Dit leek natuurlijk de makkelijkste woordsoort, maar... Nederlands zou Nederlands niet zijn als ze ook deze categorie weer kunnen verdelen in twee soorten. Hier hebben we het vorig jaar ook over gehad!
- hulpwerkwoorden
- zelfstandige werkwoorden
Slide 8 - Tekstslide
Je kent als het goed is...
- hulpwerkwoorden
Hulpwerkwoorden helpen het zelfstandige werkwoord in de zin. Je zou ze eventueel weg kunnen laten.
- zelfstandige werkwoorden.
Zelfstandige werkwoorden zijn de belangrijkste werkwoorden in de zin. Je kan ze niet weglaten!
Zelfstandige werkwoorden staan meestal aan het einde van de zin (als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is dit het zelfstandig werkwoord)
Slide 9 - Tekstslide
Kijk maar even mee...
Ik heb gisteren gefietst.
Het belangrijkste werkwoord is gefietst.
Je zou namelijk ook kunnen zeggen: Ik fietste gisteren.
heb = hww en gefietst = zww
Maaike en Mirjam liepen door de stad
Er staat maar 1 werkwoord in deze zin (als er maar één werkwoord in de zin staat, is dat het zww)
Liepen = zww
Slide 10 - Tekstslide
En in deze zinnen?
Vandaag ben ik begonnen met het huiswerk van geschiedenis.
Vanwege een ongeluk is de rechterrijbaan afgesloten.
Ik ga altijd op de fiets naar school.
Mijn kat Pien ligt graag te slapen in de vensterbank.
Slide 11 - Tekstslide
Koppelwerkwoord
Tot nu toe kennen we:
zelfstandige werkwoorden
& hulpwerkwoorden
Zelfstandige werkwoorden zijn de belangrijkste werkwoorden in een zin.
Je kan ze niet weglaten.
Hulpwerkwoorden ondersteunen daarbij.
Slide 12 - Tekstslide
Koppelwerkwoord
Daar komt nu een nieuwe werkwoordsvorm bij:
het koppelwerkwoord.
In een zin kan je dan te maken hebben met
OF een zelfstandig werkwoordOF een koppelwerkwoord, maar nooit allebei.
Daarnaast kunnen er nog hulpwerkwoorden in de zin staan.
Slide 13 - Tekstslide
Koppelwerkwoord
Het verschil tussen een zelfstandig werkwoord en een koppelwerkwoord is het volgende.
1. Een zelfstandig werkwoord doet iets, geeft een handeling aan.
2. Een koppelwerkwoord is iets. Geeft een eigenschap of toestand aan het onderwerp.
Kijk maar eens mee:
Slide 14 - Tekstslide
Koppelwerkwoord
De flat tegenover ons huis wordt gesloopt.
- wordt gesloopt - belangrijkste werkwoord = gesloopt, gesloopt geeft duidelijk aan dat er iets gebeurt. Er is een handeling. Is dus ZWW.
De flat tegenover ons huis wordt erg mooi.
- wordt - belangrijkste werkwoord is wordt. Er gebeurt niet iets. De flat = iets. Je kan het koppelwerkwoord in deze zin dus veranderen in =-teken. In dat geval is het een koppelwerkwoord.
Slide 15 - Tekstslide
Koppelwerkwoord
De flat tegenover ons huis wordt erg mooi.
Daarnaast wordt er een eigenschap gekoppeld aan het onderwerp
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.