BS 5 Variatie in Genotype MAX

VARIATIE 
  IN              
GENOTYPEN
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

VARIATIE 
  IN              
GENOTYPEN

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat variatie is
Je kunt beschrijven hoe door geslachtelijke voortplanting in genotypen ontstaat.
Je kunt het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting uitleggen
Je kunt omschrijven wat een mutatie is
Je kunt omschrijven hoe kanker ontstaat.


Slide 2 - Tekstslide

Variatie

Slide 3 - Woordweb

Hoe ontstaat variatie? (Gebruik de woorden fenotype of genotype in je antwoord)

Slide 4 - Open vraag

Geslachtelijke voortplanting
Twee geslachtscellen versmelten

Die hebben verschillende genotypen DUS hebben nakomelingen steeds nieuwe genotypen 

Slide 5 - Tekstslide

Nu weet je wat geslachtelijke voortplanting is. Wat zou ongeslachtelijke voortplanting zijn?

Slide 6 - Open vraag

Ongeslachtelijke voortplanting
Als een deel van een plant uitgroeit tot een nieuwe plant.

Het genotype  blijft dus precies hetzelfde.
Voorbeelden:
           - Stekken
           - Knollen/bollen

Slide 7 - Tekstslide

Als je een appel dan zie je pitjes. Pitjes zijn horen bij...
A
Pittige voortplanting
B
Geslachtelijke voortplanting
C
Ongeslachtelijke voortplanting
D
Plantaardige voortplanting

Slide 8 - Quizvraag

Mutaties
Een mutatie is een verandering in het genotype.
Mutatie in lichaamscel? Genotype andere cellen verandert niet. 

Mutatie in geslachtscel? Na bevruchting zit de mutatie in alle cellen. 

Slide 9 - Tekstslide

Mutaties

Mutant: mutatie komt tot uiting

Voorbeeld: Albinisme 
Er zijn heel veel mutaties mogelijk.


Slide 10 - Tekstslide

Ontstaan van mutaties
Spontaan, bijvorobeeld tijdens celdeling

Mutagene invloeden (invloed van buiten)


  • UV- straling (Zon)
  • Sigarettenrook
  • Asbeststof
  • Röntgen- en radioactieve straling

Slide 11 - Tekstslide

Zijn alle mutaties slecht?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Bij geslachtelijke voortplanting vindt er ook meiose plaats
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Tumor (gezwel)
Tumor: door mutatie gaan cellen snel delen, zonder stoppen. 

Goedaardige tumor:
Deze groeit langzaam en tast omliggend weefsel niet aan.

Kwaadaardige tumor:
Deze groeit snel en tast omliggend weefsel aan

Slide 14 - Tekstslide

Kanker

Als de cellen van een kwaadaardige tumor in het bloed komen kunnen ze zich door het lichaam verspreiden en meer tumoren vormen.

Dit noemen we uitzaaiingen' (metastase).

Slide 15 - Tekstslide

Werk aan...
De opgaven van 3.5, let op: lees eerst de paragraaf goed door!
Werk aan de poster voor duurzaamheid

Slide 16 - Tekstslide

Door röntgenstraling ontstaat er variatie in het genotype
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Geslachtelijke voortplanting zorgt voor meer variatie dan ongeslachtelijke voortplanting
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Wat is waar over goedaardige gezwellen?
A
Ze groeien langzaam
B
Dringen niet andere weefsels binnen.
C
Ze zaaien niet uit
D
Groeien snel

Slide 19 - Quizvraag