Les 5, oefenen

Welkom!
Natuurkunde - 2hv  Les 5
  • Herhalen
  • Dichtheid
  • Oefenen met diagnostische toets

  • Slabakken
Lesplanning
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Natuurkunde - 2hv  Les 5
  • Herhalen
  • Dichtheid
  • Oefenen met diagnostische toets

  • Slabakken
Lesplanning

Slide 1 - Tekstslide

Natuurkunde, scheikunde 
en biologie
verklaren verschijnselen in de natuur.

Slide 2 - Tekstslide


Onderzoeksvraag en conclusie

  • Onderzoeksvraag:
    Wat is de temperatuur in het klaslokaal?
  • Hypothese: 20 ⁰C
  • Experiment: Je leest een thermometer af
  • Conclusie:
    De temperatuur in het klaslokaal is 22 ⁰C. 

Slide 3 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
Een grootheid kan je meten, je drukt dit uit in een eenheid, het getal dat erbij hoort heet de meetwaarde
Grootheden          Meetwaarde           Eenheden 
  
De lengte van de Eiffeltoren is 300 meter
De snelheid van een F1 auto kan oplopen tot 375 km/h

Slide 4 - Tekstslide


Gevaren-symbolen

Slide 5 - Tekstslide

Moleculen
Elke stof bestaat uit heel kleine bouwsteentjes: moleculen.
De stof water bestaat dus uit watermoleculen.
Eén watermolecuul heeft een doorsnede van ongeveer:




0,000 000 000 15 meter
  • dat betekent dat je ongeveer 7 000 000 000 watermoleculen op een rij kunt leggen in 1 meter!
  • dat is bijna net zoveel moleculen
    als er mensen op de wereld zijn!

Slide 6 - Tekstslide

mengsel:
meerdere soorten moleculen

zuivere stof:
één soort moleculen

Slide 7 - Tekstslide

We kennen twee soorten mengsels: 
Zuivere stoffen en mengsels
  • Oplossing
  • is helder 
  • kan een kleur hebben
  • bestaat uit oplosmiddel
  • en opgeloste stof
  • Suspensie
  • is troebel 
  • is wit of gekleurd
  • bestaat uit vloeistof
  • en vaste stof

Slide 8 - Tekstslide

Massa

Massa (m) is een maat voor de hoeveelheid stof.
Dit drukken we uit in aantal kilogrammen (kg) ​ 
De massa van een voorwerp is overal hetzelfde​

Kilogram kan je ook omrekenen naar gram(g) en miligram(mg). Dit zijn stappen van 1000​ 

Massa kan je bepalen met een weeginstrument​ 







Belangrijk:​ goed kunnen omrekenen van kg naar g naar mg en anders om

Slide 9 - Tekstslide

Volume
Volume (V) geeft aan hoeveel ruimte een voorwerp in beslag neemt.​
De standaard eenheid is m3

De afgeleide eenheden van m3 zijn bijvoorbeeld dm3, cm3 en mm3​
1 m3 = 1000 dm3 en 1 dm3 = 1000 cm3

Een andere naam voor dm3 liter (L).
1 L = 1 dm3

Een afgeleide eenheid van liter is mL ( 1L = 1000 mL)​





Slide 10 - Tekstslide

Volume bepalen
Volume rechthoekig voorwerp:


Volume cilinder:

Slide 11 - Tekstslide

Verschillen in dichtheid
De dichtheid zegt nog meer. Iets met een kleine dichtheid ligt altijd boven op iets met een grote dichtheid. 

Slide 12 - Tekstslide

Dichtheid(3)
De formule van dichtheid is                                 

Dit kan je ook in symbolen opschrijven                          ,      (     betekent rho)

De eenheid van dichtheid is       /
cm3
g
ρ=vm
dichtheid=volumemassa
ρ

Slide 13 - Tekstslide

Rekenen met dichtheid
Je kan de formule van dichtheid ook om-schrijven met de driehoek


ρ=vm

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
Maak de volgende opdrachten op je laptop, in stilte:
Nova -> Hoofdstuk 1 -> afsluiting -> Diagnostische toets -> opdrachten 1-9
5 minuten stil, geen vragen
5 minuten rustig overleggen
Klaar? Ga verder met de
diagnostische toets van hoofdstuk 2

timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Slabakken
1. Maak een lijstje met 10 lastige begrippen of formules uit hoofdstuk 1 en 2, schrijf deze op losse blaadjes en vouw ze dubbel. (5 minuten)
2. Maak groepjes van 3 of 4 en hussel alle blaadjes door elkaar
3. Een voor een pakt iemand een blaadje en gaat wat hierop staat omschrijven zonder het woord te noemen.
De rest moet raden wat het is.
4. Als je alle blaadjes gehad hebt 
ga je het woord uitbeelden.
Dit doen we tot 13:45

timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Maak de volgende opdrachten, in stilte
Nova -> Hoofdstuk 2 -> afsluiting -> Diagnostische toets ->
opdrachten 1-4 & 10-20

10 minuten rood, niet overleggen, geen vragen
Daarna oranje tot ........., rustig overleggen
Klaar? Maak een lijstje met wat
wel en wat niet goed ging

timer
8:00

Slide 17 - Tekstslide