In gesprek over zingeving en levensvragen

IN GESPREK MET
OUDEREN OVER
ZINGEVING
 EN LEVENSVRAGEN

1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

IN GESPREK MET
OUDEREN OVER
ZINGEVING
 EN LEVENSVRAGEN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer over deze lessen
Deze lessencyclus gaat over praten met ouderen over levensvragen
Terwijl we de lessonup doorlopen gaan we vooral ervaringen met elkaar delen en bespreken
tot alle thema's rondom zingeving aan bod zijn geweest

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn levensvragen?

Slide 3 - Open vraag

Levensvragen zijn vragen over de
zin van het leven en de dood, over
goed en kwaad, over inspiratie en
betekenis. Het zijn vragen die ieder
mens zich stelt, vooral bij
ingrijpende ervaringen als ziekte,
lijden en sterven. Op
levensvragen – ook wel trage
vragen of zinvragen genoemd –
zijn geen kant-en-klare antwoorden
te geven. Ieder mens moet zijn of
haar eigen antwoord daarop
zoeken, bijvoorbeeld in een
geloofs- of levensovertuiging.
Levensvragen zijn onderdeel van
iemands levensbeschouwelijk
functioneren, van zijn of haar
spiritualiteit. Bij sommige mensen
is dat meteen duidelijk. Zij geven
aan dat ze bij een bepaalde
levensbeschouwelijke of kerkelijke
groep horen. Ze zijn bijvoorbeeld
christelijk, moslim of humanist
omdat ze zich kunnen vinden in die
levens- of geloofsovertuiging. Maar
ook mensen die zich niet zo
noemen ‘beschouwen’ het leven.
Iedereen heeft een visie op het
leven: op wat het waard is, op wat
daarin van waarde is, hoe je als
mens moet leven, wat de dood
inhoudt.
Welke levensthema's zijn er?
1. Aandacht
2. Zinverlies
3. Afhankelijkheid
4. Onmacht 
5. Veiligheid
6. Grenzen
7. Familiebanden 
8. Seksualiteit 
9. Je leven vergeten
10. Sterven en gedenken

Slide 4 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om aandacht aan
levensvragen te geven? Omdat de aandacht voor
levensvragen mensen doet voelen dat zij, en de dingen
die hen bezighouden, er toe doen. Aandacht voor
levensvragen heeft invloed op het welbevinden van
mensen. Het kan mensen helpen datgene wat zij
meemaken te dragen en de moed te vinden om er mee
verder te leven. Zorg vindt meestal plaats als mensen
te maken hebben met verlies en vaak komen dan ook
levensvragen op. Als er aandacht is voor de
levensvragen van cliënten dan kun je dat aan hen
merken. Dan voelt de cliënt zich gezien en gehoord als
mens, dan ervaart zij ruimte en aandacht voor wat voor
haar van waarde is, dan ervaart zij aandacht voor haar
verhaal.
Om aandacht aan l
inleiding
Luister naar het verhaal van Trynke

Slide 5 - Tekstslide

Soms ontmoet je een verzorgende
die het helemaal heeft. Die haar
vak verstaat en tegelijkertijd mensen laat voelen dat ze er toe doen.
Zo liep ik laatst mee met Trynke.
Ze leek er eerst wat ongemakkelijk
mee, toen ik bij haar aanhaakte in
het ‘rookhol’. Zo’n pauzegesprek
wordt toch verstoord als er een
‘meeloper’ bij komt zitten. Maar
goed, we gingen op pad om een
aantal cliënten te helpen. En we
waren nog niet bij de eerste bewoner binnen of alle ongemak verdween op slag.
Mevrouw van Vliet lag nog op
bed, maar was al wel wakker.
Trynke ging op de rand van het
bed zitten en pakte haar hand. Ze
streelde die en vroeg hoe het was
met mevrouw van Vliet. Niet te
best, vertelde mevrouw, ze voelde
zich ellendig. Ze moest steeds denken aan haar zuster die de week tevoren was overleden. Trynke vroeg
haar of ze wel een kopje koffie op
bed wilde. Mevrouw wilde dat
graag en even later nipte ze aan
haar koffie. Trynke deed intussen
de gordijnen open en je zag mevrouw langzaam ontdooien en
naar de dag toegroeien. Al luisterend en pratend hielp Trynke
mevrouw verder bij haar ochtend -
toilet en tegen de tijd dat ze in de
kleren was, kwam de vrijwilligster
die mevrouw goed kent en die wist
van de gebeurtenissen van de vorige week. De dames gingen
samen aan de koffie en wij gingen
verder.
Mevrouw Oostveen lag ook op
bed, klein, wit en heel ver weg. Bij
haar maakte Trynke eerst even
oogcontact. Mevrouw reageerde
verheugd toen ze Trynke herkende. Trynke vroeg of ze wat
water wilde. Mevrouw knikte
bijna onzichtbaar. Behoedzaam
gaf Trynke haar wat slokjes en je
kon zien dat het haar goed deed.
Guus, de stagiair, kwam binnen.
‘Zal ik even helpen?’, vroeg hij.
En samen wasten ze mevrouw op
bed, rustig, in contact met haar.
Mevrouw Oostveen kon bijna niet
meer spreken, maar je zag aan haar
dat ze dit aankon.
Zo ging het verder; we kwamen bij
verschillende mensen over de
vloer. Een Engelstalige mevrouw
waar Trynke hartelijk mee lachte
om haar eigen gebrekkige Engels.
Een mevrouw wier man de dag tevoren was overleden en die nu veel
familie bij zich had. Een mevrouw
die geholpen moest worden met
insuline spuiten, wat een collega
van Trynke ging doen om haar
BIG-registratie te behalen. Trynke
moest dat beoordelen en aftekenen. En steeds viel op dat ze consequent contact zocht met de bewoner in kwestie en dat dat contact
ook steeds tot stand kwam voor ze
aan de slag ging met de bewoner.
Dat doet goed, dat zie je. En dat is
waar zorg uiteindelijk om begonnen is: dat het de ander goed doet.
Waar zat ’m dat nou in? Trynke
wist het niet, maar ze merkte wel
vaker, dat ze gemakkelijk goed
contact met mensen kan maken en
dat daar mooie dingen uit ontstaan.
Warming up
Zometeen gaan we met elkaar in gesprek.
De docent stelt een vraag, deel je ervaring met de groep

Slide 6 - Tekstslide

Docent leest het verhaal van Trynke voor> Trynke is verzorgende en heeft een bijzondere manier van contact maken.
Na het lezen van het verhaal wordt het rad op gestart. De student wiens naam te voorschijn komt geeft antwoord op de vraag van de docent. Studenten stellen vragen aan de medestudent.
Vragen:
Wat roept het verhaal bij je op? Een woord, een
gevoel, een mening, een beeld?
■ Herken je dit ochtendgebeuren vanuit je eigen beroepspraktijk? Wat wel en wat niet?
■ Hoe maak jij contact met mensen?
■ Zijn er mensen waarbij je het moeilijk vindt ocontact te maken? Waar ligt dat dan aan?
■ Wat doet de manier van ‘contact maken’ van Trynke met de mensen?
■ Welke levensvragen kunnen spelen bij de mensen
in dit verhaal?
■Wie ben jij voor de mensen om je heen? (denk aan de rollen die je hebt als ouder, kind, verzorgende,
vriend(in) enz). Wat betekent dit voor jou?
Thema: Aandacht

Slide 7 - Tekstslide

Aandacht kun je omschrijven als oplettendheid of
belangstelling. Het is een belangrijke waarde die blijkt
uit je houding. Dingen die je dagelijks doet, kunnen
immers routine worden, ook in de zorg waar je vaak
onder tijdsdruk werkt. Hoe blijf je dan verbonden met
de mensen waar je voor zorgt?
Maak een top 5
Wat is voor jou nu het meest belangrijke in je leven?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

thema: zinverlies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht zinverlies
Neem je lijstje met 5 belangrijke punten er nog eens bij.  Loop het lijstje nog eens langs, maar dan alsof je net 85 bent  geworden. Streep door wat er niet meer zal zijn bij een normale levensloop en bedenk wel:
■ Je lichamelijke gezondheid zal waarschijnlijk achteruitgaan, dit heeft gevolgen voor
bijvoorbeeld lezen, wandelen, films kijken, sporten enz.
■ Vrouwen worden ouder dan mannen.
■ Ben je ouder? We gaan ervan uit dat je kinderen in goede gezondheid verkeren maar ze hebben wel hun eigen gezin, werk en huishouding. Ze zijn niet meer van jou afhankelijk voor zorg. Je rol is veranderd ten opzichte van hen. 
■ Wat zou je op mentaal en lichamelijk en sociaal vlak aan verlies hebben kunnen ervaren op die leeftijd?

Slide 10 - Tekstslide

Maak nu weer een kort rondje. Wat staat er nog op je lijstje overeind? Wat is helemaal doorgestreept en waar ben je niet helemaal zeker van?
De meeste mensen van 85 jaar zouden een soortgelijk lijstje maken als die van ons. Zij hebben soortgelijke dingen verloren als die wij op onze lijstje hebben
moeten wegstrepen.
Verlies 
Het kwijtraken van een of meer veelbetekenende dingen uit je bestaan en daarmee verdwijnt het houvast wat je er aan ontleent .
Verlies is de keerzijde van 'binding'
Binding met andere mensen, maar ook dieren, je stoffelijke omgeving of je eigen lichaam

Slide 11 - Tekstslide

Ook het verliezen van
idealen, dromen, illusies, veiligheid, onmogelijke verwachtingen en het verlies van de jongere zelf
kunnen worden ondergebracht onder het begrip verlieservaring. Verlies kan gezien worden als kringloop van binding en scheiding. Sommige verlieservaringen hebben een duidelijk herkenningspunt, dit wordt een tekengebeurtenis genoemd. Een trouwfeest, doop, uitvaart of pensioen
is een voorbeeld van zo’n tekengebeurtenis.
Verlieservaringen kunnen zowel grote traumatische life-events als kleine gebeurtenissen zijn.
THEMA: AFHANKELIJKHEID
Ben jij weleens afhankelijk geweest van professionele zorg?
Heeft dat invloed gehad op jouw beroepshouding als verzorgende?
Wat betekent zorg verlenen voor jou?

