wi V1 H8_3 184

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

wi V1 H8_3

5 min.

In stilte werken aan wiskunde

Hoe goed kun jij de rekenregels gebruiken?
x: +- ()

Heel makkelijk

Kan het best wel

Vind het lastig

Snap het niet

De rekenregels

Plaatje 1 - Wortel trekken of tot de macht

Plaatje 2 - Vermenigvuldigen of delen

Plaatje 3 - Haakjes wegwerken

Plaatje 4 - Optellen aftrekken

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

3b+4b

2a−(3a+b)

3a(2−a)+2⋅−3a−(4a−2)

Ken ik al

Ken ik een beetje

Ken ik nog niet

Welke sommen bestaan uit
gelijksoortige termen?

3a+3a​2​​

Gelijksoortige termen

Geen gelijksoortige termen

3b + 4b

4ab - ab

4q  + 4p

2a 

-15a²

Letterrekenen

−2a+8p

6a​2​​b

5a - 3a

-5a ∙ 3a

-a ∙ -6ab

-2a - -8p

Rekenvolgorde

Eerst

Tweede

Derde

Laatste

+ en - (v.l.n.r.)

Haakjes wegwerken

x en : (v.l.n.r.)

Machtsverheffen

Werk de haakjes weg en herleid

2p−(p−1)

1. 3p-1
2. 2p​2​​+1
3. p+1
4. 2p​2​​+2p

Werk de haakjes weg:

5a(c+2)

1. 5ac+10a
2. 10ac
3. 5a+2c
4. 7ac

Werk de haakjes weg

2x(5y−2)−5x⋅2y

1. 24x​2​​y
2. −4
3. 20xy−4x
4. −4x

Werk de haakjes weg

−5p(−3p+7)

1. −15p​2​​−35p
2. 15p​2​​−35p
3. k.n.k
4. 20p

Werk de haakjes weg

−2x(3x−3)

1. 0
2. −6x​2​​+6x
3. -12x
4. −2x​2​​

Werk de haakjes weg

12⋅(3+c)

1. 15+12⋅c
2. 15⋅c
3. 12+3⋅c
4. 36+12⋅c

haakjes wegwerken

−2(5−7x)

1. -10+14x
2. 10+14x
3. -14x-10
4. 24x

Voorkennis: Haakjes wegwerken

Enkele haakjes

3(x−2)=

Voorkennis: Haakjes wegwerken

Enkele haakjes

3(x−2)=3⋅x+3⋅−2=3x−6

Werk de haakjes weg

3(k+l)

1. 3k+3l
2. 3k+l
3. 3kl
4. k+3l

Enkele haakjes wegwerken

Zo werk je haakjes weg:

Voorbeelden:

5x(3−2y)=

−3a(a+4b−5)=

|
|
|
|
|

Enkele haakjes wegwerken

Zo werk je haakjes weg:

Voorbeelden:

5x(3−2y)=

−3a(a+4b−5)=

|
|
|
|
|

5x⋅3+5x⋅−2y=

15x−10xy

−3a⋅a+−3a⋅4b+−3a⋅−5=

−3a​2​​+−3a⋅4b+−3a⋅−5=

Enkele haakjes wegwerken

Zo werk je haakjes weg:

Voorbeelden:

−(2x+3)−2x−x(3−2x)=

Enkele haakjes wegwerken

Zo werk je haakjes weg:

Voorbeelden:

−(2x+3)−2x−x(3−2x)=

−1⋅2x+−1⋅3−2x−x⋅3+−x⋅−2x=

−2x−3−2x−3x+2x​2​​=

2x​2​​−7x−3

Schrijf zonder haakjes:

6x(y+3)−2x⋅−4y=

1. 22x​2​​y
2. 22xy
3. 14xy+18x
4. 6xy+18x

Machten, grondtal en exponent

8.3 Machten

Rekenen met machten:

8.3 Machten

Rekenen met machten:

Machten met een negatief grondtal

Machten met een negatief grondtal

Bereken:

(−4)​3​​=

1. 64
2. −64
3. −12
4. 12

Bereken:

−4​3​​=

1. 64
2. −64
3. −12
4. 12

Hoe goed kun je nu de haakjes herleiden?

😒🙁😐🙂😃