paragraaf 2.1 Rijn en Maas

Lesdoelen
  • je kunt de kenmerken van het stroomgebied van de Maas en de Rijn  beschrijven.
  • Je weet uit welke onderdelen het stroomstelsel  en het stroomgebied bestaan.
  • je weet wat een waterscheiding is.
  • je kunt een waterscheiding op de kaart herkennen.
  • Je kunt de riviermonding van een delta en een estuarium herkennen op een kaart.
  • je weet hoe het verschil in vorm tussen beide mondingen ontstaat.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
  • je kunt de kenmerken van het stroomgebied van de Maas en de Rijn  beschrijven.
  • Je weet uit welke onderdelen het stroomstelsel  en het stroomgebied bestaan.
  • je weet wat een waterscheiding is.
  • je kunt een waterscheiding op de kaart herkennen.
  • Je kunt de riviermonding van een delta en een estuarium herkennen op een kaart.
  • je weet hoe het verschil in vorm tussen beide mondingen ontstaat.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Langres vormt de waterscheiding

Slide 6 - Tekstslide

Delta
Estuarium

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Kaart

Slide 9 - Tekstslide

relatie tussen stroomgebied en debiet
  • Hoe beantwoord je zo'n vraag? 
  • Stap 1: Noteer beide definities. Stroomgebied: gebied dat al z'n water afvoert op 1 hoofdrivier. 
Debiet: De hoeveelheid water die wordt afgevoerd in m3/sec

Relatie: 

  • Hoe groter het stroomgebied, hoe groter het debiet

Slide 10 - Tekstslide

Rijn
Maas

Slide 11 - Tekstslide

Rijn:
  • lange rivier (1238km)
  • vertakt zich bij Lobith (NL)
  • water verdeelt zich
  • Pannerdens kanaal
  • Waal, IJssel
  • naar noordzee of IJsselmeer
  • 3 mnd per jaar te weinig water via de Rijn.
  • stuwen nodig
Maas:
  • kortere  rivier (950km)
  • Grensmaas (België en NL)
  • grotendeels onbedijkt
  • ondiep voor scheepvaart
  • Julianakanaal

Slide 12 - Tekstslide

Rol stuw in rivier
  • regelen waterpeil stroomopwaarts
  • veiligstellen watertoevoer naar IJsselmeer.
  • bevaarbaar houden rivier

Slide 13 - Tekstslide

Opgave 7
7a. In de winter vervoert de Rijn in Nederland het meeste water omdat de verdamping laag is.

7b. Basel ligt in Bovenloop, daar is de Rijn een glestjer rivier.
Keulen en Trier liggen in de Middenloop. 
Bij Keulen is de Rijn een gemengde rivier
Langs Trier stroomt de Moesel = regenrivier

Slide 14 - Tekstslide