V6-TH2 Transport BS1 Bs2

Is deze bloedsomloop open of gesloten? En enkelvoudig of dubbel?
A
Open, enkelvoudig
B
Open, dubbel
C
Gesloten, enkelvoudig
D
Gesloten, dubbel
1 / 44
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Is deze bloedsomloop open of gesloten? En enkelvoudig of dubbel?
A
Open, enkelvoudig
B
Open, dubbel
C
Gesloten, enkelvoudig
D
Gesloten, dubbel

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vissen hebben een
A
Enkelvoudige gesloten bloedsomloop
B
Enkelvoudige open bloedsomloop
C
Dubbele gesloten bloedsomloop
D
Dubbele open bloedsomloop

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welke bloedsomloop is bloedvat 1 een onderdeel?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de stroomrichting van de kleine bloedsomloop?
1.
2
3.
4.
5.
Rechterkamer
Longslagader
Longen
Longader
Linkerboezem

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bloedsomloop wordt beschreven? Hart - Slagaders - Alle organen - Aders - Hart
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoort dit diagram bij de grote of de kleine bloedsomloop?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Thema 2 - Transport
In de onderbouw is er al veel voorbij gekomen over transport in je lichaam. Deze lessonup is verdeeld in de basisstoffen van het boek en bestaat uit een reeks van vragen. Deze vragen gaan voornamelijk over 'bekende' stof en voor een deel over nieuwe stof uit de desbetreffende basisstof.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 1 Transportsystemen
Leerdoelen:
- Je kunt de verschillende circulatiesystemen bij eukaryoten herkennen en de functie van de bloedsomloop benoemen
- Je kunt de embryonale bloedsomloop van de mens beschrijven en verschillen en overeenkomsten aangeven met de bloedsomloop na de geboorte 
BiNaS 84B zoekterm: foetale bloedsomloop

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Homeostase

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transport
Thema 2

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bouw van het buizenstelsel past bij de leefwijze van het dier...

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transport van stoffen
  • Eencellige organismen: diffusie
  • Planten: houtvaten en bastvaten
  • Geleedpotigen: open circulatiesysteem + buisvormig hart
  • Regenworm: bloedsomloop met meerdere harten
  • Vis: enkelvoudige bloedsomloop (hart (B+K) -> kieuwen -> organen)
  • Dieren: circulair gesloten dubbele bloedsomloop + pomp (hart) = effectief, over grote afstanden mogelijk en draagt bij aan homeostase in lichaam


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hart is het middelpunt van de bloedsomloop
Binas 84C2 bloedvaten
Pak Binas 84A erbij

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine bloedsomloop

hart -> longen -> hart

  1. Rechterkamer
  2. Longslagader
  3. Haarvaten van de longen
  4. Longader
  5. Linkerboezem

Longslagader: WEINIG zuurstof & VEEL koolstofdioxide
Longader: VEEL zuurstof & WEINIG koolstofdioxide

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote bloedsomloop

hart -> organen -> hart


  1. Linkerkamer
  2. Aorta
  3. Slagader -> orgaan
  4. Haarvat van orgaan
  5. Orgaan -> ader
  6. Holle ader
  7. Rechterboezem
Slagaders: VEEL zuurstof & WEINIG koolstofdioxide
Aders: WEINIG zuurstof & VEEL koolstofdioxide


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Embryonale bloedsomloop
Binas 84B
- Ovale venster
- Ductus Botalli

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe stroomt het bloed door het hart?
  1. Rechterkamer
  2. Longslagader
  3. Longen
  4. Longader
  5. Linkerboezem
  6. Linkerkamer
  7. Aorta
  8. Slagader orgaan
  9. Orgaan
  10. Ader orgaan
  11. Holle ader
  12. Rechterboezem

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ALLES WAT BLAUW = ZUURSTOFARM

Het bloed komt net terug van een hele reis door het lichaam en heeft zuurstof opgegeven aan de lichaamscellen(zuurstofarm). Hij gaat nu naar de longen om weer zuurstof op te halen.
ALLES WAT ROOD = ZUURSTOFRIJK

Het bloed komt net terug van een reisje naar de longen, daar heeft  hij zuurstof opgenomen (en koolstofdioxide uitgegeven) van de longen. Dit gebeurde in de kleine bloedsomloop.

