H3 politiek

Hoofdstuk 3
politieke partijen
1 / 17
volgende
Slide 1: Woordweb
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
politieke partijen

Slide 1 - Woordweb

na deze les kan ik 
  • uitleggen wat actief en passief kiesrecht is 
  • uitleggen hoe ons kiesstelsel geregeld is 
  • uitleggen wat politieke partijen doen 
  • het verschil tussen conservatief en progressief uitleggen 
  • het verschil tussen linkse, midden en rechtse standpunten uitleggen 

Slide 2 - Tekstslide

verkiezingen 
actief kiesrecht: het recht om te stemmen op wie je wilt 
passief kiesrecht: het recht om je verkiesbaar te stellen 

  • Tweede Kamerverkiezingen (landelijk) elke 4 jaar
  • Provinciale Statenverkiezingen (provincie) elke 4 jaar 
  • Gemeenteraadsverkiezingen (gemeente) elke 4 jaar 
  • Europees parlementsverkiezing (EU) elke 5 jaar 
uitleg

Slide 3 - Tekstslide

kiesstelsel
Het kiesstelsel is de manier waarop de verkiezingen worden georganiseerd. 

Nederland heeft het stelsel van evenredige vertegenwoordiging
Het aantal uitgebrachte stemmen word gedeeld door het aantal zetels. 

VS en VK hebben het meerderheidsstelsel. De winnaar krijgt alle zetels. Ook als 49% op een ander heeft gestemd. 
uitleg

Slide 4 - Tekstslide

politieke partijen 
Een politieke partij is een groep mensen met ongeveer dezelfde ideeën over  hoe de samenleving eruit zou moeten zien. 

Elke partij zet de belangrijkste standpunten in het verkiezingsprogramma

De lijsttrekker is de belangrijkste persoon van de politieke partij. Hij/zij komt het meest in beeld. 

In de peilingen staat een voorspelling van de verkiezingsuitslag. 

Een zwevende kiezer is iemand die niet bij elke verkiezing op dezelfde partij stemt. 




uitleg

Slide 5 - Tekstslide

taken politieke partijen 
  • leveren mensen voor politieke functies zoals een minister of gemeenteraadslid.  
  • ze delen hun standpunten in de media 
  • vertegenwoordigen belangen van maatschappelijke organisaties (bijv VVD ondernemers, 50PLUS ouderen etc) 
  • beïnvloeden politici (als de partij in de regering zit hebben ze meer invloed)
uitleg

Slide 6 - Tekstslide

politieke partij

Er zijn veel politieke partijen in Nederland. Ze hebben allemaal andere standpunten die je kan indelen op 
  • links/midden/rechts (sociaal-economisch)
  • progressief/conservatief (sociaal-cultureel)

Slide 7 - Tekstslide

Conservatieve standpunten 
  • vasthouden aan traditie
  • dingen houden zoals ze zijn 
  • verbieden 
uitleg

Slide 8 - Tekstslide

Progressieve standpunten 
  • verandering is goed
  • vrijheid om eigen keuzes te maken (bijv. euthanasie en abortus) 
uitleg

Slide 9 - Tekstslide

politiek rechts 
  • Passieve overheid; de overheid helpt alleen in noodsituaties en zorgt voor veiligheid.
  • Vrijheid voor burgers en het bedrijfsleven. Minder regels van de overheid
  • Mensen moeten eigen verantwoordelijkheid nemen en zelf zorgen voor inkomen 
uitleg

Slide 10 - Tekstslide

linkse standpunten 
  • actieve overheid: de overheid zorgt voor de kwetsbaren in de samenleving. 
  • gelijkheid: iedereen is gelijk, geen grote verschillen tussen rijk en arm. 
uitleg

Slide 11 - Tekstslide

politiek midden 
sommige partijen hebben linkse en rechtste standpunten. 

  • mensen moeten voor elkaar zorgen in de samenleving 
  • overheid helpt als mensen er zelf of samen niet uitkomen 


uitleg

Slide 12 - Tekstslide

Grote verschillen in rijkdom zijn oneerlijk
A
Links
B
Rechts

Slide 13 - Quizvraag

Welke uitspraak is progressief
A
Softdrugs mogen niet meer worden verkocht
B
XTC moet legaal worden

Slide 14 - Quizvraag

Werkgevers moeten makkelijker werknemers kunnen ontslaan
A
Links
B
Rechts

Slide 15 - Quizvraag

Welk standpunt is rechts?
A
Belastingen moeten omlaag
B
Rijken moeten meer belasting betalen

Slide 16 - Quizvraag

Abortus en euthanasie moet worden verboden
A
Progressief
B
Conservatief

Slide 17 - Quizvraag