Reinaert de Vos

Welkom bij Nederlands!
Pak vast je Reynaert
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Pak vast je Reynaert

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Info
  • Samen lezen
  • Opdracht
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide



Periode 4
In het PTO staat:
  • Toets Reynaert
Vandaag
  • Lezen
  • Info
  • Enquête
  • Uitleg
  • Lezen
  • Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Literatuurgeschiedenis

Slide 5 - Tekstslide

Literatuurgeschiedenis
De literatuurgeschiedenis is opgedeeld in literaire periodes die je voor een deel kent van het vak geschiedenis. Vandaag kijken we naar de literatuurgeschiedenis van de middeleeuwen. 

Slide 6 - Tekstslide

Waarom moet ik dat allemaal weten?


  • Het is de Nederlandse cultuur.
  • Veel teksten, films, bekende citaten etc. verwijzen naar de oude Nederlandse teksten.
  • Unieke manier om te lezen wat iemand 500 of zelfs 800 jaar geleden bezighield en hoe hij leefde (tijdcapsule).

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet je van de middeleeuwen?

Slide 8 - Open vraag

Algemene inleiding middeleeuwen

Vandaag bespreken we de volgende onderwerpen:
  • historische context
  • welke taal spraken de mensen in de middeleeuwen?
  • wat waren de middeleeuwers voor mensen?

Slide 9 - Tekstslide

Middeleeuwen 
historische context
De middeleeuwen duren van 500 tot 1500 en zijn verdeeld in de vroege middeleeuwen (500-1000), de hoge middeleeuwen (1000-1300) en de late middeleeuwen (1300-1500)
In de late middeleeuwen worden de steden langzamerhand  steeds belangrijker en de burgers in de steden krijgen steeds meer macht. Het oude leenstelsel waarin de adel alle macht had, begint af te brokkelen. 
In de hoge middeleeuwen onstonden de eerste steden in West-Europa en tegen betaling krijgen ze een zekere mate van zelfstandigheid. Dit is de tijd waarin de indrukwekkende kathedralen worden gebouwd en de eerste universiteiten ontstaan. In deze periode begint ook de Nederlandse literatuur.
De vroege middeleeuwen zijn voor de Nederlandse literatuur minder belangrijk, omdat er geen teksten zijn overgeleverd. Het is de tijd van de adel (ridders) en de geestelijken (priesters en monniken). Wie niet tot een van deze twee groepen behoorde, had niets te vertellen. De adel verdeelt het land door middel van het leenstelsel. De hoogste vorst leent land uit aan andere edellieden. Die zijn "de baas" in het gebied dat ze geleend hebben. In ruil daarvoor moeten ze trouw aan de vorst zweren en belasting betalen. Er waren nog geen steden in wat nu Nederland heet.

Slide 10 - Tekstslide

Welke taal spraken de mensen in de middeleeuwen?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Verborgen boodschappen
Je maakt in tweetallen de opdracht.
Het gaat over het oudste Nederlands en wat je er nog van herkent.

Daarna bespreken we het na.

Opdracht

Slide 13 - Tekstslide

1500
1300
1100
600
Hoe oud zijn deze tekstfragmenten?
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu
maltho thi afrio lito

Vraye historie ende al waer
maghic u tellen, hoort er naer! 
Het ghebuerde dat des heer Ghijsbrecht Mariken zijnder nichten seynden wilde in die stadt van Nieumeghen

Slide 14 - Sleepvraag

Allereerste Nederlandse literaire tekst

Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu



gevonden in een Oudengels prekenhandschrift, omstreeks 1100

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Echte oudste Nederlandse zin
De zin olla vogala ... is wel de oudste literaire zin, maar niet het alleroudste Nederlands. Dat is:
maltho thi afrio lito  

Deze zin stond in een wetboek uit de zesde eeuw. Welke woorden herken je, als je denkt aan de zin: Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu?
betekenis
Ik maak je vrij, halfvrije
Deze zin werd uitgesproken als een halfvrije (een soort slaaf) helemaal vrij werd gemaakt.
 

