Toets 1 Kwaliteit en deskundigheid

Wat is de juiste omschrijving van het begrip cao?
Een cao is een arbeidsovereenkomst tussen werkgevers(organisaties) en werknemersorganisaties die geldt voor
A
alle bedrijven of grote organisaties in Nederland.
B
bepaalde onderdelen van een bedrijf of organisatie.
C
een hele sector of bedrijfstak.
D
een werkgever en een individuele werknemer
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
WelzijnMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is de juiste omschrijving van het begrip cao?
Een cao is een arbeidsovereenkomst tussen werkgevers(organisaties) en werknemersorganisaties die geldt voor
A
alle bedrijven of grote organisaties in Nederland.
B
bepaalde onderdelen van een bedrijf of organisatie.
C
een hele sector of bedrijfstak.
D
een werkgever en een individuele werknemer

Slide 1 - Quizvraag

Welk is het juiste antwoord?
Een van de voorbeelden van het beleid / de doelen / de missie / de visie van een school is dat de kinderen dagelijks persoonlijke aandacht krijgen.

A
het beleid
B
de doelen
C
de missie
D
de visie

Slide 2 - Quizvraag

Welk is het juiste antwoord?
In het beleid / de doelen / de missie / de visie staat hoe de organisatie dit wil bereiken.
A
het beleid
B
de doelen
C
de missie
D
de visie

Slide 3 - Quizvraag

Welk is het juiste antwoord?
Wat dit zorgcentrum belangrijk en waardevol vindt, kun je teruglezen in het beleid / de doelen / de missie / de visie.
A
het beleid
B
de doelen
C
de missie
D
de visie

Slide 4 - Quizvraag

Welk is het juiste antwoord?
In het beleid / de doelen / de missie / de visie vind je hoe de organisatie zichzelf in de toekomst ziet.
A
het beleid
B
de doelen
C
de missie
D
de visie

Slide 5 - Quizvraag

Is onderstaande stelling juist of onjuist?
In een projectorganisatie levert elke afdeling één persoon die de afdeling op een hoger niveau vertegenwoordigt
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Van welke begeleidingsvorm is sprake?
Bij intervisie / supervisie ligt het accent op in de gaten gehouden worden.

A
intervisie
B
supervisie

Slide 7 - Quizvraag

Van welke begeleidingsvorm is sprake?
Er is meestal geen begeleider aanwezig bij intervisie / supervisie.

A
intervisie
B
supervisie

Slide 8 - Quizvraag

Van welke begeleidingsvorm is sprake?
Intervisie / Supervisie wordt vaak geleid door een aparte functionaris.
A
intervisie
B
supervisie

Slide 9 - Quizvraag


Yousra gaat aan het werk als beroepskracht maatschappelijke zorg met kinderen met een verstandelijke beperking. Een van haar taken wordt aan de ouders uitleg geven over de mogelijkheden van ondersteuning en financiering van de zorg. Er is sinds de invoering van de Wmo 2015 veel veranderd. Yousra heeft daar in haar vorige baan weinig mee te maken gehad. Ze wil alles nog eens op een rijtje zetten. Ze besluit een stapel oude vaktijdschriften door te bladeren op zoek naar artikelen over de invoering van de wet. Ze vindt een artikel uit 2011 met daarin overzichtelijk uiteengezet alle mogelijke plannen voor de wet.
Welke van de volgende uitspraken past het best bij deze situatie?

A
Dit artikel is niet betrouwbaar, want dat is informatie in tijdschriften nooit.
B
Dit artikel is betrouwbaar, want het staat in een vaktijdschrift.
C
Dit artikel is niet bruikbaar, want het gaat niet over de ondersteuning en financiering van de zorg.
D
Dit artikel is niet bruikbaar, want de informatie is inmiddels mogelijk verouderd.

Slide 10 - Quizvraag

Noteer drie onderdelen die in een POP worden vastgelegd.

Slide 11 - Open vraag

Welke organisatie komt op voor de belangen van de leden en heeft werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten van een afzonderlijke bedrijfstak als lid?
A
Personeelsvereniging
B
Vakbond
C
Vakcentrale
D
Werkgeversorganisatie

Slide 12 - Quizvraag

Bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen zorgen ervoor dat je, ook als je straks werkt, moet blijven leren. Geef twee voorbeelden van zulke ontwikkelingen in de maatschappij

Slide 13 - Open vraag

Volgens het model van Belbin moet een goed team voldoen aan de voorwaarden voor succesvol teamwork. Noteer drie voorwaarden waaraan het team van Chaima niet voldoet.

Slide 14 - Open vraag