A3 2.2 Moleculen en atomen deel 2

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Moleculen en atomen

Deze les

• Uitleg moleculen en atomen


• Maken: 13, 14, 16, 17, 18 en 19 
• SO tabel 5, 6, 7 en 8 op blz. 57-58  10 december beide kanten op leren.

Leerdoelen

1. Je weet wat het verschil is tussen moleculen en atomen. 
   
2. Je kan molecuulformules en symbolen lezen en schrijven.
   

Dit is een ...

1. mengsel, vaste stof
2. mengsel, vloeistof
3. zuivere stof, vaste stof
4. zuivere stof, vloeistof

Moleculen

• Ieder bolletje stelt een molecuul voor
  
• Moleculen bestaan uit atomen
• Atomen zijn aan elkaar gebonden met atoombindingen. 
• Atoombindingen gaan kapot bij chemische reactie

Atomen

Naam

Zuurstof

Waterstof

Fluor

Natrium

Koolstof

Atoom is vaak in z'n eentje 

Atomen

Symbool

O

H

F

Na

C

118 verschillende atomen!

Molecuulformules

Molecuulformule geeft aan welke atomen erin zitten

Water: H₂O (2 H en 1 O)

Koolstofdioxide: CO₂ (1 C en 2 O)

Index = kleine cijfertje

 

Toestandsaanduidingen

(s)

(l)

(g)

(aq) 

Dit schrijf je achter de molecuulformule en gaat over kamertemperatuur. vb: water H₂O (l)

Atomen

Niet-ontleedbare stoffen 

1 soort atomen

Ander woord: element 

Elk atoom heeft een symbool en een naam

Moleculen

Ontleedbare stoffen 

meerdere soorten atomen

Ander woord: verbinding 

Elk molecuul heeft een molecuulformule en een naam 

Uitzondering

Atomen die altijd met z'n tweeen zijn. 

Claartje Fietst In Haar Onderbroek Naar Breukelen 

Cl₂

Die zijn dus niet-ontleedbaar!

Deze les

• Uitleg moleculen en atomen


• Maken: 13, 14, 16, 17, 18 en 19 
• SO tabel 5, 6, 7 en 8 op blz. 57-58  10 december beide kanten op leren.