Slide 21 - Tekstslide

Uitleg aan de hand van de afbeeldingen op blz. 51 tekstboek.
Binas 84C1
  • De kransslagaders voorzien het hart zelf van zuurstof en voedingsstoffen.

  • De kransaders van het hart voeren zuurstofarm bloed met afvalstoffen naar een holle ader.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  • Hartkleppen tussen de boezems en de kamers
  • Slagaderkleppen (halvemaanvormige kleppen) in de aorta en longslagader

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een hartslag gaat in 3 stappen
(Binas 84D1)

Harttonen in Binas 84D3 -> bloed slaat tegen hart- en slagaderkleppen aan

Hartruis: kleppen sluiten niet goed
-> gevolg???

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartslagfrequentie
De snelheid waarmee impulsgeleiding verloopt vanuit sinusknoop
ECG (Binas 84D2)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regeling BD
Receptoren in wand halsslagaders en aorta meten BD -> te laag (onder normwaarde)? seintje naar hersenstam = hogere HR

Negatieve terugkoppeling
Ook invloed van adrenaline

Wat is het slagvolume?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bloedvaten rond het hart
  • De kransslagaders voorzien het hart zelf van zuurstof en voedingsstoffen.
  • Alle aders (behalve longaders) komen uit in twee holle aders. Ook de kransaders van het hart voeren zuurstofarm bloed met afvalstoffen naar een holle ader.

-> verstopping slagader = hartinfarct

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedvatenstelsel
Drie typen bloedvaten
(Binas 84C2)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voordeel van een gesloten circulatiesysteem vs een open circulatie systeem?
A
er is geen voordeel
B
transport van stoffen is effectiever
C
transport over langere afstand mogelijk
D
transport effectiever en over langere afstand mogelijk

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk organisme hoort deze bloedsomloop?
A
Mens
B
Mossel
C
Makreel
D
Mier

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan welke stellingen juist - en onjuist 
zijn als het gaat om insecten? 
Juist
Onjuist
Het bloed stroomt steeds in bloedvaten
Het bloed vervoert voedingsstoffen
Het bloed vervoert voedingsstoffen en zuurstof
Het hart bestaat uit 1 boezem en 1 kamer

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bloedsomloop begint in de linkerharthelft?
A
Grote Bloedsomloop
B
Kleine Bloedsomloop

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen in het bloed en koolstofdioxide afgegeven?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een dubbele bloedsomloop gaat een rode bloedcel van voet naar hersenen ? keer door het hart?
A
1
B
2
C
3
D
0

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens een operatie is een patiënt aangesloten op een hart-longmachine. De taak van welke bloedsomloop wordt overgenomen door de machine?
A
Alleen de kleine bloedsomloop
B
Alleen de grote bloedsomloop
C
Zowel de kleine als de grote bloedsomloop

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende zinnen gaat over vervoer van stoffen in een vis?
A
Het bloed bevat geen rode bloedkleurstof
B
Het bloed vervoert alleen maar voedingsstoffen
C
Het bloed stroomt vrij door het lichaam
D
Het hart bestaat uit 1 boezem en 1 kamer

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende stellingen over vissen is juist?
A
Het bloed stroomt door een gesloten bloedsomloop
B
Het bloed stroomt van achter naar voren door het lichaam
C
Het bloed vervoert alleen voedingsstoffen
D
Het hart heeft twee kamers

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is ruimte A een kamer
of een boezem?
En bevat deze ruimte
zuurstofarm
of zuurstofrijk bloed?
A
kamer, zuurstofarm
B
kamer, zuurstofrijk
C
boezem, zuurstofarm
D
boezem, zuurstofrijk

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk
Lees BS1 en maak opgave maken: 34 t/m 40 

timer
5:00

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies