hoofdstuk 2

hoofdstuk 1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 1

Slide 1 - Tekstslide

Bevolkingsspreiding is .....
A
het gemiddeld aantal inwoners per km2.
B
de manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is.
C
het gelijkmatig verdelen van de bevolking over een bepaald gebied.
D
hetzelfde als bevolkingsdichtheid.

Slide 2 - Quizvraag

Bevolkingsdichtheid
A
Hoever mensen van elkaar afwonen in een bepaald gebied.
B
Het aantal mensen gedeeld door de oppervlakte van het land
C
Enorme groei van het aantal inwoners in de steden.
D
Een wijk met kleine woningen die dicht bij het centrum werd gebouwd voor de fabrieksarbeiders.

Slide 3 - Quizvraag

Levensverwachting
A
het gemiddeld aantal jaren dat de inwoners van een land zullen leven
B
Samenstelling van de bevolking in verschillende leeftijdsgroepen
C
Verdeling van mensen over een land of gebied
D
Gemiddeld aantal inwoners per km²

Slide 4 - Quizvraag

In wat voor landen is er geen tot weinig geboortebeperking
A
Arme landen
B
Rijke landen

Slide 5 - Quizvraag

een goed voorbeeld van levensomstandigheden is:
A
goed voedsel
B
betere hygiëne
C
betere riolering
D
zowel a, b als c is goed

Slide 6 - Quizvraag

In Mali zijn de levensomstandigheden goed.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met leeftijdsopbouw van een bevolking?
A
Het aantal geboorten per jaar
B
De verdeling van de bevolking over verschillende leeftijdsgroepen
C
Het aantal mensen dat elk jaar migreert
D
De gemiddelde leeftijd waarop mensen trouwen

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Leg het verschil tussen natuurlijke en sociale bevolkingsgroei uit.

Slide 10 - Open vraag

emigrant


A
Iemand die vertrekt uit een gebied of land.
B
Iemand die vertrekt naar een gebied of land.
C
Iemand die zich vestigt in een gebied of land.
D
Iemand die zich vestigt uit een gebied of land.

Slide 11 - Quizvraag

Immigranten zijn:
A
Mensen die in een ander land aankomen om daar te wonen
B
Mensen die voor hun werk heen en weer reizen
C
Mensen die in een land aankomen voor vakantie
D
Mensen die uit hun land weggaan om ergens anders te wonen

Slide 12 - Quizvraag

Welke redenen zijn er om te migreren?
A
Arbeid, economie, sociaal en normen/waarden.
B
Arbeid, reizen, sociaal en politiek.
C
Arbeid, economie, sociaal en politiek
D
Arbeid, economie, vakantie en politiek.

Slide 13 - Quizvraag

Een boek is een cultuuruiting van een land.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een traditie?
A
Een gewoonte die je zelf hebt bedacht
B
Een gewoonte die doorgegeven is door bijv. je ouders
C
Een gewoonte waar je beter mee kunt stoppen
D
Een gewoonte

Slide 15 - Quizvraag

Een cultuurgebied is
A
Een gebied waar veel toeristen komen
B
Een gebied waar een gemeenschappelijke cultuur is
C
Een gebied waar mensen hetzelfde geloof hebben
D
Een gebied waar cultuurelementen niet meer worden gebruikt

Slide 16 - Quizvraag

Wat is cultuurverspreiding?
A
Het verhuizen naar een ander land.
B
Het leven naast elkaar van mensen uit verschillende culturen.
C
Het meenemen van gewoontes en gebruiken naar een ander land.
D
Het overnemen van elkaars eetgewoontes.

Slide 17 - Quizvraag

Welke omschrijving is juist bij het begrip 'bevolkingssamenstelling'?
A
Het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer in een gebied of land.
B
De manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is.
C
De manier waarop de bevolking is opgebouwd waarbij naar leeftijd, geslacht en herkomst wordt gekeken.
D
Een grafiek waarin je per leeftijdsgroep het aantal mannen en vrouwen kunt aflezen.

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noem je het land waar je geboren bent?
A
Terugkomland
B
Herkomstland
C
Moederland
D
Eigen land

Slide 19 - Quizvraag

Zijn er in Nederland regionale verschillen in cultuur? leg je antwoord uit

Slide 20 - Open vraag

Vergrijzing is....
A
toename van het aantal jongeren
B
afname van het aantal jongeren
C
toename van het aantal ouderen
D
afname van het aantal jongeren

Slide 21 - Quizvraag

Noem 3 migratiemotieven om naar Nederland te komen.

Slide 22 - Open vraag