Slide 12 - Tekstslide

Mensen zijn met elkaar verbonden in familierelaties, vriendschapbanden of als kennissen, collega’s of toevallige contacten. We zijn allemaal in meer of mindere mate afhankelijk van elkaar. Voor mensen die zorg ontvangen gaat deze afhankelijkheid nog een stap
verder. Het thema Afhankelijkheid wil inzichtelijk maken hoe afhankelijkheid ervaren kan worden door cliënten en
hoe wij als zorgverleners hier mee om kunnen gaan. Hoe ondersteun je cliënten die aangeven dat ze het
moeilijk vinden om hulp te ontvangen?
■ Wat kun je zeggen of doen om het gemakkelijker
voor hen te maken?
Stelling: Afhankelijkheid is op elke mens van toepassing, in verschillende mate en in verschillende situaties
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Iedereen is in een bepaalde mate afhankelijk van anderen en  wij als zorgverleners zijn ook afhankelijk van mensen die zorg nodig hebben. Al was
het maar enkel vanwege het feit dat er zonder zieken en ouderen geen verzorgenden of verpleegkundigen
nodig zouden zijn en wij dan ons vak niet zouden kunnen uitoefenen. Toch is dat een ander soort
afhankelijkheid.

Studenten geven voorbeelden
Hoe ondersteun je cliënten die
aangeven dat ze het
moeilijk vinden om hulp te
ontvangen?

Slide 14 - Woordweb

■ Wat is nu echt belangrijk in mijn
leven?
■ Wat is de waarde van mijn leven
nu mij/mijn kind/mijn
partner/moeder/vader dit
overkomt?
■ Wat is liefde? En van wie heb ik
liefde nodig?
■ Wat is lijden? En hoeveel kan ik
dragen?
■ Hoe horen mensen met elkaar
om te gaan?
■ Waar word ik gelukkig van?
■ Wat is mij heilig, waar doe ik het
voor?
■ Wat geeft mij inspiratie en zin in
het leven? Waar kan ik dan uit
putten?■ Wat is nu echt belangrijk in mijn
leven?
■ Wat is de waarde van mijn leven
nu mij/mijn kind/mijn
partner/moeder/vader dit
overkomt?
■ Wat is liefde? En van wie heb ik
liefde nodig?
■ Wat is lijden? En hoeveel kan ik
dragen?
■ Hoe horen mensen met elkaar
om te gaan?
■ Waar word ik gelukkig van?
■ Wat is mij heilig, waar doe ik het
voor?
■ Wat geeft mij inspiratie en zin in
het leven? Waar kan ik dan uit
putten?■ Wat is nu echt belangrijk in mijn
leven?
■ Wat is de waarde van mijn leven
nu mij/mijn kind/mijn
partner/moeder/vader dit
overkomt?
■ Wat is liefde? En van wie heb ik
liefde nodig?
■ Wat is lijden? En hoeveel kan ik
dragen?
■ Hoe horen mensen met elkaar
om te gaan?
■ Waar word ik gelukkig van?
■ Wat is mij heilig, waar doe ik het
voor?
■ Wat geeft mij inspiratie en zin in
het leven? Waar kan ik dan uit
putten?
STELLING: Goed luisteren is een passieve taak
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Op het gebied van gesprekstechnieken zijn er een aantal praktische tips om gesprekken goed te laten verlopen. Veel van deze tips hebben te maken met
non-verbale communicatie.
Taal met behulp van woorden noemen we verbale taal. Andere manieren om iets uit te drukken, (vaak lichaamstaal) noemen we non-verbale taal. De
gesproken taal moet in overeenstemming zijn met de
lichaamstaal. Zo komt het bijvoorbeeld niet goed over als je zegt alle tijd te hebben maar ondertussen steeds
op je horloge kijkt. Het is goed te weten dat mensen vaak meer waarde hechten aan non-verbale taal dan aan verbale. Wat je doet zegt vaak meer dan wat je
zegt!
Het is een cliché, maar luisteren is echt het belangrijkste onderdeel van contact maken. Goed luisteren is geen passieve taak, het veronderstelt een
actieve inzet; je moet iets doen om te tonen dat je geïnteresseerd bent. Het kost veel energie. Ook uit je
non-verbale taal moet de ander kunnen opmaken datje aandacht voor hem of haar hebt. Goed luisteren
nodigt uit tot spreken, het schept ruimte en rust om levensvragen te delen
Actieve luisterhouding
■ maak oogcontact
■ neem een gelijkwaardige luisterhouding aan
■ reageer kort op de ander (‘hm, hm’, ‘ja, ja’, knikken,
fronsen ed.)
■ vraag gerust om verduidelijking of vraag door
■ vat af en toe samen
■ wees niet bang voor stiltes, die zijn nodig om na te
kunnen denken. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Valkuilen:
■ val de ander niet in de rede
■ wees voorzichtig met het geven van advies
■ probeer niet te veel informatie zelf in te vullen
■ vermijd het uitspreken van een waardeoordeel
(‘ik vind...’)
■ onafgemaakte zinnen zijn vaak het topje van de
ijsberg.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema: Onmacht

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zingeving: onmacht
‘Dit is de druppel, die de emmer doet overlopen!’ Soms
kom je in situaties terecht waar je je als verzorgende
geen raad mee weet. Soms zorg je voor mensen met wie
je geen kant op kunt. Je wilt graag helpen, maar er zijn
situaties waarin je alleen maar onmacht voelt. Het
thema Onmacht wil dat gevoel bespreekbaar maken en
handreikingen bieden hoe hiermee om te gaan. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij je in een zorgsituatie wel eens onmachtig gevoeld? Dat je niet meer wist hoe je met een bepaalde situatie of opmerking van iemand om moest gaan? Kun je hier iets over vertellen. Wat heb je toen gedaan?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ONMACHT


Soms moet je het ‘gewoon’ uithouden met
mensen. De onmacht blijft voelbaar. Wat heb jij
nodig om dat te kunnen volhouden? Van je
collega’s, van je baas, van je thuisfront, van die ene
bewoner?
■ Wat voor ‘succesverhalen’ heb je daarvan vanuit je
eigen werkervaring?
■ Wat voor tips heb je voor elkaar?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We hebben allemaal wel een favoriete cliënt; iemand
met wie het in één keer klikt! Het verzorgen van deze
mensen is plezierig en maakt op zware dagen het werk
de moeite waard.
Helaas zijn er ook cliënten bij wie je juist het tegendeel
ervaart. Je vindt het lastig om met hem/haar om te
gaan. Misschien weet je je geen houding te geven. Of
raak je geïrriteerd van hem/haar. Geef jezelf even de
tijd om zo’n ‘lastige’ cliënt in gedachten te nemen en
stel jezelf dan de volgende vraag:

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het ten diepste waarom je het moeilijk vindt
hem/haar te verzorgen? Probeer het antwoord zo
dicht mogelijk bij jezelf te houden!

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

belangrijke  feiten:
Tussen de 65 en 80 jaar is depressie de meest voorkomende psychische klacht.
■ 4 tot 5% van de ouderen heeft depressieve klachten en depressieve symptomen komen voor
bij 15 tot 30% van de ouderen.
■ Oudere vrouwen hebben een 2x zo grote kans om depressief te worden.
■ Bij ouderen die een beroep doen op de thuiszorg zijn depressieve klachten 2x zo vaak aangetroffen dan bij hun leeftijdsgenoten die geen thuiszorg ontvangen.
■ Bij ouderen die in een verzorgingshuis wonen zijn bij 32% depressieve symptomen aangetroffen en bij 11% depressie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen
verdriet hebben en een
depressie?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

THEMA: VEILIGHEID

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veiligheid 
  • Je veilig en thuis voelen is een voorwaarde om als mens te functioneren
  • Bij sommige clienten is dit basisgevoel aan het wankelen
  • bv vergeetachtigheid, Parkinson of door een vreemde omgeving
  • Door veiligheid te beiden ondersteun je de client in zijn welbevinden en zelfvertrouwen

Slide 27 - Tekstslide

Veiligheid of je ergens thuis voelen is een voorwaarde
om goed te kunnen functioneren als mens. Voor
sommige van onze cliënten is dit basisgevoel aan het
wankelen. Bijvoorbeeld doordat ze vergeetachtig
worden, lijden aan dementie of aan Parkinson of omdat
ze in een vreemde omgeving wonen. Het thema
Veiligheid wil handvatten bieden waardoor je
ondersteunend kunt reageren op cliënten die zich niet
veilig voelen
Bij veiligheid denken we vaak aan valpreventie en
andere manieren van veiligheid op lichamelijk gebied.
Je ‘mentaal’ veilig voelen in je leven, in de wereld is weer
een heel andere zaak. Hoe gaat dat?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrijheid: Schrijf op wat als eerste
in je gedachten
komt of wat je er bij voelt.
In één woord of een korte zin.

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Levensthema: Grenzen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht in groepjes
■ Je krijgt de casus uitgereikt van de docent
Lees deze samen door
Herken je de beschreven situaties?
■ Welke levensvragen staan hier op het spel? "
■ Hoe ondersteun je cliënten in zo’n situatie? (denk
ook aan het inschakelen van anderen)
■ Wat kun je zeggen of doen om het gemakkelijker
voor hen te maken?

Slide 31 - Tekstslide

Het kunnen aangeven van grenzen is belangrijk in het
leven. Ook in je werk, ook in de ouderenzorg. Toch is het
gemakkelijk om, soms ongemerkt, over je grenzen heen
te gaan. Met alle gevolgen van dien. Het aangeven van
grenzen is als het snoeien van een plant. Door te snoeien
begrens je de groei met als gevolg dat de plant alleen
maar meer kan bloeien. Dit is de grondgedachte bij het
thema Grenzen. 
Casus:
‘Ik kon er vannacht niet van slapen,’ vertelt Irma, ‘Mevrouw Van
Swieten gaat morgen naar het verpleeghuis. Ze woont hier nu tien
jaar en zo lang ken ik haar al.
Langzaam maar zeker gaat ze achteruit. Inmiddels ligt ze vrijwel de
hele dag op bed. ’s Morgens helpen we haar in haar rolstoel en dan
is ze twee uurtjes op. Vaak brengen
we haar dan naar beneden, naar de
koffie. Daarna ligt ze weer een
paar uur op bed. ’s Middags helpen we haar weer even uit bed.
Maar daarna is ze op, te moe om
nog te kunnen zitten. Ze ligt stil op
bed. Zoals je haar achterlaat, zo
vind je haar weer.’
We lopen haar kamer binnen. Irma
groet mevrouw en helpt haar met
eten. De pap moet goed lobbig
zijn, anders kan mevrouw ’m niet
slikken. Spreken gaat nauwelijks
meer, maar ook zonder woorden
maken Irma en mevrouw van
Swieten duidelijk contact.
Een uurtje later komen we weer en
verzorgen we mevrouw op bed.
Irma vertelt mevrouw van Swieten
steeds wat ze gaat doen. ‘Even uw
ogen schoonmaken. Daar heeft u
een hekel aan, hé?’ Mevrouw van
Swieten trekt inderdaad geërgerde
grimassen, wanneer Irma met het
washandje haar ogen schoonmaakt. Daarna wast Irma mevrouw verder, eerst van boven,
daarna van onderen. Ze doet dit
graag voor haar. ‘Dit vind ik het
echte werk, weet je, dat je iemand
zo lekker kunt verzorgen,’ zegt ze.
Vandaag is het de laatste keer dat
Irma dit voor mevrouw kan doen.
Want morgen gaat mevrouw naar
het verpleeghuis en Irma werkt
dan niet. Dat is al lastig genoeg.
Maar wat Irma moeilijker vindt is,
dat mevrouw nog niet weet dat ze
morgen verhuist. Haar kinderen
hebben haar dat niet verteld en
Irma kan dus geen afscheid van
haar nemen en dat gaat haar aan
het hart, vertelt ze. We proberen
ons voor te stellen hoe het voor
mevrouw van Swieten moet zijn
om morgen, na tien jaar, onaangekondigd naar het verpleeghuis te
verhuizen. Het lijkt ons een hele
schok. Maar haar familieleden
willen het haar zelf vertellen en zij
vinden het beter om daarmee tot
het laatst te wachten... Dus tja, dat
heb je te respecteren, toch?
Of niet? Of zou je aan de familie
moeten voorleggen, dat jij denkt
dat het voor mevrouw van Swieten
wel een erg grote overgang betekent wanneer ze pas bij haar vertrek te horen krijgt dat ze naar een
verpleeghuis gaat? Toegegeven,
zo’n gesprek is niet gemakkelijk.
Daar is moed voor nodig. Je kunt
geconfronteerd worden met pijn
en met moeilijke vragen. En stel
dat de familie het mevrouw dan
wel eerder vertelt, dan kan dat betekenen dat mevrouw van Swieten
erg verdrietig wordt. En daar moet
je dan wel bij kunnen ondersteunen en het met haar durven delen
en dat is niet gemakkelijk.
In de praktijk komt het vaak voor,
dat we toch een beetje terugschrikken voor dergelijke emotionele
kanten van het werk. En dat leidt
er soms toe dat we liever een
beetje afstand houden: ons erbij
neerleggen – ‘de familie wil het
zo’ – terwijl we ’s nachts wakker
liggen met bedenkingen en verdriet.
Lees in groepjes de casus en bespreek samen de volgende vragen:■ Herken je de beschreven situaties?
■ Welke levensvragen staan hier op het spel? 
Denk na over de volgende vraag:
Irma  uit de casus vindt het niet goed dat de familieleden van mevrouw van Swieten haar niets hebben verteld over haar verhuizing naar het verpleeghuis. Maar ze vindt dat ze hun opvattingen moet respecteren. Irma zit daarmee in een dilemma.

- Heb jij in je werk wel eens iets moeten doen (of laten) dat tegen je eigen normen en waarden in
ging? (Denk bijvoorbeeld aan medisch beleid of dat je een dementerende moeder van de familie
niet mag vertellen dat één van haar kinderen is overleden.)
 Kun je daar iets over vertellen?
- Hoe ben je hiermee om gegaan?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GRENZEN EN DILEMMA'S

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden bij levensvragen

Slide 34 - Tekstslide

Bij de eigen grens hoort uiteraard ook het domein
waarbinnen de professional werkt: een huishoudelijke
medewerker verricht geen medische handelingen. Dat
is duidelijk. Een keer een pleister plakken is zo’n grens.
Wanneer het over levensvragen gaat, zijn die grenzen
minder duidelijk. Wij zijn immers allemaal mensen die
levensvragen stellen, dus waarom zou je daar niet op
ingaan? Geldt hier hetzelfde als in de situatie van de
pleister? Wat is de taak van de verzorgende in deze?
In de eerste plaats moeten zij levensvragen kunnen
verstaan en de cliënt kunnen bemoedigen en
bevestigen. Het hoort echter ook bij de
professionaliteit van een verzorgende om te
herkennen wanneer het nodig is om een geestelijk
verzorger te consulteren of naar hem of haar door te
verwijzen. De verzorgenden hebben hierin een
belangrijke signalerende taak. Wie hierin haar grenzen
kent en bereid is tijdig door te verwijzen, bewijst de
cliënt en de familie een grote dienst. Immers wanneer
de eerste vragen zich aandienen, kan er veel tijd en
levensgeluk gewonnen worden als deze vragen
besproken worden met een daartoe opgeleide
professional, een geestelijk verzorger. Onderstaand
schema laat de verschillende domeinen zien. Er is niet
veel verbeeldingskracht voor nodig om je voor te
stellen dat wanneer professies met elkaar
samenwerken de domeinen elkaar versterken.
Uit: Aandacht voor levensvragen in de zorgpraktijk. Twee
scholingen voor verzorgenden en verpleegkundigen in
zorginstellingen door Katrin Hansen, Truus van Kaam, Marcelle
Mulder, blz. 24/25.
■ Meer informatie?
■ Kijk eens op www.beroepshouding.nl, een site
waarin de beroepshouding, de beroepscodes en de
beroepsethiek in de zorg nader worden toegelicht.
■ Op de site van V&VN (www.venvn.nl) kun je de
beroepscode voor verpleegkundigen en
verzorgenden downloaden.
Arts, fysiotherapie, pedicure Voor het lichamelijk functioneren
Levensthema: Familiebanden

Slide 35 - Tekstslide

Het thema Familiebanden wil duidelijk maken wat
familiebanden kunnen betekenen voor mensen en hoe
wij ouderen kunnen ondersteunen op dit gebied. 
ROLLEN
Familie en naasten zijn in vier rollen bij de zorg betrokken:
1. Als familielid en vriend
2. Als expert naast de bewoner zelf
3. Als collega
4. Als client

Slide 36 - Tekstslide

Familieleden en andere naasten zijn in vier ‘rollen’ bij
de zorg betrokken:
Als familielid, vriend:
De familieleden en vrienden zijn in eerste instantie
verwanten, naasten en hebben wel een relatie, maar
geen zorgrelatie met de cliënt. In de eerste plaats is
hij/zij een belangrijke ander (dochter, vriend,
kleinzoon, partner) voor de cliënt en het is belangrijk
dat dat ook onder moeilijke omstandigheden mogelijk
blijft. Dat vraagt van ons, dat we die relatie mogelijk
maken.
Als expert naast de bewoner zelf:
Familieleden kennen de cliënt doorgaans al heel lang
en kunnen dus, indien nodig, veel vertellen over het
leven en de voorkeuren van hem of haar. Dit geldt
zeker voor de familieleden die zelf ook een tijd voor
hun familielid hebben gezorgd. Zo kunnen ze je
bijvoorbeeld tips geven over hoe je hun familielid kunt
helpen bij het eten of drinken of hoe je hem/haar het
beste kunt benaderen als hij/zij boos of verdrietig is.
Deze rol van familieleden vraagt van ons dat we, als
dat nodig is, hen daarnaar vragen.
Als collega:
Mensen die lange tijd voor een familielid hebben
gezorgd blijven dit vaak ook nog doen als hun
familielid professionele zorg krijgt. Daardoor zijn ze
‘partners in de zorg’ van de professionals. Dat vraagt
van ons dat we met hen overleggen en samenwerken.
En hen aanmoedigen, stimuleren, bijvoorbeeld om
met de cliënt op stap te blijven gaan.
Als cliënt:
Veel familieleden hebben het af en toe nodig dat er
een beetje voor hen gezorgd wordt. Ze hebben zelf
mogelijk verdriet of andere gevoelens rondom de
cliënt. Dat vraagt van ons, dat we hen ook geregeld
ondersteunen, hen een luisterend oor bieden
Opdracht in tweetallen
Maak tweetallen en vertel elkaar om de
beurt in een paar minuten over een familielid van je
waar je goed mee op kan schieten of waar het juist
gevoelig mee ligt
Familiebanden kunnen naast veel liefde en warmte
ook pijn en verdriet opleveren. Ken een voorbeeld?
Wil je daar aan de ander wat over vertellen?
timer
3:00

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

■ Hoe was het om over een familielid te spreken?
■ Hoe is het om een ‘vreemde’ te vertellen over een familierelatie? (spannend, komt te dicht bij, veilig,enz)

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ondersteun je familieleden die aangeven dat
ze moeite hebben met hun moeder/vader?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Levensthema: Seksualilteit

Slide 40 - Tekstslide

Bij seksualiteit denken we vaak niet in eerste instantie
aan ouderen en zeker niet aan ouderen in een
zorginstelling. Toch is seksualiteit evenals intimiteit van
alle leeftijden, zoals blijkt uit deze foto van Marrie Bot.
Het thema Seksualiteit wil duidelijk maken wat dit kan
betekenen voor mensen op leeftijd. Daarnaast wil het
handvatten bieden hoe we cliënten op dit gebied
kunnen ondersteunen.
Seksualiteit en ouderen
Schrijf 1 woord, 1 zin
wat in je gedachten komt
of wat je er bij voelt

Slide 41 - Woordweb

Het is duidelijk: oude mensen beleven net als jonge mensen genot, opwinding en intimiteit aan hun
lichamelijkheid. Toch is dat,
vreemd genoeg, geen onderwerp
waar in de zorg veel aandacht voor
is. Een smakelijke maaltijd, een verzorgd lichaam? Wij doen ons best!
Maar ongestoord vrijen? Of op andere manieren van je lijf genieten?
Dat is geen thema waar we veel
mee bezig zijn in een verzorgingshuis.

Slide 42 - Tekstslide

De gespreksleider bespreekt daarna plenair wat er is
opgeschreven met de groep.
Leidraad:
■ Wat valt op aan wat is opgeschreven?
■ Waar ben je het mee eens of oneens? Waarom?
■ Welke (werk)ervaringen heb je hier zelf mee?
Stelling: Seksualiteit is privé en hoort niet thuis in
een Zorgleefplan
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je als verzorgende letterlijk en figuurlijk
ruimte geven aan de seksualiteitsbeleving van je
bewoner/cliënt?

Slide 44 - Open vraag

In onze huidige maatschappij lijkt seksualiteit
voorbehouden aan jongeren en volwassenen en dat
terwijl de behoefte aan intimiteit in de ouderdom niet
afneemt. Wel is er vaak minder behoefte aan de
daadwerkelijke geslachtsgemeenschap. Dit kan te
maken hebben met lichamelijke ongemakken die
horen bij ouder worden zoals erectieproblemen of een
droge of pijnlijke vagina. Meer dan een kwart van de
mensen die ouder zijn dan 75 jaar is seksueel actief.
Strelen, knuffelen en zoenen leidt bij acht van de tien
ouderen vrijwel altijd tot een orgasme. Dat percentage
is hoger dan bij jongeren.
Het ongestoord beleven van seksualiteit in
verpleeghuizen en in mindere mate ook in
verzorgingshuizen is vaak niet gemakkelijk. Niet
iedereen heeft een eigen kamer die goed af te sluiten
is. Er zijn zorginstellingen waar geliefden zich in een
aparte kamer kunnen terug trekken. Maar ja, dan weet
wel de hele afdeling ervan...
Meer informatie
■ Geliefden, timeless love, een fotoboek van paren op
leeftijd die elkaar beminnen, van Marrie Bot, 2004.
De prijs van dit boek is ± € 10,- bij de Slegte.
■ Ontbijten in je eentje van Cri Stellweg, 2002.
■ De Rutgers Nisso groep heeft een informatielijn
voor Ouderen & Seksualiteit; 0900-5112233
(€ 0.50 p/m). Er is informatie over verschillende
onderwerpen te beluisteren maar het is ook
mogelijk om voor een persoonlijk gesprek te
kiezen.
■ Film Als handen spreken van Kees van Hemert
(te bestellen bij www.vanhemertproducties.nl, de
prijs is € 35,-). Deze film geeft vijf portretten van
ouderen die vertellen over ouder worden,
intimiteit, erotiek en laten zien hoe zij vorm geven
aan hun relaties

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensthema: Je leven vergeten

Slide 46 - Tekstslide

In het woeste IJslandse landschap dienen
steenmannetjes als wegwijzer. Zo heb je houvast
onderweg. Voor mensen die vergeetachtig worden of
lijden aan dementie is houvast onderweg heel
belangrijk. Het thema Je leven vergeten wil duidelijk
maken hoe wij als zorgverleners houvast
– steenmannetjes – aan deze mensen kunnen bieden.
Doe mee aan een oefening om je voor te stellen hoe het leven is, als vrijwel alles voortdurend vreemd voor je is. Luister naar de tekst die voorgelezen wordt

Slide 47 - Tekstslide

Doe je ogen eens dicht, gebruik alle fantasie die je in je
hebt en stel jezelf eens voor...
■ Dat je in een totaal onbekende stad bent... Nee, niet
één in Nederland of een ander westers land, probeer
maar eens een land als Guatemala of Birma.
■ Ineens sta je midden in die stad, allemaal geluiden
om je heen van auto’s en brommers die toeterend
voorbij komen. Je ruikt vreemde geuren en alles
wat je ziet, zie je voor de eerste keer.
■ Stel je nu eens voor... je moet iets, laten we zeggen
dat je dringend naar het vliegveld moet omdat je
vliegtuig over een uur vertrekt. Maar ja, waar is nu
dat vliegveld? Je loopt, steekt over, dwaalt straten
en steegjes in. Je begrijpt de borden niet die aan de
kant van de weg staan en hoe ziet een bushalte of
een taxi er eigenlijk uit in dit land?
■ Maar je hebt niet voor niets een mond gekregen
dus je gaat aan iemand vragen waar je moet zijn. Ze
lopen je voorbij... ze kijken je niet aan... Eindelijk
iemand die naar je luistert, een mooie dame... maar
wat zegt ze nou? Ze begrijpt je niet. ‘Nee, ik wil naar
het vliegveld!’ probeer je in alle talen die je machtig
bent. Helaas zit de goede er niet bij. Met handen en
voeten er bij dan... Geërgerd en beslist loopt de
dame weg.
■ ‘Help me dan! Ik moet... Wat zou het fijn zijn als er
iemand in deze drukke, vreemde straat was die de
moeite nam mij te begrijpen en te helpen... Zo mis
ik straks mijn vliegtuig!’
Vraag aan de deelnemers; hoe was het om je dit voor
te stellen? Beschrijf eens hoe jij je zou voelen als jij je in
deze situatie zou bevinden (vb paniek, angst,
onzekerheid)?
■ Heb jij tips voor het ondersteunen van
dementerende of verwarde ouderen in dergelijke
situaties? Wat kun je zeggen of doen om het
gemakkelijker voor hen te maken?
Vraag: hoe zou je willen dat jouw afdeling overkomt op
cliënten? Wat zou je aan de inrichting kunnen
veranderen op jouw afdeling om het anders te laten
overkomen?

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Levensthema: sterven en gedenken

Slide 49 - Tekstslide

In de ouderenzorg nemen we vaak afscheid van
mensen, doordat ze overlijden. Toch is het niet altijd
gebruikelijk om hier even écht bij stil te staan en dat
terwijl de behoefte daaraan vaak groot is. Het thema
Sterven en gedenken wil aandacht besteden aan het
gedenken van mensen die gestorven zijn en aan
symbolen en rituelen die daarbij een rol kunnen spelen
SYMBOLEN EN RITUELEN
■ los laten van ballonnen
■ verbranden van briefjes
■ weggooien van stenen
■ rode rozen
■ lelies
■ vlag half stok
■ trouwring
■ aansteken van een kaars

Slide 50 - Tekstslide

Probeer samen met de groep te omschrijven wat de
betekenis is van deze symbolen en rituelen en in welke
situaties we ze gebruiken. Kijk eens naar de
verschillen? Heb je zelf wel eens één van deze
symbolen of rituelen gebruikt? Wil je hier iets over
vertellen?
Opdracht
Bespreek in groepjes met elkaar de volgende vragen

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen
Wat kan het voor mensen betekenen om afscheid te moeten nemen?

Hoe ondersteun je cliënten die iemand hebben verloren? Wat kun je zeggen/doen/laten om het
gemakkelijker voor hen te maken?


 Wat vind je er van dat kamers van bewoners zo snel weer leeg moeten én opnieuw gevuld zijn?

Hecht jij waarde aan gedenken? Waarom? Welke vormen van gedenken passen bij jou?
Ken je mensen die andere vormen van gedenken van waarde vinden?

Slide 52 - Tekstslide

Je kunt zowel positieve (trouwdag, verjaardag) als
negatieve (oorlog, overlijden) gebeurtenissen
gedenken. Maar gedenken, dat doet bijna iedereen.
Voor mensen is het belangrijk om bepaalde
gebeurtenissen in de tijd te markeren. Meestal
gebruiken we hiervoor symbolen en rituelen. Een
symbool is iets tastbaars, bijvoorbeeld een voorwerp,
dat iets abstracts uitbeeld. Denk maar eens aan het
leggen van een krans, het aansteken van een kaars of
een vlag die halfstok hangt.
We kennen het gedenken in het groot, met het hele
land, zoals bijvoorbeeld op 4 en 5 mei. Maar er is ook
zoiets als gedenken in het klein, bijvoorbeeld in het
eigen gezin. Veel gezinnen ontwikkelen gaandeweg
hun eigen rituelen en bijbehorende symbolen om
belangrijke gebeurtenissen in de familie te gedenken.
‘Op de verjaardag van mijn overleden man komen alle
kinderen langs. We gaan dan samen naar zijn graf om
daar bloemen te leggen en we bidden dan het Onze
Vader. Nee, we zijn helemaal niet zo gelovig maar dit
hebben we gewoon altijd zo gedaan’ (mevrouw A.,
83 jaar). Er zijn ook nieuwe(re) rituelen en symbolen.
Zo zijn er stille tochten ontstaan als symbool voor de
strijd tegen zinloos geweld. Soms worden er dan ook
nog (witte) ballonnen los gelaten. 
Jullie groepje:

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 54 - Tekstslide

Midden in Oslo, Noorwegen staat het bekende Vigelandpark. Het park heeft 212 stenen, granieten en
bronzen beelden die gemaakt zijn door de kunstenaar
Gustav Vigeland. Het thema van de beelden is leven en
dood. Dit wordt in levensgrote beelden van embryo’s,
baby’s, kinderen, mannen en vrouwen, ouderen en
zelfs doden neergezet. Aan het eind van het park
bevindt zich de ‘cirkel van het leven’. De foto bij dit
thema is het laatste beeld van deze cirkel. Wat vind je
van deze verbeelding? Wat zegt het je?
Hoe heb je deze lessencyclus ervaren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 55 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
Kijk ook eens op de website:
www.netwerklevensvragen.nl. Hier vind je allerlei informatie over levensvragen en ouderen
Verlieskunde, handreiking voor de beroepspraktijk van Herman de Mönnink, 2003.
https://www.relief.nl/wp-content/uploads/2020/07/  Met ouderen in gesprek.
 Troost, vragen, geven en ontvangen is een praktisch boek over dit lastige onderwerp door Riekje Boswijk-Hum
Kijk eens op www.kenniscentrum-ouderen.nl.
Het Trimbos-instituut ontwikkelde de cursus: In demput, uit de put voor ouderen met depressieve klachten. In veel buurtcentra en verzorgingshuizen
wordt deze cursus gegeven. Voor sommige ouderen kan deze cursus zinvol zijn om grip te
krijgen op hun verlieservaringen.
Met ouderen in gesprek over zingeving en verlieservaringen
Marcelle Mulder
Trijntje Scheeres-Feitsma

Slide 56 - Tekstslide

Bij veel zorgorganisaties staat de autonomie van de
cliënten voorop. Dit betekent dat cliënten, wat letterlijk zelfs ‘klanten’ betekent, zelf kunnen, mogen
en moeten beslissen hoe ze hun leven met professionele zorg willen leiden. Dat klinkt allemaal heel mooi, maar de dagelijkse praktijk is weerbarstiger.
Wij moeten ons er, als zorgverleners, van bewust zijn dat de mensen die in een zorginstelling wonen, daar
niet wonen omdat het er zo ‘gezellig’ is. Ze wonen er omdat ze afhankelijk zijn van professionele zorg. Ze
zijn afhankelijk omdat ze ziek zijn en hulp nodig hebben bij hun dagelijks leven. Een zorgrelatie is dus
per definitie een afhankelijkheidsrelatie.