Spelling_opdrH5_H6_V3

Deze les:
- Bespreken opdrachten Spelling H5
- Uitleg Spelling H6
- Cijfers beeldspraakopdracht volgen via de mail?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deze les:
- Bespreken opdrachten Spelling H5
- Uitleg Spelling H6
- Cijfers beeldspraakopdracht volgen via de mail?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
- Ik kan aangeven wanneer een komma, een dubbele punt, aanhalingstekens en een puntkomma worden gebruikt.
- Ik kan zinnen schrijven waarin leestekens correct zijn gebruikt.
- Ik kan (digitale) hulpmiddelen inzetten bij het controleren van mijn spelling.

Slide 2 - Tekstslide

Waarom deze leestekens?
1. Als ik straks op vakantie ben, ga ik eindelijk dat boek lezen; daar kijk ik al weken naar uit.

2. De assistente zei: 'De dokter is nog even bezig, dus neemt u plaats in de wachtkamer.'

Slide 3 - Tekstslide

Waarom deze leestekens?
3. Weet je dat je het woord 'super' ontzettend vaak gebruikt, Cynthia?

4. Mijn broer, de sportiefste van het gezin, doet aan drie sporten: voetbal, tennis en klimmen.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom deze leestekens?
5. Pak in ieder geval de volgende spullen in:
1 luchtbed en slaapzak;
2 handdoeken, zeep, shampoo, tandenborstel en tandpasta;
3 zaklamp met extra batterijen;
4 lunchpakket voor de eerste dag.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 3 en 4
Kijk opdracht 3 en 4 zelf na met behulp van het antwoordblad in It's Learning!

Slide 6 - Tekstslide

Directe en indirecte rede
De docent vraagt: 'Wat vonden jullie van de toets?'
--> directe rede

De docent vraagt wat jullie van de toets vonden.
--> indirecte rede

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 5
Zet de volgende zinnen van directe rede in de indirecte rede of andersom.

Slide 8 - Tekstslide

1. De weerman zegt dat het morgen de hele dag gaat stormen.

Slide 9 - Open vraag

2. 'Nu lust ik wel een kopje koffie', zei mijn vader na het eten.

Slide 10 - Open vraag

3. Joyce zucht dat ze echt geen zin heeft in dat familiefeestje.

Slide 11 - Open vraag

4. De buurvrouw vraagt aan Hanna of ze vanmiddag even op haar kinderen kan passen.

Slide 12 - Open vraag

5. 'Het is al tien uur!' riep Fedja geschrokken.

Slide 13 - Open vraag

Opdracht 6
Zelf nakijken aan de hand van het antwoordmodel in It's Learning.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Werkwoordsvormen
Voorbeeld: belegerd

Hele ww: belegeren
Pvtt: belegert (ik-vorm+t)
Voltooid deelwoord: belegerd

Slide 16 - Tekstslide

1. Maak een zin met deze werkwoordsvorm: vermoedden

Slide 17 - Open vraag

2. Maak een zin met deze werkwoordsvorm: verwachte

Slide 18 - Open vraag

3. Maak een zin met deze werkwoordsvorm: red

Slide 19 - Open vraag

4. De buurman ... (bevestigen) de caravan aan de auto.

Slide 20 - Open vraag

5. Die antieke lantaarnpalen ... (verlichten) vroeger de straat.

Slide 21 - Open vraag

6. Hij keek schuchter door de ... (verlichten) straat.

Slide 22 - Open vraag

7. 'Geen zin in', ... (antwoorden) hij op de vraag of hij wilde tennissen.

Slide 23 - Open vraag

Spelling H6
Spelling controleren

Slide 24 - Tekstslide

1. De over buren onder houden hun tuin slecht, waardoor wij geen moot uitzicht hebben.

Slide 25 - Open vraag

2. Het regend, al dagen en daar word ik, vreselijk sjachrijnig van.

Slide 26 - Open vraag

3. Houdt jij zoveel van voetballen of houd je broer er juist van?

Slide 27 - Open vraag

Spelling H6
Geschreven teksten controleren!
Hulpmiddelen:
- Spellingcorrector Word
- De Woordenlijst Nederlandse Taal (woordenlijst.org)
- Het (digitale) woordenboek (www.woorden.org)

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk - zondag 24 mei
Inleveren opdracht 2 t/m 10 op blz 256 t/m 259

Slide 30 - Tekstslide