Maandag 28 september

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Nederlands
  2. 5 minuutjes pauze
  3. Gezondheidskunde
  4. Voorlichting Bureau Halt
  5. PAUZE
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Nederlands
  2. 5 minuutjes pauze
  3. Gezondheidskunde
  4. Voorlichting Bureau Halt
  5. PAUZE

Slide 1 - Tekstslide

Klas 1D
1e uur                                           2e uur                                  3e uur

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je misschien al...
Even zelf nadenken: 
Schrijf alle klinkers van je eigen naam op het blaadje.

Slide 3 - Tekstslide

klinkers & medeklinkers
a e i o u (y)

b c d f g h j k l m n p q r s t v w x (y) z

Slide 4 - Tekstslide

De gekke Griekse y hoort bij allebei
Als klinker > typen, mysterie, embryo

Als medeklinker > yoghurt, yoga, 

Slide 5 - Tekstslide

Wat staat hier?
..a..ij....oo.   .e....ie..a..

en hier?

Pr.kt..ksch..l W.stfr..sl.nd

Slide 6 - Tekstslide

Lange klank/korte klank
kas - kaas
bek- beek
vis - vies
bos - boos
mus - muur
Maar let op! : gapen, eten, koken, sturen

Slide 7 - Tekstslide

Lettergrepen
Bos
Bosbes
Bosbessen
Bosbessentaart
Griep - dokter - ziekenhuis - behandeling

Slide 8 - Tekstslide

Pak je boek en maak:
Opdracht 1 blz 50-51 

Opdracht 2 blz 51-52

Ik loop langs voor hulp.

Slide 9 - Tekstslide

Lidwoorden en het zelfstandig naamwoord
de - het - een
de + het = bepaald lidwoord
een = onbepaald lidwoord

Een woord waar je de/het of een voor kunt zetten noem je= zelfstandig naamwoord. Een woord voor iets of iemand

Slide 10 - Tekstslide

Ga verder en maak:
Opdracht 3 blz 52/53

Opdracht 4 blz 53/54

Ben je klaar? Laat het nakijken!

Slide 11 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
Het koekje
Het lekkere koekje - het vieze koekje - het grote koekje - het kleine koekje - het warme koekje - het dunne koekje - het zoete koekje - het zoute koekje - het dure koekje - het roze koekje - het verbrande koekje - het opgegeten koekje.

Slide 12 - Tekstslide

Ga verder en maak:
Opdracht 5 blz 54/55

Opdracht 6 blz 55

Ben je klaar? Laat het nakijken!

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Leg uit of geef een voorbeeld:
  1. klinkers en medeklinkers
  2. Lange klank en korte klank
  3. Lettergreep
  4. Lidwoorden
  5. Zelfstandig naamwoord
  6. Bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Tekstslide

Verder met gezondheidskunde
Waar zijn jullie gebleven?

Slide 15 - Tekstslide

Verder met maatschappijleer
Waar zijn jullie gebleven?

Slide 16 - Tekstslide