Literatuurgeschiedenis ME

Welkom bij Nederlands!
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Info
  • Uitleg Literatuurgeschiedenis Middeleeuwen
  • Vragen?
  • Reinaert de Vos
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide



Info
Vandaag het eerste stuk Literatuurgeschiedenis.
Schrijf mee :-) 

We gaan universiteitje spelen...
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Vragen?
  • Opdracht
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Literatuurgeschiedenis

Slide 4 - Tekstslide

Literatuurgeschiedenis
We gaan ons bezighouden met de volgende vragen:
  1. Welke verhalen werden geschreven of verteld?
  2. Met welk doel werden die verhalen geschreven of verteld?
  3. Door wie werden die verhalen gelezen?
  4. Hoe hangen die verhalen samen met de tijd waarin ze ontstaan zijn?

Slide 5 - Tekstslide

Literatuurgeschiedenis
De literatuurgeschiedenis is opgedeeld in literaire periodes die je voor een deel kent van het vak geschiedenis. Vandaag kijken we naar de literatuurgeschiedenis van de middeleeuwen. 

Slide 6 - Tekstslide

Waarom moet ik dat allemaal weten?


  • Het is de Nederlandse cultuur.
  • Veel teksten, films, bekende citaten etc. verwijzen naar de oude Nederlandse teksten.
  • Unieke manier om te lezen wat iemand 500 of zelfs 800 jaar geleden bezighield en hoe hij leefde (tijdcapsule).

Slide 7 - Tekstslide

Middeleeuwen
De literatuurgeschiedenis van Nederland begint in de middeleeuwen. Voor die tijd zijn er geen overgeleverde teksten uit het Nederlands.

Slide 8 - Tekstslide

Algemene inleiding middeleeuwen

Vandaag bespreken we de volgende onderwerpen:
  • historische context
  • welke taal spraken de mensen in de middeleeuwen?
  • wat waren de middeleeuwers voor mensen?

Slide 9 - Tekstslide

Middeleeuwen 
historische context
De middeleeuwen duren van 500 tot 1500 en zijn verdeeld in de vroege middeleeuwen (500-1000), de hoge middeleeuwen (1000-1300) en de late middeleeuwen (1300-1500)
In de late middeleeuwen worden de steden langzamerhand  steeds belangrijker en de burgers in de steden krijgen steeds meer macht. Het oude leenstelsel waarin de adel alle macht had, begint af te brokkelen. 
In de hoge middeleeuwen onstonden de eerste steden in West-Europa en tegen betaling krijgen ze een zekere mate van zelfstandigheid. Dit is de tijd waarin de indrukwekkende kathedralen worden gebouwd en de eerste universiteiten ontstaan. In deze periode begint ook de Nederlandse literatuur.
De vroege middeleeuwen zijn voor de Nederlandse literatuur minder belangrijk, omdat er geen teksten zijn overgeleverd. Het is de tijd van de adel (ridders) en de geestelijken (priesters en monniken). Wie niet tot een van deze twee groepen behoorde, had niets te vertellen. De adel verdeelt het land door middel van het leenstelsel. De hoogste vorst leent land uit aan andere edellieden. Die zijn "de baas" in het gebied dat ze geleend hebben. In ruil daarvoor moeten ze trouw aan de vorst zweren en belasting betalen. Er waren nog geen steden in wat nu Nederland heet.

Slide 10 - Tekstslide

Welke taal spraken de mensen in de middeleeuwen?

Slide 11 - Tekstslide

1500
1300
1100
600
Hoe oud zijn deze tekstfragmenten?
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu
maltho thi afrio lito

Vraye historie ende al waer
maghic u tellen, hoort er naer! 
Het ghebuerde dat des heer Ghijsbrecht Mariken zijnder nichten seynden wilde in die stadt van Nieumeghen

Slide 12 - Sleepvraag

Allereerste Nederlandse literaire tekst

Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu



gevonden in een Oudengels prekenhandschrift, omstreeks 1100

Slide 13 - Tekstslide

Echte oudste Nederlandse zin
De zin olla vogala ... is wel de oudste literaire zin, maar niet het alleroudste Nederlands. Dat is:
maltho thi afrio lito  

Deze zin stond in een wetboek uit de zesde eeuw. Welke woorden herken je, als je denkt aan de zin: Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu?
betekenis
Ik maak je vrij, halfvrije
Deze zin werd uitgesproken als een halfvrije (een soort slaaf) helemaal vrij werd gemaakt.
 

