Eerste deel van de les: thema 2 hoofdstuk 2> spelling en grammatica.
Nodig > een blaadje en het boek
Tweede deel van de les: studiemeter
Dina & Joy maken toets thema 1
Tijdens mentoruur krijgen jullie allemaal de toets terug.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je misschien al...
Even zelf nadenken:
Schrijf alle klinkers van je eigen naam op het blaadje.
Slide 3 - Tekstslide
klinkers & medeklinkers
a e i o u (y)
b c d f g h j k l m n p q r s t v w x (y) z
Slide 4 - Tekstslide
De gekke Griekse y hoort bij allebei
Als klinker > typen, mysterie, embryo
Als medeklinker > yoghurt, yoga,
Slide 5 - Tekstslide
Wat staat hier?
..a..ij....oo. .e....ie..a..
en hier?
Pr.kt..ksch..l W.stfr..sl.nd
Slide 6 - Tekstslide
Lange klank/korte klank
kas - kaas
bek- beek
vis - vies
bos - boos
mus - muur
Maar let op! : gapen, eten, koken, sturen
Slide 7 - Tekstslide
Lettergrepen
Bos
Bosbes
Bosbessen
Bosbessentaart
Griep - dokter - ziekenhuis - behandeling
Slide 8 - Tekstslide
Pak je boek en maak:
Opdracht 1 blz 50-51
Opdracht 2 blz 51-52
Ik loop langs voor hulp.
Slide 9 - Tekstslide
Lidwoorden en het zelfstandig naamwoord
de - het - een
de + het = bepaald lidwoord
een = onbepaald lidwoord
Een woord waar je de/het of een voor kunt zetten noem je= zelfstandig naamwoord. Een woord voor iets of iemand
Slide 10 - Tekstslide
Ga verder en maak:
Opdracht 3 blz 52/53
Opdracht 4 blz 53/54
Ben je klaar? Laat het nakijken!
Slide 11 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord vertelt jou iets over het zelfstandig naamwoord.
Het koekje
Het lekkere koekje - het vieze koekje - het grote koekje - het kleine koekje - het warme koekje - het dunne koekje - het zoete koekje - het zoute koekje - het dure koekje - het roze koekje - het verbrande koekje - het opgegeten koekje.
Slide 12 - Tekstslide
Ga verder en maak:
Opdracht 5 blz 54/55
Opdracht 6 blz 55
Ben je klaar? Laat het nakijken!
Slide 13 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Leg uit of geef een voorbeeld: (ik wijs iemand aan)