V4 - TH4 (V5) - DNA - BS7

Thema 4 (V5) DNA

BS6 - Genetische variatie  
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 4 (V5) DNA

BS6 - Genetische variatie  

Slide 1 - Tekstslide

puntmutatie 
op het niveau van de DNA sequentie 
  • verandering van 1 nucleotide
  • wordt doorgegeven na 
       replicatie aan de volgende cel
  • substitutie = vervangen
  • deletie  = verwijderen
  • insertie = toevoegen
insertie
deletie
substitutie

Slide 2 - Tekstslide

genoom mutaties
ontstaan tijdens de celdeling 
meiose 

Slide 3 - Tekstslide

meiose 
binas 76
start -> geen synthese
  • 1 cel (2n) diploide
  • 92 chromatiden
resultaat 
  • 4 cellen (n) haploïde
  • elk 23 chromatiden

Slide 4 - Tekstslide

meiose 
zo ontstaan nieuwe 
combinatie genen
 = recombinatie

Slide 5 - Tekstslide

genoommutaties

Slide 6 - Tekstslide

genoommutatie 
op het niveau van het chromosoom 
  • dus meerdere genen bij betrokken
  • tijdens de meiose (celdeling voor eicel/spermacel)
  • stukken maar ook hele delen van het chromosoom kunnen vermenigvuldigd worden of verdwijen

Slide 7 - Tekstslide

genoommutatie 
non-disjunctie
  • beide chromosomen gaan naar dezelfde pool
  • ontstaan van bijvoorbeeld trisomie-21 = down syndroom


Slide 8 - Tekstslide

genoommutatie
= crossing over 

Slide 9 - Tekstslide

oorzaken van mutaties
  • spontaan / foutje van de natuur
  • straling (radioactief , röntgen, UV)
  • mutagene stoffen (sigaretten rook, asbest, alcohol)
  • virussen (humaan papiloma virus HPV)

Slide 10 - Tekstslide

stralingsschade 
Clarance Madison Dally (1865-1904)
maakte rond 1900 röntgenbuizen 
waarschijnlijk eerste Amerikaan
die stierf aan stralingsexperimenten


Slide 11 - Tekstslide

Wat aan DNA fouten te doen? 
DNA-reparatie 
  • mutaties die tijdens replicatie ontdekt worden worden gerepareerd
  • tumorsupressorgenen zorgen ervoor dat de cel niet door de check komt en niet verder deelt 
  • bij onherstelbare schade gaat de cel dood

Slide 12 - Tekstslide

Let op! 
Mutaties hoeven niet altijd slecht te zijn!

  • draagt bij aan de (bio)diversiteit!
  • kan leiden tot betere eigenschappen!

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen van mutaties
Als:
  • DNA-replicatie-checks niet goed gaan
  • celdeling checks niets opmerken
of
  • de mutatie in een gen zit betrokken bij de celdeling 
  • de mutatie in een gen zit betrokken bij de differentiatie 
dan kunnen er tumoren ontstaan.

Slide 14 - Tekstslide

Het ontstaan van kanker
regulatie van celgroei en differentiatie door:
  • proto-oncogenen

mutatie in Proto-oncogen kan leiden tot:
  • oncogen
  • ontstaan van een gezwel (tumor)

Slide 15 - Tekstslide

Het ontstaan van kanker
2 soorten tumoren
  • goedaardig
  • kwaadaardig



Slide 16 - Tekstslide

Het ontstaan
van kanker

uitzaaiingen = metastasen

losgeraakte cellen die
zich verspreiden via 
bloedvaten of 
lymfevaten 

Slide 17 - Tekstslide

De behandeling
goedaardig
  • verwijdering 
kwaadaardig
  • verwijdering + 
omliggend weefsel
  • bestraling

metastasen:
  • chemo



Slide 18 - Tekstslide

De behandeling
chemotherapie 
  • cytostatica
  • celgroei remmende  
       medicatie

    bestraling:
    • stralen doden de cellen



    Slide 19 - Tekstslide

    goedaardige tumor? 

    Slide 20 - Tekstslide

    Thema 4 (V5) DNA

    BS7 - Biotechnologie 

    Slide 21 - Tekstslide

    Leerdoel BS 7
    Na deze BS kan je: 
    • verschillende technieken en toepassingen van biotechnologie beschrijven

    Slide 22 - Tekstslide

    Begrippen BS 7
    biotechnologie
    polyploïdie
    kloon
    genetische modificatie
    ggo
    transgeen
    recombinant-DNA-techniek
    transgenese
    cisgenese
    reverse-transcriptase
    complementair DNA /
     copy DNA/ 
    cDNA
    antisense-DNA
    knock-outgen

    Slide 23 - Tekstslide

    biotechnologie
    technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens

    - gist -> bier, wijn, brood
    - enzymen -> kaas
    - melkzuurbacteriën -> yoghurt 

    Slide 24 - Tekstslide

    biotechnologie in de landbouw
    - al eeuwen gebruikt
    • veredeling
    • vergroting opbrengst
    • polyploïdie (colchicine)
    Afwijking van het aantal chromosomen (te veel).

