In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Tip: bedenk voor jezelf een concreet voorbeeld bij spellingbewustzijn en spellinggeweten.
Bv. de leerkracht besteedt aandacht aan de regel van gelijkvormigheid, als hij een onderzoeksvraag van de kinderen op het themabord schrijft. Dit doet hij dan hardop denkend voor.
Slide 3 - Tekstslide
Is het vakdidactisch model duidelijk? Denk eens na over de vraag welke pijler wordt ingezet, als een leerkracht jeugdliteratuur (het boek wat net wordt voorgelezen) inzet bij de spellingles.
Slide 4 - Tekstslide
En als je weet welke ito-pijler naar voren komt, kun je dan aangeven of dit een deductief of inductief voorbeeld van een les is?
Slide 5 - Tekstslide
strategisch
sociaal
reflectief
integratief
betekenisvol
deductief
kan beiden, kans voor inductief
deductief (als woorden al zijn geselecteerd)
en deductief, want hij laat de kinderen dit niet zelf ontdekken
inductief
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeelden
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Vakterm die pas bij beginnende geletterdheid en de lkt aan bod komt.
=
Slide 10 - Tekstslide
extra info
Slide 11 - Tekstslide
Extra info
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Welke regels past een kind toe als hij schrijft 'hij meldt'?
Slide 17 - Open vraag
Wat is de 'stam' van een werkwoord?
Slide 18 - Open vraag
Wat moet een kind weten van grammatica om werkwoorden goed te spellen?
Slide 19 - Open vraag
Welke werkwoorden zijn sterk? Welke werkwoorden zijn zwak? (ter info, geen toetsdoel)
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
In eerste instantie wordt de regel aangeboden en geoefend.
Veel methodes, zoals Staal, werken naar analogie van een voorbeeldwerkwoord.
Het werken naar analogie gebeurt steeds makkelijker naarmate de regel bekend is en wordt begrepen.