3H Overal Natuurkunde hfst 1.4

• Natuurkunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Krachten gebruiken

1.3 Druk

Leerdoelen

Je leert wat het verschil is tussen kracht en druk

Herhaling vorige week

DDU: Waarom gaat de punaise wel in de muur, en de vinger niet, terwijl de kracht niet groter wordt?

Kracht blijft hetzelfde, maar de oppervlakte wordt kleiner. Dat betekent dat de druk groter wordt

Voorbeeld

De zwaartekracht van een sneeuwloper is 700 N en de oppervlakte van zijn sneeuwschoenen is 0,25 m2. 

Bereken hoe groot de druk op de sneeuw is

Oplossing

Gegeven: F = 700 N,   A = 0,25 m2

Gevraagd: p

Oplossing: p = F / A

   p = 700 / 0,25 = 2800 N/m2

 schrijf altijd de formule én eenheid op!

Omgekeerd evenredig

Als de oppervlakte kleiner wordt, wordt de druk groter

A kleiner, p groter

A groter, p kleiner

Voorbeeld: F = 100 N

- Als A = 1 m2, dan p = F / A = 100 / 1 = 100 N/m2 of Pa

- Als A = 0,5 m2, dan p = F / A = 100 / 0,5 = 200 N/m2 of Pa

Opdrachten maken

route 1: alles behalve N en +

route 2: alles behalve M