2D en 3D les 1 - meetkundige begrippen

2D en 3D - les 1 - meetkundige begrippen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

2D en 3D - les 1 - meetkundige begrippen

Slide 1 - Tekstslide

Hoeken
 ⊥
Parallel/evenwijdige lijnen
 // 

Slide 2 - Tekstslide

rechte hoek
stompe hoek
scherpe hoek
 ⊥
45 graden
120 graden

Slide 3 - Sleepvraag

Coördinaten 
Met behulp van coördinaten kun je snel een plek vinden op een kaart. Een coördinaat bestaat meestal uit een letter en een getal. Deze vind je aan de zijkanten van de kaart.

Ook bij kaartjes voor evenementen waarbij je een vaste plaats hebt, zie je aan de combinatie van letters en getallen (of van 2 getallen) waar je moet zijn. Bijvoorbeeld: rij 4 stoel 26; tribune 2, blok C1, rij 1 stoel 46; vak F, rij 23 stoel 7.

Slide 4 - Tekstslide

In welk vak ligt punt H?
A
4C
B
3C
C
1A
D
2B

Slide 5 - Quizvraag

In welk vak ligt punt L?
A
1A
B
4A
C
2D
D
1D

Slide 6 - Quizvraag

Windrichtingen
Een windroos geeft de windrichtingen aan: noord, oost, zuid en west. 

Bij weerkaarten en -grafieken wordt de windrichting ook wel weergegeven met een pijltje. De bovenkant is het noorden. Het pijltje wijst aan waar de wind naartoe gaat.

Een windroos vind je ook op een kompas. De rode naald van een kompas wijst altijd naar het noorden. Door de N van het kompas precies onder de rode naald te draaien, weet je ook waar de andere windrichtingen liggen.


Slide 7 - Tekstslide

Waar komt de wind vandaan?
A
uit het westen
B
uit het oosten
C
uit het noorden
D
uit het zuiden

Slide 8 - Quizvraag

Waar komt de wind in de rode cirkel vandaan?
A
uit het zuiden
B
uit het noorden
C
uit het westen
D
uit het oosten

Slide 9 - Quizvraag

Symmetrie
Als twee helften van een voorwerp elkaars spiegelbeeld zijn, dan is het 
voorwerp symmetrisch

Lijnsymmetrie: een figuur ziet er precies hetzelfde uit aan beide kanten van de symmetrieas.
Stel je voor dat je een spiegel plaatst op de symmetrieas van dit figuur. De ene helft gecombineerd met het spiegelbeeld ziet er bij een lijnsymmetrisch figuur uit als het origineel.

Draaisymmetrie: een figuur ziet er precies hetzelfde uit wanneer deze (minder dan een heel rondje) gedraaid wordt. Er is hier geen symmetrieas, maar er wordt gespiegeld in een punt. Stel je voor dat je een punaise in het figuur plaatst en het dan ronddraait.

Puntsymmetrie: een figuur ziet er precies hetzelfde uit als deze een half rondje gedraaid wordt. De ene kant van het plaatje is eigenlijk het omgekeerde van de andere kant.
Een figuur dat puntsymmetrisch is, is altijd ook draaisymmetrisch.

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen
Ga naar Rekenblokken online 
 N4 domeinen - 4. 2D 3D - 1. meetkundige begrippen

Maak opdracht 1 t/m 7

Slide 11 - Tekstslide