Herhaling/voorbereiding toets H4 grammatik en H5

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Herhaling/voorbereiding toets

Doel van deze les: 

Voorbereiding op de toets! 

We gaan de Feestenten-regel, het voltooid deelwoord, de uitgangen van ein/keine, bezittelijke voornaamwoorden en de tips voor het schrijven van een uitnodiging herhalen

Herhaling – Grammatik Kapitel 4: Präsens 

In het Duits krijgen werkwoorden verschillende uitgangen afhankelijk van de persoon (ik, jij, hij/zij, enz.).

We gebruiken de Feestenten-regel voor de uitgangen.

Ich spiele (Ik speel)

Du spielst (Jij speelt)

Er spielt (Hij speelt)

Wir spielen (Wij spelen)

Ihr spielt (Jullie spelen)

Sie spielen (Zij spelen)

                                                             Die Tiere ___________________ im Garten. (spielen)

Herhaling – Grammatik Kapitel 4: Partizip Perfekt

Basisregel --> ge + stam + t

Uitzonderingen:

Wanneer het werkwoord eindigt op -ieren --> stam + t

Wanneer de stam eindigt op d of een t. --> ge + stam + et

Wanneer het werkwoord met be- of ver- begint --> stam + t
Wanneer het werkwoord een voorzetsel heeft zoals: Mitbringen:

 = Mitgebracht --> voorzetsel + ge + stam + t

Übersetze und ergänze die richtige Form. 

Bijvoorbeeld:

geen              Felix mag _____________________ Soße. 

een                Hast du noch _____________________ Tasse für mich? 

Übersetze und ergänze die richtige Form. 

 mijn              Das ist _____________________ Freund.

 onze             Das sind _____________________ Gläser.

 uw                 Wie alt sind _____________________ Eltern?

Tips voor het schrijven van een uitnodiging:

Begin met een vriendelijke begroeting: --> Liebe ...,  of Lieber ..., 

Verwerk de gevraagde punten --> Hoe nodig je iemand uit?

--> waarvoor nodig je diegene uit?

-->wanneer verwacht je hem of haar?

-->geef aan dat je het leuk vind als hij of zij komt.

Vergeet je afsluiting niet! --> Liebe Grüße,   jou naam.

Wat kun je verwachten

• Lies den Text und beantworte die Fragen.Kreise (=omcirkel) die richtige Antwort ein. 
• Lernliste N-D: Übersetze und ergänze. 
• Ergänze den Gegensatz (tegenstelling). 
• Lernliste D-N  
• Grammatik Kapitel 4: Ergänze die Verben im Präsens (tegenwoordige tijd).
• Grammatik Kapitel 4: Ergänze das Partizip (voltooid deelwoord) 

Wat kun je verwachten

Deze opdracht (2c) is alleen voor vwo-leerlingen: Ergänze (vul aan) zu jeder Kategorie 2 Wörter ( 2 woorden met lidwoord). 
Voorbeeld --> bijv. bestek - het mes (uiteraard in het Duits)

4a. Grammatik Kapitel 5: (4a) is alleen voor havo-leerlingen: Übersetze und ergänze die richtige Form. 

Doel bereikt?

Zijn er nog vragen?

Extra tips voor de toets:

Vergeet niet om regelmatige werkwoorden goed te oefenen (zoals spielen, machen, kaufen).

Let goed op de uitgangen van werkwoorden in de tegenwoordige tijd (bijv. -st, -t, -en).

Herhaal de bezittelijke voornaamwoorden!

                                                      Neem de tijd tijdens je toets!