Slide 17 - Tekstslide

De middeleeuwse maatschappij was theocentrisch. Wat betekent dat?
In het dagelijks leven ...
A
... staat de wetenschap centraal.
B
... staan God en godsdienst centraal.
C
... staan geld en economie centraal.
D
... staat iemand die Theo heet centraal.

Slide 18 - Quizvraag

Het leven in de middeleeuwen
De middeleeuwse cultuur is theocentrisch. God en alles wat met godsdienst (Rooms-Katholiek) te maken heeft staan centraal. Het leven na de dood is belangrijker dan het leven zelf. Een bekende spreuk is memento mori: gedenk te sterven. Probeer om in de hemel te komen.
De priesters en de monniken (de geestelijkheid) hebben daarom het meeste te vertellen. Zij zijn de belangrijkste stand.

Slide 19 - Tekstslide

Het leven in de middeleeuwen

De tweede belangrijke stand was de adel. De adel had de wereldlijke macht verdeeld via het feodale stelsel ook wel het leenstelsel genoemd. Daarbij leent de koning (leenheer) zijn grond aan de leenmannen.
De leenheer verdeelt zijn grond in kleinere gebieden en leent  die uit aan zijn leenmannen (vazallen). In ruil voor het gebruik van de grond helpen de leenmannen hun leenheer als er gevochten moet worden. Essentieel is de onvoorwaardelijke trouw tussen leenman en leenheer.
De leenmannen kunnen de hun toebedeelde grond weer opdelen in kleinere gebieden en die weer uitlenen aan onderleenmannen (ondervazallen).  Ook hier geldt dat onvoorwaardelijke trouw essentieel is en dat de onderleenmannen hun leenheer helpen als er gevochten moet worden.

Slide 20 - Tekstslide

Het leven in de middeleeuwen
Je hebt gezien dat de middeleeuwse maatschappij een standenmaatschappij was. Gedurende het grootste deel van de middeleeuwen waren er maar twee standen: de geestelijkheid en de adel. Pas vanaf de late middeleeuwen wordt een derde stand belangrijk: de burgerij. Dit zijn de inwoners van de steden.

Slide 21 - Tekstslide

Literatuur in de middeleeuwen
Uit de vroege middeleeuwen is geen Nederlandse literatuur overgebleven. Dat komt doordat in die tijd verhalen niet werden opgeschreven, ze werden alleen verteld. We noemen dat orale literatuur. Pas in de hoge middeleeuwen begint men heel af en toe verhalen op te schrijven op perkament, zodat wij ze nog steeds kunnen lezen. Bekijk de volgende video over boeken en geschriften in de middeleeuwen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Boekdrukkunst
In de video wordt gesproken over de uitvinding van de boekdrukkunst aan het einde van de middeleeuwen (1445)  door Johannes Gutenberg. Gutenberg heeft uitgevonden dat je kon drukken met losse letters. Voor die tijd kon men wel al een complete pagina van een boek uit hout snijden (blokboek) en deze drukken. Maar dat was verschrikkelijk veel werk. 

Slide 25 - Tekstslide

Hofdag
Hofdag: Een hofdag was vroeger in verhalen een bekend verschijnsel. Het was een dag waarop de koning al zijn vazallen, zijn edelen, bijeen riep om de klachten van het volk te horen en recht te spreken. 
(Reynaert de Vos - begint met een hofdag. Hier rechtspreken). 

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht
Geef in tweetallen antwoord op de volgende vragen:
  • Wat is er tot nu toe gebeurd in het verhaal?
  • Wat voor beeld hebben jullie van Reynaert en andere dieren gekregen?

Slide 27 - Tekstslide

Symboliek in de middeleeuwen
  • Getallensymboliek
  • Kleurensymboliek
  • Bloemen- en plantensymboliek
  • Dierensymboliek

Slide 28 - Tekstslide

Symboliek in de middeleeuwen
Getallensymboliek
  • twee = getal van het kwaad
  • drie = volmaaktheid, goddelijkheid
(heilige drie-eenheid)
  • zeven = God

Slide 29 - Tekstslide

Symboliek in de middeleeuwen
Dierensymboliek
    • slang = duivel
    • vos = sluwheid
    • beer = hebzucht
    • hond = trouw

    Slide 30 - Tekstslide

    Reinaert de Vos

    Slide 31 - Tekstslide

    Opdracht Symboliek
    • Welke symbolen herkennen jullie in het verhaal tot nu toe?
    • Welke symbolen kloppen niet (helemaal)?
    • Wat voorspelt dit voor het verloop van de rest van het verhaal?
    timer
    10:00

    Slide 32 - Tekstslide

    Terugblik vorige les
    Wat weet je nog van het Oudnederlands?