    Slide 25 - Tekstslide

    polyploïdie 
    • colchicine - lost het spoelfiguur op 
    • chromatiden splitsen wel, maar cel deelt niet verder
    • hierdoor meer chromosomen per cel

    Slide 26 - Tekstslide

    genetische modificatie
    • ggo (genetisch gemodificeerd organisme)
    • het wijzigen van de genetische eigenschappen van een organisme
    • organismen worden dan transgeen

    vb.: appel die minder snel bruin wordt

    Slide 27 - Tekstslide

    Hoe modificeer je een organisme genetisch? 

    • dmv. recombinant-DNA-technieken
    • nucleotiden worden gewijzigd in een organisme

    • gebruik van DNA en plasmiden
    • doel het produceren van een ander  of extra eiwit (eventueel van een ander organisme) 

    Slide 28 - Tekstslide

    transgenese vs. cisgenese 

    Slide 29 - Tekstslide

    DNA plakken en knippen, hoe?
    • restrictie enzymen = knippen
    • ligase = plakken
    • in plasmide (circulair DNA in bacterie) = vector
    • copyDNA -> gen van interesse zonder de intronen (alleen het gewenste gen) (gemaakt vanaf het mRNA en een reverse transcriptase).
    • gastheercel

    Slide 30 - Tekstslide

    Slide 31 - Tekstslide

    BiNaS 
    71m1

    mbv. bacteriën

    Slide 32 - Tekstslide

    Genetische modificatie 
    mbv virus
    •  speciale virussen
    • DNA kan worden ingebouwd
            in gastheercel DNA
    • RNA kan NIET worden 
           ingebouwd

    Slide 33 - Tekstslide

    klonen
    nakomelingen ontstaan uit één individu 
    = genetisch identiek

    natuurlijk en door de mens geïntroduceerd

    Slide 34 - Tekstslide

    klonen
    planten die zich voortplanten 
    door celdeling = kloon
    • uitlopers
    • knollen
    • knoppen
    • bollen
    • stekken
    • klonen
    • of in een lab

    Slide 35 - Tekstslide

    klonen: celkerntransplantatie

    Slide 36 - Tekstslide

    toevoegen antisense-DNA
    DNA dat werkt als repressor, zo blokkade in cel van ziekte makend gen

    Slide 37 - Tekstslide

    Door welke eigenschap kan het DNA tussen levende organismen worden uitgewisseld?
    A
    ze hebben allemaal circulair DNA
    B
    ze bestaan allemaal uit ATCG
    C
    door de mogelijkheid geïnfecteerd te worden
    D
    genen komen overeen

    Slide 38 - Quizvraag

    Door genetische modificatie kunnen landbouwgewassen gemaakt worden die beter bestemd zijn tegen parasieten.
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 39 - Quizvraag

    Het is een voordeel dat resistentie voor landbouwgiffen in de natuur terecht kunnen komen.
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 40 - Quizvraag

    Een plant waarbij het DNA is aangepast heet een
    A
    genetisch gemodificeerde plant
    B
    ggg
    C
    virus infectie
    D
    bacterie

    Slide 41 - Quizvraag

    Groeihormoon dat momenteel als geneesmiddel voor de mens wordt gebruikt, wordt op grote schaal gemaakt door bacteriën waaraan door genetische manipulatie menselijk DNA is toegevoegd. Dat geldt ook voor het hormoon insuline. Deze hormonen zijn zeer geschikt om via genetische manipulatie te worden geproduceerd, omdat ze beide tot een bepaalde groep stoffen behoren.
    Tot welke van de volgende groepen stoffen behoren deze hormonen?
    A
    eiwit
    B
    mineralen
    C
    koolhydraten (suiker)
    D
    vetten

    Slide 42 - Quizvraag

    Wat gebeurt er bij recombinant-DNA-techniek?
    A
    Twee verschillende organismen wisselen via plasmiden stukjes DNA uit zodat er nieuwe combinaties ontstaan
    B
    Een deel van het DNA van een organisme wordt in een ander organisme gebracht
    C
    Door het enzym reverse transcriptase wordt RNA omgezet in DNA. Dit DNA heeft een andere combinatie van genen
    D
    Een plasmide van een bacterie wordt overgebracht in een andere cel

    Slide 43 - Quizvraag

    Vragen??? 
    aan de slag 
    opdracht 49/50/53 / 56

    Slide 44 - Tekstslide