Pronom personnel H4

Pronom personnel 
Het persoonlijke voornaamwoord als :
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
En + Y
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pronom personnel 
Het persoonlijke voornaamwoord als :
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
En + Y

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les:
Na afloop van de les:
1. begrijp je wat een persoonlijk voornaamwoord is in het Frans
2. kun je onderscheid maken tussen een onderwerplijdend voorwerp, een meewerkend voorwerp en EN/ Y
3. Kun je de plaats bepalen van een persoonlijk voornaamwoord in een Franse zin
4. kun je deze kennis toepassen in een opgave (zoals in de toets)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Le pronom accentué 
Als je nadruk op iemand wil leggen
Als er een voorzetsel voor staat: Je suis chez lui.
Er geen werkwoord is: Qui a dit cela? Moi!
Er c'est voor staat: C’est toi?

Slide 20 - Tekstslide

Le pronom accentué 
je ---> moi
tu ---> toi
il ---> lui
elle ---> elle
nous ---> nous
vous ---> vous
ils ---> eux
elles ---> elles

Slide 21 - Tekstslide

oefenen
  • Qui a fait cela? ........ (hij)
  • ......, je pars à 7 heures du soir. (ik)
  • Je pars avec ..... (jou)

Slide 22 - Tekstslide

les réponses
  • Qui a fait cela? Lui.
  • Moi, je pars à 7 heures du soir.
  • Je pars avec toi.

  • Slide 23 - Tekstslide

    Slide 24 - Tekstslide

    Slide 25 - Tekstslide

    Slide 26 - Tekstslide

    Slide 27 - Tekstslide

    Slide 28 - Tekstslide

    Als je de uitleg nog lastig vindt:
    Als je de uitleg nog lastig vindt, kijk dan naar de volgende twee filmpjes over lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp  in het Frans.

    Slide 29 - Tekstslide

    Slide 30 - Video

    Slide 31 - Video

    Maak nu de opdracht in je mailbox !
    De opdracht is naar je gemaild !
    De eerste pagina is huiswerk voor dinsdag.
    Je mag verder werken  aan de pagina's die volgen!

    Slide 32 - Tekstslide

    Afsluiting!
    Kijk nog even naar de doelen van deze les of die voor jou behaald zijn!
    Zie volgende dia!

    Slide 33 - Tekstslide

    Doelen:
    Na afloop van de les:
    1. begrijp je wat een persoonlijk voornaamwoord is in het Frans
    2. kun je onderscheid maken tussen een onderwerp, lijdend voorwerp, een meewerkend voorwerp en EN/ Y
    3. Kun je de plaats bepalen van een persoonlijk voornaamwoord in een Franse zin
    4. kun je deze kennis toepassen in een opgave (zoals in de toets)

    Slide 34 - Tekstslide