Leesvaardigheid 34 3

Nederlands
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  1. 10 minuten lezen
  2. Leesvaardigheid H34 Samenvatten
  3. Bespreken opdr 1 t/m 3
  4. Kennis ophalen
  5. Aan het werk met opdrachten H34

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
Boek 4 lezen. Heb je nog geen boek gekozen voor periode D, kies dan voor deze les een boek uit de kast.

Slide 3 - Tekstslide

Doel van deze les
Je leert hoe je een tekst kunt samenvatten.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 1
1 a De tekst gaat over een dode bultrug die in Brazilië werd gevonden, op een verrassend tijdstip en op een vreemde plek.
b Twee van de volgende hoofdzaken: - 15 meter van de Braziliaanse kust werd een dode bultrug in de bosjes aangetroffen. - Het is een raadsel hoe het dier zo ver van de oceaan terecht kwam. - Vermoedelijk is het dier in zee gestorven en daarna door de hoge golven op het strand gespoeld. - Normaal zwemmen de dieren op dit tijdstip in het jaar niet op deze plek. - Vermoedelijk is het jonge dier zijn moeder kwijtgeraakt.

Het zijn hoofdzaken omdat ze noodzakelijk zijn voor het begrijpen van de tekst.

Twee van de volgende bijzaken:
- Het beest was ongeveer 11 meter lang.
- Het werd gevonden bij een strand in Soure, in het noorden van de Braziliaanse deelstaat Pará. - Onderzoekers denken dat het dier er al een aantal dagen lag. - Het karkas werd ontdekt door de hoeveelheid aasgieren die erboven cirkelden. - Er wordt onderzocht waarom de bultrug überhaupt bij de noordkust van Brazilië zwom.
Dit zijn bijzaken, omdat ze details geven die interessant zijn, maar niet nodig voor het begrijpen van de tekst.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 2 en 3
2 Bijvoorbeeld: Ik zou informatie uit zin 1 en 3 opnemen, want dat is de kern van de tekst: de concentratie medicijnresten in zoetwater is toegenomen en dat is schadelijk. Uit zin 6 en 7 zou ik putten om de schadelijkheid toe te lichten.

3 Bijvoorbeeld: Wanneer de zin voorkomt in een signalement van een vermiste man die wordt gezocht, dan is het een hoofdzaak. De informatie helpt de lezer om de man te herkennen en op te sporen. Als de zin voorkomt als beschrijving van een personage in een verhaal, is het waarschijnlijk een bijzaak.

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn hoofdzaken van een tekst?

Slide 7 - Open vraag

Bijzaken zijn:

Slide 8 - Woordweb

Wat is de hoofdgedachte van
een tekst?
A
gedachte uit je hoofd
B
samenvatting van een tekst in één zin
C
samenvatting van een tekst
D
één zin in de tekst

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een kernzin?
A
De kernzin is de hoofdgedachte van de tekst
B
In de kernzin staat de belangrijkste informatie uit een alinea
C
In de kernzin staat het belangrijkste uit de hele tekst

Slide 10 - Quizvraag

Waar kun je kernzin van een alinea meestal vinden?

Slide 11 - Open vraag

Het tegenovergestelde van hoofdzaken is bijzaken.

Bijzaken kunnen zijn:
A
voorbeelden
B
belangrijke informatie
C
details
D
uitleg

Slide 12 - Quizvraag


Wat is de kernzin?
A
Pubers zijn niet in staat weloverwogen een vakkenpakket te kiezen.
B
Hun hersens zijn nog lang niet volgroeid en daarom (...)

Slide 13 - Quizvraag


Wat is de kernzin?
A
Jolles beschrijft recent onderzoek naar de hersenontwikkeling van jongeren.
B
Diverse studies tonen aan dat puberhersens nog niet optimaal functioneren.
C
Bij meisjes zijn de hersenfuncties voor het maken van complexe keuzes volgroeid na hun 20ste.
D
Bij jongens ligt dat gemiddelde nog een paar jaar hoger.

Slide 14 - Quizvraag

Aan het werk
Maken H34 opdr 5 en 6

Slide 15 - Tekstslide