Thema 2 - Organen en cellen

Cellen
  • Kleinste levende eenheden in het lichaam
  • Bouwstenen van elk organisme
  • Alleen zichtbaar onder microscoop
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Cellen
  • Kleinste levende eenheden in het lichaam
  • Bouwstenen van elk organisme
  • Alleen zichtbaar onder microscoop

Slide 1 - Tekstslide

Dierlijke cellen
  • Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving
  • Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven
  • Celkern: organel, regelcentrum van cel, bevat DNA
  • Kernmembraan: vliesje dat kernplasma in celkern houdt

Slide 2 - Tekstslide

Plantaardige cel
  • Vacuole: blaasje met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen)
  • Plastiden: organel, bladgroenkorrels,  kleurstofkorrels en zetmeelkorrels
  • Celwand: stevig laagje om cel heen, is gemaakt van tussencelstof

Slide 3 - Tekstslide

Plastiden
  • Bladgroenkorrels: hierdoor zijn planten groen, hier vindt fotosynthese plaats
  • Kleurstofkorrels: gele, oranje of rode kleur
  • Zetmeelkorrels: kleurloos, hier wordt zetmeel opgeslagen
  • Plastiden kunnen van een type in ander type veranderen

Slide 4 - Tekstslide

Benoem de type cel (letters) en de organellen (getallen)

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden:
A. Dierlijke cel
B. Plantaardige cel

1. Celmembraan 
2. Cytoplasma
3. Celkern / kernplasma
4. Kernmembraan
5. Bladgroenkorrel
6. Vacuole
7. Celwand

Slide 6 - Tekstslide

Andere organellen (VG)
  • Sommige organellen niet zichtbaar onder lichtmicroscoop
  • Elektronenmicroscoop maakt mitochondriën en ribosomen zichtbaar
  • Mitochondriën: maken uit suikers energie voor cellen
  • Ribosomen: maken eiwitten in de cellen

Slide 7 - Tekstslide

Leren onderzoeken 1 t/m 3
Microscopie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Celkern
  • DNA in celkern, code bestaat uit vier letters (A, T, C, G)
  • Een DNA streng rolt zich op en vormt een chromosoom, 46 chromosomen in elke celkern van onze lichaamscellen
  • Stukken DNA coderen voor een erfelijke eigenschap, dit wordt een gen genoemd

Slide 10 - Tekstslide

Celdeling
  • In 'moedercel' wordt DNA gekopieerd
  • DNA wordt verdeeld over twee helften, vormt twee celkernen
  • Cel deelt zich, er zijn nu twee 'dochtercellen'
  • Er vindt plasmagroei plaats
  • Één dochtercel gaat zich specialiseren, ander blijft stamcel

Slide 11 - Tekstslide

Stamcel
  • Is nog niet gespecialiseerd
  • Kan zich delen en daarna specialiseren
  • Stamcel van embryo kan zich nog tot alles specialiseren, bij volwassenen alleen tot bepaalde type cellen
  • Stamceltherapie (VG)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link