OOGG neurologie les 1

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NeurologieHoger onderwijs

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Banen die leiden naar het centraal zenuwstelsel zijn
A
afferente banen
B
efferente banen

Slide 19 - Quizvraag

Uitlopers van neuronen
A
dendrieten
B
astrocyten
C
neurieten

Slide 20 - Quizvraag

het autonoom zenuwstelsel is
A
willekeurig vegetatief
B
onwillekeurig vegetatief
C
willekeurig bewust

Slide 21 - Quizvraag

het sympatisch zenuwstelsel brengt
A
actie
B
rust

Slide 22 - Quizvraag

steunweefsel
A
galacellen
B
gliacellen
C
gamacellen

Slide 23 - Quizvraag

zenuwcellen
A
neurieten
B
gliacellen
C
neuronen

Slide 24 - Quizvraag

neurieten ontwikkelen zich tot
A
axonen en dendrieten
B
axonen en neurieten
C
dendrieten en astrocyten

Slide 25 - Quizvraag

het parasympatisch zenuwstelsel brengt
A
actie
B
rust

Slide 26 - Quizvraag

wegtrekken of grijpen is een
A
sensorisch effect
B
motorisch effect

Slide 27 - Quizvraag

zintuigen die iets waarnemen zijn
A
sensorisch
B
motorisch

Slide 28 - Quizvraag

het centraal zenuwstelsel bestaat uit
A
hersenzenuwen, ruggenmerg en kleine hersenen
B
kleine hersenen en grote hersenen
C
ruggenmerg, kleine hersenen en grote hersenen
D
ruggenmerg en hersenzenuwen

Slide 29 - Quizvraag

banen die vertrekken vanuit het centraal zenuwstelsel zijn
A
afferente banen
B
efferente banen

Slide 30 - Quizvraag

het somatisch zenuwstelsel is
A
willekeurig onbewust
B
willekeurig vegetatief
C
willekeurig bewust

Slide 31 - Quizvraag

het perifeer zenuwstelsel bestaat uit
A
ruggenmerg en hersenzenuwen
B
hersenzenuwen en ruggenmergzenuwen
C
hersenzenuwen en kleine hersenen
D
kleine hersenen en grote hersenen

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide