Oefenen met een fictiefragment
1. We lezen het verhaal: "We hebben je gewaarschuwd" op blz.161 t/m 165.
2. Bedenk welke scène je in dit verhaal het belangrijkste vindt.
3. Maak een tekening van deze scène.
4. Schrijf onder je tekening in goed Nederlands wat er op jouw tekening te zien is, dus je vertelt kort wat de scène is. Iemand die het verhaal niet gelezen heeft, moet het begrijpen.
5. Je vertelt ook waarom je deze scène gekozen hebt. Dan moet je dus iets vertellen over het verhaal. Iemand die het verhaal niet gelezen heeft, moet het begrijpen.
6. Gebruik één beoordelingswoord voor het hele verhaal en geef daarbij een argument en een voorbeeld uit het fictiefragment. (kijk op blz.114/115 voor voorbeelden).