3.2 Nederland en de wereld (B)

Historische Context: Nederland (1848-2008)
3.2 Nederland en de wereld (B) 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Historische Context: Nederland (1848-2008)
3.2 Nederland en de wereld (B) 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
1. Leerdoelen terugkoppeling
2. Leerdoelen
3. Theorie
4. Beeldmateriaal
5. Leerdoelen terugkoppeling
6. Aan de slag en huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen terugkoppeling
1. Je kunt uitleggen wat het poldermodel is

2. Je kunt verklaren waarom de verzorgingsstaat versoberd werd.

3. Je kunt voor- en nadelen noemen van globalisering. 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt voorbeelden noemen van toenemende individualisering. 

2. Je kunt de rol van Nederland in de internationale politiek beschrijven.

3. Je kunt de verschillende vormen van jongerenculturen uit de jaren 80 en 90. 

Slide 4 - Tekstslide

Theorie
In 1983 werd de Grondwet herzien. Een belangrijke vernieuwing was het nieuwe artikel 1 ... ? 

  • 'Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.'

Slide 5 - Tekstslide

Theorie
Ook werden in de nieuwe Grondwet sociale grondrechten  opgenomen, die de overheid verplichtten een bepaald welvaarts- en welzijnsniveau te leveren. 

Wie geen geschikt onderwijs kan krijgen, of geen huis kan vinden, kan de overheid hiervoor aansprakelijk stellen. 

Sociale grondrechten = in de grondwet vastgelegde rechten waarbij de overheid de zorgplicht heeft op het gebied van onderwijs, bestaanszekerheid, huisvesting en volksgezondheid. (deze zijn dus vanaf 1983 nieuw)

Slide 6 - Tekstslide

Theorie
Met al deze nieuwe wetten konden burgers nog beter dan voorheen hun eigen boontjes doppen. 

Wat heeft het voor resultaat voor de maatschappij en samenleving als wij steeds minder hulp nodig hebben van anderen en steeds meer op ons zelf gewezen zijn .. ? 

  • Individualisering = ontwikkeling waar naar een situatie waarin het individuele belang voorrang heeft boven het groepsbelang. 


Slide 7 - Tekstslide

Theorie
Verschillende nieuwe wetten sloten aan bij het recht op het maken van individuele keuzes. Zo kwam er euthanasiewetgeving, aanpassingen in het drugsbeleid en natuurlijk werd in Nederland bijvoorbeeld het eerste homohuwelijk ter wereld voltrokken. 


Slide 8 - Tekstslide

Theorie
Nederland stond (en staat) in de rest van de wereld bekend als een vrij, welvarend en zeer tolerant land. Toch is dit maar gedeeltelijk juist(?). 

In de internationale politiek heeft Nederland ook veel en vaak van zich laten horen. Nederland was trouw lid van de NAVO, VN en EU. Niet dat iedereen in Nederland het daar mee eens was. 


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Theorie
Toch doet Nederland steeds mee met vredesmissies. Al is dat door een debacle in de jaren negentig wel minder geworden.  


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Theorie
De jongerencultuur uit de jaren zestig ging uit steeds meer subculturen bestaan. Jongeren ontwikkelde een eigen stijl waarbij hun sociale en etnische afkomst vaak een rol speelde. 

  


Slide 14 - Tekstslide

Theorie
Punkbeweging (jaren 70, 80)
antiautoritair en anti consumptiemaatschappij. 

  


Slide 15 - Tekstslide

Theorie
Krakers
Militante jongerenbeweging die uit protest tegen vele leegstaande woningen (ondanks woningtekort) panden kraakten. Wel meer politiek verbonden. 
'Geen woning, geen kroning.' 

  


Slide 16 - Tekstslide

Theorie
Anders:
Rap en hiphop (opzichtig materialisme)
en .. ? 


  


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Aan de slag 
1. Lees de methode en/of de LessonUps goed door.

2. Maak de opdrachten 1, 2, 4, 5 en 6 (handig voor toets).

3. Lees alvast vooruit paragraaf 10.2 uit methode. 

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt voorbeelden noemen van toenemende individualisering. 

2. Je kunt de rol van Nederland in de internationale politiek beschrijven.

3. Je kunt de verschillende vormen van jongerenculturen uit de jaren 80 en 90. 

Slide 20 - Tekstslide