Directe of indirecte rede

Wat is het verschil?
1. Sven vraagt: ‘Mag ik een kopje thee?’

 2. Sven vraagt of hij een kopje thee mag. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is het verschil?
1. Sven vraagt: ‘Mag ik een kopje thee?’

 2. Sven vraagt of hij een kopje thee mag. 

Slide 1 - Tekstslide

Indirecte of directe rede
Hij zei: '.....' 
Vervangen door Dat of Of

Slide 2 - Tekstslide

Welke zin klopt?
1. 'Ik verzin best wel wat, mopperde Rahma.' 

2. 'Ik verzin best wel wat,' mopperde Rahma. 

Slide 3 - Tekstslide

Welke zin klopt?
1. 'Jullie verzinnen nooit iets, vond Youssri, dus ik moet wel.' 

2. 'Jullie verzinnen nooit iets,' vond Youssri, 'dus ik moet wel.' 

Slide 4 - Tekstslide

Welke zin klopt?
1. Melroy zei: 'Zullen we gaan tennissen?' 

2. Melroy zei: 'Zullen we gaan tennissen?

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf de zin juist; 

Petra grinnikte geef me dan maar allebei een euro

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf de zin juist:
Onthef haar uit haar functie riep Willem boos.

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf de zin juist:
Ik geloof zei Daniël langzaam dat jouw visie op leiderschap niet helemaal klopt. 

Slide 8 - Tekstslide

Zet de zinnen in indirecte rede:
Karen vroeg: 'Mag ik de koffie?' 

Slide 9 - Tekstslide

Zet de zinnen in indirecte rede
Anne zegt: 'Ik houd van lezen.'

Slide 10 - Tekstslide

Zet de zinnen in indirecte rede
Joël vraagt: 'Wie kan mij dat boek aangeven?' 

Slide 11 - Tekstslide

Snappet les maken
SUCCES! 

Slide 12 - Tekstslide