    Slide 33 - Tekstslide

    Wat was een hofdag?

    Slide 34 - Tekstslide

    Wat weet je van literatuur uit de Middeleeuwen?

    Slide 35 - Open vraag

    Lesdoelen

    - Je kent het begin van Van den vos Reynaerde

    - Je herkent maatschappijkritiek in het verhaal



    Slide 36 - Tekstslide

    Begin

    Slide 37 - Tekstslide

    Slide 38 - Link

    Heeft het verhaal 'De schelmenstreken van Reinaert de Vos een happy end? Motiveer je antwoord.

    Slide 39 - Open vraag

    Verborgen boodschappen
    Zo'n verborgen boodschap noemen we ook wel een acrostichon.
    Verborgen boodschap

    Slide 40 - Tekstslide

    Acrostichon en verborgen boodschappen....
    Wilhelmus
    In het Wilhelmus zit zo'n acrostichon verborgen. De eerste letters van de coupletten vormen de letters Willem van Nassov.
    Backmasking
    Dit is de techniek waarbij je  als je de muziek achterstevoren afspeelt een boodschap hoort.
    Tekst
    De geleerde man
    Voorbeeld van een naamdicht

    Slide 41 - Tekstslide

    Slide 42 - Video

    Opdracht:
    *Je gaat een acristochon maken van je eigen naam, de naam van een vriend/vriendin of bekend persoon, maar een ander onderwerp kan ook. 
    *Schrijf steekwoorden over het onderwerp op of bedenk eigenschappen die bij de naam van de persoon horen. 
    *Met deze steekwoorden ga je aan de slag bij het schrijven van het naamdicht. Het naamdicht mag rijmen maar het hoeft niet.

    Slide 43 - Tekstslide

    Welke personages?
    Welke persoonlijkheid?

    Slide 44 - Woordweb

    Werkstuk PO
    Opdracht 1 is het werkstuk.
    Kijk even met me mee om het op te frissen.

    Symboliek: denk aan de drie standen in de Middeleeuwse maatschappij (adel - kerk - burgerij)!

    Slide 45 - Tekstslide



    Script
    In het script moet komen te staan:
    • Waar het zich afspeelt
    • Wie erbij aanwezig zijn
    • Wie wat zegt

    Je mag tekst & details veranderen.
    De belangrijkste gebeurtenissen moeten herkenbaar blijven.
    Vandaag
    • Lezen
    • Info
    • Uitleg
    • Opdracht
    • Afsluiting

    Slide 46 - Tekstslide



    Opdracht
    Als je alles steeds af hebt gekregen, heb je nu al bijna je werkstuk af!
    Je kunt kiezen:
    • Je werkt je werkstuk verder uit in Word.
    • Je gaat vast aan de slag met je script schrijven.
    Vandaag
    • Lezen
    • Info
    • Uitleg
    • Opdracht
    • Afsluiting

    Slide 47 - Tekstslide

    Aan de slag!
    Ga in je groepje zitten.
    Kijk goed naar de opdracht en ga aan de slag met het werkstuk.

    Slide 48 - Tekstslide

    Aan de slag!
    Kies zelf of je alleen gaat lezen of weer in een groepje.
    Groepje? Zoek anderen op & zoek een plekje.
    Alleen? Ga lekker lezen! :-)

    Slide 49 - Tekstslide

    Afronding
    Hebben jullie vragen over het verhaal?
    Zijn er dingen die je onduidelijk vindt?

    Slide 50 - Tekstslide

    Opdracht
    Ga naar:
    www.lezenvoordelijst.nl
    Zoek bij Docenten 15-18 jaar naar Van den vos Reynaerde

    Maak opdracht Niveau 4 Verbale kwaliteiten
    Succes!

    Slide 51 - Tekstslide

    Slide 52 - Video