Onderdeel B opdracht 2:
In beroepssituatie 1 heb je kort kennisgemaakt met de wijk en heb je een sociale kaart ontwikkeld. Je hebt toen gekeken naar disciplines binnen het sociale domein en het zorgdomein.
1. Benoem uit elk domein één discipline met wie je samenwerkt (buiten verpleegkundigen en verzorgenden) rondom de multidisciplinaire zorg en onderbouw je keuze. Beschrijf de deskundigheid en de taken van deze disciplines.
2. Wat is het verschil tussen het sociale en het zorgdomein?
3. Met wie kan je daar allemaal rondom de zorg mee samenwerken?
4. Welke interventies zijn nodig om het doel te behalen en naar wie kan je binnen of buiten de V&V doorverwijzen als verpleegkundige om meneer en mevrouw de juiste zorg te bieden ten aanzien van het doel?
5. Welke deskundigheid en taken hebben deze disciplines?