mutaties die tijdens replicatie ontdekt worden worden gerepareerd
tumorsupressorgenen zorgen ervoor dat de cel niet door de check komt en niet verder deelt
bij onherstelbare schade gaat de cel dood
Slide 12 - Tekstslide
Let op!
Mutaties hoeven niet altijd slecht te zijn!
draagt bij aan de (bio)diversiteit!
kan leiden tot betere eigenschappen!
Slide 13 - Tekstslide
Gevolgen van mutaties
Als:
DNA-replicatie-checks niet goed gaan
celdeling checks niets opmerken
of
de mutatie in een gen zit betrokken bij de celdeling
de mutatie in een gen zit betrokken bij de differentiatie
dan kunnen er tumoren ontstaan.
Slide 14 - Tekstslide
Het ontstaan van kanker
regulatie van celgroei en differentiatie door:
proto-oncogenen
mutatie in Proto-oncogen kan leiden tot:
oncogen
ontstaan van een gezwel (tumor)
Slide 15 - Tekstslide
Het ontstaan van kanker
2 soorten tumoren
goedaardig
kwaadaardig
Slide 16 - Tekstslide
Het ontstaan
van kanker
uitzaaiingen = metastasen
losgeraakte cellen die
zich verspreiden via
bloedvaten of
lymfevaten
Slide 17 - Tekstslide
De behandeling
goedaardig
verwijdering
kwaadaardig
verwijdering +
omliggend weefsel
bestraling
metastasen:
chemo
Slide 18 - Tekstslide
De behandeling
chemotherapie
cytostatica
celgroei remmende
medicatie
bestraling:
stralen doden de cellen
Slide 19 - Tekstslide
goedaardige tumor?
Slide 20 - Tekstslide
Thema 4 (V5) DNA
BS7 - Biotechnologie
Slide 21 - Tekstslide
Leerdoel BS 7
Na deze BS kan je:
verschillende technieken en toepassingen van biotechnologie beschrijven
Slide 22 - Tekstslide
Begrippen BS 7
biotechnologie
polyploïdie
kloon
genetische modificatie
ggo
transgeen
recombinant-DNA-techniek
transgenese
cisgenese
reverse-transcriptase
complementair DNA /
copy DNA/
cDNA
antisense-DNA
knock-outgen
Slide 23 - Tekstslide
biotechnologie
technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens
- gist -> bier, wijn, brood
- enzymen -> kaas
- melkzuurbacteriën -> yoghurt
Slide 24 - Tekstslide
biotechnologie in de landbouw
- al eeuwen gebruikt
veredeling
vergroting opbrengst
polyploïdie (colchicine)
Afwijking van het aantal chromosomen (te veel).
Slide 25 - Tekstslide
polyploïdie
colchicine - lost het spoelfiguur op
chromatiden splitsen wel, maar cel deelt niet verder
hierdoor meer chromosomen per cel
Slide 26 - Tekstslide
genetische modificatie
ggo (genetisch gemodificeerd organisme)
het wijzigen van de genetische eigenschappen van een organisme
organismen worden dan transgeen
vb.: appel die minder snel bruin wordt
Slide 27 - Tekstslide
Hoe modificeer je een organisme genetisch?
dmv. recombinant-DNA-technieken
nucleotiden worden gewijzigd in een organisme
gebruik van DNA en plasmiden
doel het produceren van een ander of extra eiwit (eventueel van een ander organisme)
Slide 28 - Tekstslide
transgenese vs. cisgenese
Slide 29 - Tekstslide
DNA plakken en knippen, hoe?
restrictie enzymen = knippen
ligase = plakken
in plasmide (circulair DNA in bacterie) = vector
copyDNA -> gen van interesse zonder de intronen (alleen het gewenste gen) (gemaakt vanaf het mRNA en een reverse transcriptase).
gastheercel
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
BiNaS
71m1
mbv. bacteriën
Slide 32 - Tekstslide
Genetische modificatie
mbv virus
speciale virussen
DNA kan worden ingebouwd
in gastheercel DNA
RNA kan NIET worden
ingebouwd
Slide 33 - Tekstslide
klonen
nakomelingen ontstaan uit één individu
= genetisch identiek
natuurlijk en door de mens geïntroduceerd
Slide 34 - Tekstslide
klonen
planten die zich voortplanten
door celdeling = kloon
uitlopers
knollen
knoppen
bollen
stekken
klonen
of in een lab
Slide 35 - Tekstslide
klonen: celkerntransplantatie
Slide 36 - Tekstslide
toevoegen antisense-DNA
DNA dat werkt als repressor, zo blokkade in cel van ziekte makend gen
Slide 37 - Tekstslide
Door welke eigenschap kan het DNA tussen levende organismen worden uitgewisseld?
A
ze hebben allemaal circulair DNA
B
ze bestaan allemaal uit ATCG
C
door de mogelijkheid geïnfecteerd te worden
D
genen komen overeen
Slide 38 - Quizvraag
Door genetische modificatie kunnen landbouwgewassen gemaakt worden die beter bestemd zijn tegen parasieten.
A
juist
B
onjuist
Slide 39 - Quizvraag
Het is een voordeel dat resistentie voor landbouwgiffen in de natuur terecht kunnen komen.
A
juist
B
onjuist
Slide 40 - Quizvraag
Een plant waarbij het DNA is aangepast heet een
A
genetisch gemodificeerde plant
B
ggg
C
virus infectie
D
bacterie
Slide 41 - Quizvraag
Groeihormoon dat momenteel als geneesmiddel voor de mens wordt gebruikt, wordt op grote schaal gemaakt door bacteriën waaraan door genetische manipulatie menselijk DNA is toegevoegd. Dat geldt ook voor het hormoon insuline. Deze hormonen zijn zeer geschikt om via genetische manipulatie te worden geproduceerd, omdat ze beide tot een bepaalde groep stoffen behoren. Tot welke van de volgende groepen stoffen behoren deze hormonen?
A
eiwit
B
mineralen
C
koolhydraten (suiker)
D
vetten
Slide 42 - Quizvraag
Wat gebeurt er bij recombinant-DNA-techniek?
A
Twee verschillende organismen wisselen via plasmiden stukjes DNA uit zodat er nieuwe combinaties ontstaan
B
Een deel van het DNA van een organisme wordt in een ander organisme gebracht
C
Door het enzym reverse transcriptase wordt RNA omgezet in DNA. Dit DNA heeft een andere combinatie van genen
D
Een plasmide van een bacterie wordt overgebracht in een andere cel