Engels h4

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

steppingstones.online.noordhoff.nl

wanneer gebruik je een duurvorm in de verleden tijd?

1. als je nu iets doet
2. als je iets deed
3. als je iets aan het doen bent
4. als je iets gaat doen

Past simple

Yesterday he cycled to the supermarket

*  – ed achter het ww

*  Onregelmatige ww leren!

Past continuous

Yesterday he was cycling to school when he got a flat tyre

* Onderbroken actie - Iets is aan de gang en wordt onderbroken.

* De actie die het langste duurt - Past continuous

In welke tijd staat deze zin?
We played football yesterday.

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Toekomende tijd

In welke tijd staat deze zin?
I walk to school every day.

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Toekomende tijd

In welke tijd staat deze zin?
How are we ever going to survive this school year?

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Toekomende tijd

In welke tijd staat deze zin?
Tomorrow you are going to make a test.

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Toekomende tijd

In welke tijd staat deze zin?
My mother will be so angry when I get home...

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Toekomende tijd

welke zin is ontkennend?

1. the football training starts at 7 o'clock
2. the football traing doesn't start at 7 o'clock
3. does the footbll training start at7 o'clock

Toekomende tijd:
We ...... our holiday in Spain. (spend)

1. go to spend
2. are going to spend
3. are spent
4. go spending

Future

Toekomende tijd

Will / going to

=

Zullen gaan / gaan