Slide 14 - Tekstslide

De middeleeuwse maatschappij was theocentrisch. Wat betekent dat?
In het dagelijks leven ...
A
... staat de wetenschap centraal.
B
... staan God en godsdienst centraal.
C
... staan geld en economie centraal.
D
... staat iemand die Theo heet centraal.

Slide 15 - Quizvraag

Het leven in de middeleeuwen
De middeleeuwse cultuur is theocentrisch. God en alles wat met godsdienst (Rooms-Katholiek) te maken heeft staan centraal. Het leven na de dood is belangrijker dan het leven zelf. Een bekende spreuk is memento mori: gedenk te sterven. Probeer om in de hemel te komen.
De priesters en de monniken (de geestelijkheid) hebben daarom het meeste te vertellen. Zij zijn de belangrijkste stand.

Slide 16 - Tekstslide

Het leven in de middeleeuwen

De tweede belangrijke stand was de adel. De adel had de wereldlijke macht verdeeld via het feodale stelsel ook wel het leenstelsel genoemd. Daarbij leent de koning (leenheer) zijn grond aan de leenmannen.
De leenheer verdeelt zijn grond in kleinere gebieden en leent  die uit aan zijn leenmannen (vazallen). In ruil voor het gebruik van de grond helpen de leenmannen hun leenheer als er gevochten moet worden. Essentieel is de onvoorwaardelijke trouw tussen leenman en leenheer.
De leenmannen kunnen de hun toebedeelde grond weer opdelen in kleinere gebieden en die weer uitlenen aan onderleenmannen (ondervazallen).  Ook hier geldt dat onvoorwaardelijke trouw essentieel is en dat de onderleenmannen hun leenheer helpen als er gevochten moet worden.

Slide 17 - Tekstslide

Het leven in de middeleeuwen
Je hebt gezien dat de middeleeuwse maatschappij een standenmaatschappij was. Gedurende het grootste deel van de middeleeuwen waren er maar twee standen: de geestelijkheid en de adel. Pas vanaf de late middeleeuwen wordt een derde stand belangrijk: de burgerij. Dit zijn de inwoners van de steden.

Slide 18 - Tekstslide

Literatuur in de middeleeuwen
Uit de vroege middeleeuwen is geen Nederlandse literatuur overgebleven. Dat komt doordat in die tijd verhalen niet werden opgeschreven, ze werden alleen verteld. We noemen dat orale literatuur. Pas in de hoge middeleeuwen begint men heel af en toe verhalen op te schrijven op perkament, zodat wij ze nog steeds kunnen lezen. Bekijk de volgende video over boeken en geschriften in de middeleeuwen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Boekdrukkunst
De boekdrukkunst is uitgevonden aan het einde van de middeleeuwen (1445)  door Johannes Gutenberg. Gutenberg heeft uitgevonden dat je kon drukken met losse letters. Voor die tijd kon men wel al een complete pagina van een boek uit hout snijden (blokboek) en deze drukken. Maar dat was verschrikkelijk veel werk. 

Slide 21 - Tekstslide

Hofdag
Hofdag: Een hofdag was vroeger in verhalen een bekend verschijnsel. Het was een dag waarop de koning al zijn vazallen, zijn edelen, bijeen riep om de klachten van het volk te horen en recht te spreken. 
(Reynaert de Vos - begint met een hofdag. Hier rechtspreken). 

Slide 22 - Tekstslide

Reinaert de Vos
Op de hofdag komen alle dieren opdagen, behalve Reynaert de vos, want die heeft te veel misdaan. Vele dieren klagen over Reynaerts misdaden. De wolf Isegrim getuigt dat Reynaert de wolvin Hersinde heeft verkracht. Als Cantecleer de haan aankomt met de dode kip Coppe besluit de koning een bode te sturen (Bruun de beer) om de vos te dagvaarden (1e indaging).  Reynaert lokt de beer in de val. Dit lukt doordat hij hem honing belooft, die in een boomstam zou zitten. De beer raakt in de eik vastgeklemd. Het hele dorp komt hem afrossen. Als Julocke (jou lok ik) de vrouw van de pastoor, door het gedrang in het water sukkelt, slaagt Bruun erin zich los te rukken. Daarna wordt Tibeert de kater uitgezonden (2e indaging) . Hij wordt door Reynaert naar de schuur van de pastoor gelokt, waar muizen zouden zitten. Tibeert raakt in een strop, maar ontsnapt nadat hij de pastoor  heeft toegetakeld. 

Slide 23 - Tekstslide

Hij wordt door Reynaert naar de schuur van de pastoor gelokt, waar muizen zouden zitten. Tibeert raakt in een strop, maar ontsnapt nadat hij de pastoor deerlijk heeft toegetakeld. De derde bode wordt Grimbeert de das. Met hem gaat de vos mee. Onderweg biecht Reynaert zijn zonden op. Hij lijkt meer plezier dan berouw te hebben. Aan het hof wordt de vos veroordeeld. De beer, de wolf en de kater zullen de galg in orde brengen. Terwijl die drie weg zijn, spreekt de vos het koningspaar nog een 'laatste' keer toe. In zijn tweede biecht maakt Reynaert gewag van een staatsgreep die zou zijn beraamd om Bruun op de troon te helpen. Geld om deze operatie te bekostigen was er in overvloed dankzij een schat die Reynaerts vader gevonden had. Reynaert doet zich voor als trouwe onderdaan en vertelt dat hij door het stelen van de schat de staatsgreep heeft verhinderd. Hij wil de koning zelfs de vindplaats van de schat aanwijzen. Op dat moment vliegt de raaf Tiecelijn weg om de drie "vijanden" te verwittigen. Tibeert gelooft dat Reynaert zich zal vrijpraten en geeft zich gewonnen. Maar de wolf en de beer rennen terug naar het hof, waar ze als samenzweerders in de boeien worden geklonken

Slide 24 - Tekstslide

- Reynaert vertrekt op pelgrimstocht naar Rome met een tas gesneden uit het vel van de beer en schoenen uit de huid van het wolvenpaar. Haas en ram vergezellen de vos tot aan Malpertuus. In het vossenhol wordt Cuwaert de haas vermoord en opgegeten. Zijn hoofd wordt in de tas van berenvel gestopt. De ram Belijn moet die aan de koning bezorgen en erbij vertellen dat hij "de brief" persoonlijk gedicteerd heeft. Als aap Botsaert, de hofklerk, de tas opent wordt het bedrog van de vos duidelijk. Firapeel de luipaard stelt voor om Bruun en Isegrim vrij te laten en hen voor eeuwig en altijd toe te laten de schapen te bejagen. Reynaert wordt vogelvrij verklaard. Dat is dan "sconinx vrede".

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Van den Vos Reynaerde
  • Dierenepos
  • Tweede helft 13e eeuw
  • Willem, die Madocke maecte
  • Origineel: Le roman de Renart
  • Dieren worden als mens voorgesteld (antropomorf)

Slide 27 - Tekstslide

Welke eigenschap hoort bij de beer?
Welke eigenschap hoort bij de leeuw?

Slide 28 - Tekstslide

Symboliek in de middeleeuwen
  • Getallensymboliek
  • Kleurensymboliek
  • Bloemen- en plantensymboliek
  • Dierensymboliek

Slide 29 - Tekstslide

Symboliek in de middeleeuwen
Getallensymboliek
  • twee = getal van het kwaad
  • drie = volmaaktheid, goddelijkheid
(heilige drie-eenheid)
  • zeven = God

Slide 30 - Tekstslide

Symboliek in de middeleeuwen
Dierensymboliek
    • slang = duivel
    • vos = sluwheid
    • beer = hebzucht
    • hond = trouw

    Slide 31 - Tekstslide

    Fabel

    • Dieren met menselijke eigenschappen.
    • Bevat een moraal (= wijze les).
    • Aesopus = Griekse fabeldichter
    • Esopet (onbekende auteur)
    • Jean de la Fontaine
    • Fabeltjeskrant (tv-serie)


    Dierepiek

    • Van den Vos Reynaerde
    • Satire op de ridderroman en de middeleeuwse samenleving

    Slide 32 - Tekstslide

    Antropomorfe dieren in moderne werken

    Slide 33 - Tekstslide