer
10:00

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Herschrijf onderstaande alinea van een betoog. Gebruik verwijswoorden.

"Het boek 'De Aanslag' is veel spannender dan 'De belofte van Pisa', omdat het boek 'De Aanslag' zich tijdens de Tweede Wereldoorlog afspeelt. Zo zorgt de setting in het boek 'De Aanslag' ervoor dat...

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Middenstuk (betoog)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw betoog
in grote lijnen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw betoog
(details)

Inleiding
  • Vragen stellen
  • Anekdote gebruiken
  • Aanleiding noemen
  • Onderwerp introduceren
  • Standpunt
Middenstuk
  • 1e Argument (kernzin) + uitleg/toelichting verwijzingen naar beide boeken.
  • 2e Argument idem
  • 3e Argument idem

*Tegenargument (zie volgende slide)

Slot
  • Conclusie
  • Samenvatting
  • Advies
  • Pakkende slotzin.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegenargumenten
Een tegenargument gebruik je om deze vervolgens op basis van bewijs te weerleggen, om met deze weerlegging je standpunt te bewijzen. Dit is een krachtige argumentatietechniek waarmee je jouw lezer als het ware voor bent.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegenargumenten formuleren
Tegenargument gebruiken in jouw betoog (stappenplan):

  • Wat is een logisch tegenargument met betrekking tot jouw standpunt?
  • Wat is het bewijs hiervoor uit het boek?
        Dit is je kernzin.  "Toch bevat boek X ook een meervoudige vertelinstantie waardoor je ook vaak op het verkeerde been wordt gezet en...

  • Maar… Waarom is dit tegenargument onjuist, en daarmee jouw standpunt juist?
  • Wat is het bewijs hiervoor uit het boek?
"Maar de meervoudige vertelinstantie zorgt voor verwarring en de tijdlijn in het verhaal, de chronologie, is daarmee moeilijk te achterhalen.

  • Wat is je conclusie; is het tegenargument onjuist op basis van het bewijs dat je hebt aangedragen en is je standpunt daarmee correct? "Ondanks het feit dat beide boeken een meervoudige vertelinstantie bevatten, blijven de gebeurtenissen in boek Y beter te volgen voor de lezer dan in boek X."

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk één tegenargument voor onderstaand standpunt:
Squid Game verdient een Oscar.

Gebruik in het tegenargument een literair begrip.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk één argument voor het onderstaande standpunt:

'Harry Potter en de Steen der Wijzen' is een beter boek dan 'In de ban van de ring'.

Werk dit argument uit in een alinea (kernzin + uitleg/toelichting + literair begrip). Doe alsof je een betoog over dit standpunt schrijft, waarbij deze alinea onderdeel uitmaakt van het middenstuk.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat? Open de Begrippenlijst Literatuur via SomToday. Download dit document. Open ook het boek Laagland (digitaal) en ga naar Cursus 1 en 2.  Ga op zoek naar de betekenissen en vul het document samen in. Let op: voor deze les alleen de begrippen op de eerste bladzijde!

Hoe? In groepje van 4. Verdeel de taken.
Tijd? Rest van de les.
Daarna? Opslaan en bespreken diverse begrippen Wheel of names.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat? Open nu jullie Schrijfplan. Vul het in ter voorbereiding op de toets.
Hoe? Met pen en papier invullen.
Tip? Pak jouw beoordelingsformulier erbij en jouw twee gelezen boeken (om naar citaten te zoeken).
Tijd? 45 minuten
Daarna? Inleveren bij docent aan het einde van de les.

Het Schrijfplan mag je raadplegen tijdens de toets!


timer
45:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde les

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies