Tekst: Computer herkent Pink Floyd-nummer uit brein luisteraars

Nederlands 30-10
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Herhalen tegenstelling, voorbeeld en opsomming
  3. Tekst verkennen
  4. Tekst lezen
  5. Tekst verwerken
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 30-10
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Herhalen tegenstelling, voorbeeld en opsomming
  3. Tekst verkennen
  4. Tekst lezen
  5. Tekst verwerken

Slide 1 - Tekstslide

Verbanden
Verbanden zijn de structuren in een tekst. Je herkent een verband aan een signaalwoord.

Tegenstelling: twee dingen die het tegenovergestelde zijn van elkaar worden genoemd
Voorbeelden: er worden voorbeelden van iets genoemd
Opsomming: er worden meerdere dingen over één iets opgesomd. 

Slide 2 - Tekstslide

Tegenstelling, voorbeeld, opsomming
Welk verband zie je in de zinnen?
1. De nieuwe versie zal niet direct de top 40 binnen denderen, maar het resultaat is wel duidelijk herkenbaar als een Pink Floyd-nummer.
2. Zo is het al gelukt om blinde mensen getallen te laten zien. 
3. Veel mensen hebben vragen over de privacy bij de nieuwe technologie, de ontwikkeling van deze technologie en wanneer deze technologie toegepast gaat worden.
4. Echter, Berezutskaya vindt deze twijfels nog te voorbarig. 

Slide 3 - Tekstslide

Leesplan gebruiken



  • Je verkent eerst de tekst en de inhoud. 
  • Pas dan lees je de tekst. 
  • Tijdens het lezen let je goed op of je alles begrijpt wat je leest. 
  • Na het lezen verwerk je de tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Lezen - Verkennend lezen
Het leesplan
Het leesplan bestaat uit 3 stappen.
  1. Voor het lezen - de tekst en inhoud verkennen
  2. Tijdens het lezen - tekst begrijpen
  3.  Na het lezen - tekst verwerken


Slide 5 - Tekstslide

Lezen - Verkennend lezen
Stap 1 Voor het lezen - Verkennen 

  1. Lees de titel, tussenkopjes en opvallend gedrukte woorden.
  2. Bekijk de afbeeldingen (plaatjes).
  3. Lees de eerste zinnen. In een krant of tijdschrift meestal vetgedrukt. 
  4. Voorspel waar de tekst over gaat
  5. Wat weet je al van het onderwerp?

Slide 6 - Tekstslide

Lezen - Verkennend lezen
Stap 2 Tijdens het lezen  - de tekst begrijpen
 
  1. Lees steeds een kleinstukje tekst
  2. Probeer voor je te zien wat je leest (visualiseren)
  3. Los op was je niet begrijpt.
    - Moeilijk woord? (Stappenplan Moeilijke woorden --> uur twee) 
    - Moeilijke zin?      (Lees de zin opnieuw)

Slide 7 - Tekstslide

Lezen - Verkennend lezen
Stap 3 na het lezen  de tekst verwerken
 
  1. Klopte de voorspelling?
  2. Bedenk voor jezelf wat er in de tekst stond.



Vragen beantwoorden

Slide 8 - Tekstslide

1. Inhoud verkennen
Beantwoord de volgende vragen over de afbeelding:
  1. Wat zie je?
  2. Welke gedachtes komen erin je op?
  3. Wat weet je hier al over?
  4. Wat zou je willen weten hierover?

Slide 9 - Tekstslide

2. Lezen en begrijpen
We lezen gezamenlijk de tekst. 

Opdracht tijdens het lezen:
1. Onderstreep onbekende woorden (vraag naar de betekenis!)
2. Omcirkel signaalwoorden voor tegenstelling, voorbeeld en opsomming. 



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

3. Verwerken
Deze vragen kun je ook in de toets verwachten:
  1. Wat is het onderwerp van deze tekst?
  2. Hoe wordt het onderwerp geïntroduceerd in de inleiding?
  3. Wat is het belangrijkste dat over dit onderwerp wordt gezegd? (de hoofdgedachte) 
  4. Wat voor soort tekst is dit en welk doel heeft de tekst?

Slide 13 - Tekstslide