Thema 5 - test jezelf
1 / 26
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide noem je ....................... ?
Slide 7 - Open vraag
Welke functie heeft de huig?
A
De huig sluit tijdens ademhalen de neusholte af
B
De huig sluit tijdens ademhalen de slokdarm af
C
De huig sluit tijdens slikken de luchtpijp af
D
De huig sluit tijdens slikken de neusholte af
Slide 8 - Quizvraag
Op welk van de genummerde
plaatsen komt het weefsel voor?
plaatsen komt het weefsel voor?
A
plaats 4
B
plaats 1 en 2
C
Plaats 1 en 4
D
plaats 1,3 en 4
Slide 9 - Quizvraag
Waar is het koolstofdioxide-
gehalte het grootst?
gehalte het grootst?
Slide 10 - Open vraag
Bij een persoon beweegt het middenrif naar boven.
Wordt hierdoor de borstholte groter of kleiner? Zal de persoon inademen of uitademen?
Wordt hierdoor de borstholte groter of kleiner? Zal de persoon inademen of uitademen?
A
Borstholte wordt groter en er vindt inademing plaats
B
Borstholte wordt groter en er vindt uitademing plaats
C
borstholte wordt kleiner en er vindt inademing plaats
D
borstholte wordt kleiner en er vindt uitademing plaats
Slide 11 - Quizvraag
Door welke manier van ademhalen kun je tijdens het sporten de longen zo groot mogelijk maken?
Slide 12 - Open vraag
In welke richting gaat je middenrif als je inademt?
A
Beneden
B
Boven
C
Links
D
Rechts
Slide 13 - Quizvraag
COPD is een verzamelnaam voor twee aandoeningen.
Welke aandoeningen worden aangeduid met COPD?
Welke aandoeningen worden aangeduid met COPD?
A
Astma en longemfyseem
B
Chronische bronchitis en astma
C
Longemfyseem en chronische bronchitis
Slide 14 - Quizvraag
Waarvoor zijn mensen met hooikoorts allergisch?
Slide 15 - Open vraag
Bij een astma-aanval worden de luchtwegen nauwer. Daarom moeten mensen met astma bij een astma-aanval medicijnen gebruiken.
Bij welke manier van toedienen zal het medicijn het snelst werken?
Bij welke manier van toedienen zal het medicijn het snelst werken?
A
Slikken van een pil
B
Injecteren
C
Innemen van een inhalator
Slide 16 - Quizvraag
hoe halen vogels adem?
A
tracheen
B
kieuwen
C
door hun huid
D
longen
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een stigma?
Slide 18 - Open vraag
Welke manier van ademhalen wordt er in de afbeelding hiernaast weergegeven?
A
Buik-ademhaling
B
Borst-ademhaling
C
Buik en borst-ademhaling
D
Middenrif-ademhaling
Slide 19 - Quizvraag
Longen en huid
Alleen longen
Kieuwen
Kieuwen en huid
Slide 20 - Sleepvraag
Een arts stelt bij een patiënt met longklachten vast dat de longblaasjes zijn vergroot.
Maak de zin kloppend.
Dit is een aanwijzing dat deze patiënt ............................ heeft
Maak de zin kloppend.
Dit is een aanwijzing dat deze patiënt ............................ heeft
Slide 21 - Open vraag
longblaasjes
longen
brochien
luchtpijp
Slide 22 - Sleepvraag
Onderdeel B heet...
A
trachee
B
stigma
Slide 23 - Quizvraag
Onderdeel A heet...
A
trachee
B
stigma
