W3a1-19012021
1 / 12
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de Ein-Gruppe?
A
'ein' + 'kein'
B
alle lidwoorden
C
'ein' + 'kein' + bijv. nw.
D
'ein' + 'kein' + bezittel. vnw.
Slide 4 - Quizvraag
Hoe worden de bijvoeglijke naamwoorden in de eerste naamval vervoegd?
A
M: - V: -e O: -
MV: -e
B
M: -er V: -e O: -es MV: -e
C
M: -er V: -e O: -er
MV: -en
D
M: - V: -e O: -
MV: -en
Slide 5 - Quizvraag
In de vierde naamval veranderd het bijvoeglijk naamwoord:
A
altijd
B
bij mannelijk en onzijdig
C
bij vrouwelijk en meervoud
D
alleen bij mannelijk
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Regelmatig:
vergrotende trap
vergrotende trap
A
<bijv. nw.> +er
B
am <bijv.nw.> + sten
C
<bijv. nw met Umlaut> +er
Slide 8 - Quizvraag
Regelmatig:
overtreffende trap
overtreffende trap
A
<bijv. nw.> + er
B
am <bijv.nw.> + sten
C
<bijv. nw.> +en
